Hoofdstuk 8

Carolien

Die les is ook snel afgelopen. De Hoofdmagiër staat op en loopt het lokaal uit. Zodra ik mijn spullen pak om hem te achtervolgen houdt Sira me tegen. 'Plusklas, jullie blijven. De komende les is van mij.'

Oh, jee. Les van Sira. De enige docent die ik kan missen als kiespijn. Ze gaat zitten op het bureau en laat haar staf tegen het bureau leunen. 'Kom allemaal even om me heen zitten.'

Ik heb geen zin om al meteen de les met ruzie te beginnen, dus ga ik maar in een stoel in haar buurt zitten. Celine gaat rechts naast me zitten. Een van de jongens denkt naast mij te gaan zitten als Siricade zijn kop tegen me aan drukt. Hij loopt even te wriemelen aan zijn poot voor hij me iets geeft. 'Ik ben iets vergeten. Een koningin moet erkent worden. Ik heb geen grote schatten bij me, maar iets is beter dan niets.'

Hij geeft mij een ring. De ring is niet enorm gedetailleerd of mooi, maar het is van goud. Ik aai hem over de kop. 'Ik heb op de straat geleefd. Mijn hele leven heb ik niks anders dan bronsstukken gehad. Dit is het meeste dat ik ooit in mijn leven heb gehad. Bedankt.'

Hij wuift het weg. 'Dit is niks. Ik heb veel meer in mijn huis liggen.'

Sira gaat geïrriteerd voor mijn neus staan. 'Zijn jullie twee klaar?'

We zeggen geen van beide nog iets. In mijn hoofd zegt hij nog wel wat. 'Mag ik haar grillen?'

Ik moet moeite doen om niet hardop te lachen. Jij gek beest. Dan krijg ik weer de problemen.

'Het viel te proberen.'

Sira praat verder. 'Goed. Ik wil graag de les beginnen met vertellen wat we gaan doen. Ik ben de Wolfmagiër, dus ik kan de wolf in iedereen oproepen. Dat wil ik nu doen bij jullie. Dit heeft meerdere redenen. Jullie moeten onder andere leren om samen te werken, en er is geen betere manier dan als roedel. Ook is dit een goede manier om te zien of een van jullie een indicatie heeft dat hij of zij deze magie ook zelf kan gebruiken, en ik wil jullie eens rond zien lopen als wolven. Dus, heren, een van jullie is als eerste.'

Een van de jongens stapt naar voren. Sira gaat achter de jongen staan en duwt hem omver. Nog voor zijn handen de grond raken is hij veranderd in een zwarte wolf. Hij kijkt even rond en snuift luid. Dan trekt hij zijn lippen omhoog als een soort wolfachtige wrede glimlach. Hij kijkt om en ik kijk in een stel ogen die bijna duivels lijken. De wrede glimlach word nog breder. In mijn geest hoor ik een stem die op Sira lijkt. 'Als hij aanvalt heb je toestemming van mij om magie te gebruiken.'

Zowel Celine als ik staan snel op. De wolf gaat iets door zijn poten en rent op ons af. Ik twijfel wie van ons tweeën hij aan wil vallen. Op het laatste moment springt hij naar Celine. Ik kan Celine niet zomaar in de steek laten. Ik spring opzij, zet mijn schouder tegen Celine en steek mijn hand uit. Vanuit de grond komt een ijspilaar die zich om de achterpoot van de wolf vormt. Midden in de lucht word de wolf door de ijspilaar gevangen. Hij kan niks meer doen. Celine staat boos op. 'Moest je zo hardhandig mij op zij duwen?'

Ik wijs naar de wolf. 'Hij had je verscheurd als ik je niet op zij had geduwd. Sorry hoor. Sorry dat jij de reactiesnelheid hebt van een pak boter.'

Celine gromt even naar me. Ondertussen benaderd Sira de wolf. 'Waarom heb je dit gedaan?'

De wolf gromt maar wat in de wilde weg. Sira knikt. 'Je bent echt ziek. En je hebt magie gebruikt tegen een ander, waar je de straf al op weet. Zodra je los bent zal ik de Hoofdmagiër inlichten.'

Dan gebaart ze naar mij. Net als bij de jongen duwt ze mij omver. Ik land op waarvan ik nu weet dat het mijn poten zijn. Ik buig mijn nek om te zien welke kleur ik ben. Een dikke gouden vacht bedekt mijn lichaam. Een grote wollige staart maakt het geheel af. Sira kijkt me aan. 'Je bent inderdaad een koningin. Goud is de meest zeldzame kleur.'

Dan gaat Sira verder. Een voor een veranderd ze de rest. Celine is een zilveren wolf, waardoor ik een Alfa bèta gevoel krijg. Sira bevestigd dat. 'Ik denk dat Celine jouw tweede in commando is. Jouw bèta. Dit betekent dat jullie erg nauw samen zullen werken. Maar nu is het tijd voor mij om mijn vorm te laten zien. Let op.'

Ze springt de lucht in en land soepel op vier poten. Ze heeft een mooie grijze vacht. Haar kop ziet er erg netjes uit, in tegenstelling tot eerst. Ook haar klauwen zien er goed verzorgt uit. Op haar vacht staan allemaal symbolen die iets met magie te maken hebben. Het geheel ziet er zeer mooi uit. Als zij ook op vier poten staat gebaart ze dat we haar moeten volgen. Dat doen we ook gezamenlijk. Ze leid ons door een verborgen deur naar buiten, waar we onze eerste keer vrijheid beleven.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top