Hoofdstuk 77


Carolien

We komen zonder problemen aan bij mijn torenkamer. Daar ga ik achter mijn bureau zitten. 'Zo, Azel. Wat is werkelijk de reden dat je hier bent? Ik denk niet dat jij je zo irriteert aan jouw techneuten.'

Hij twijfelt even. 'Ik heb Stereno enorm gemist. Ik miste de huizen, de mensen en de Academie. Ik miste de lessen magie en de draken. Ik miste eigenlijk alles. Ik wil graag weer een paar lessen volgen. Genieten van het heerlijke eten. Ik wil weer vliegen in de nacht, in het licht van de vele sterren.'

Ik bijt even op mijn lippen. Ik moet het hem vertellen. 'Helaas is het niet meer toegestaan om in de nachten te vliegen. Niet alleen, tenminste. Vooral vanwege de vele aanvallen. De enige die er regelmatig mee aan de haal gaat is Koeral, maar je weet hoe eigenwijs hij is.'

Azel moet erom lachen. Dan denkt hij even na. 'Je zegt, het is verboden om alleen te vliegen. Maar als we samen vliegen zijn we toch niet alleen?'

Ik moet eigenlijk wel lachen om zijn redenering. Toch hou ik mijn gezicht in een plooi. 'Je hebt gelijk. We moeten dan wel redelijk alert blijven maar we breken de regels niet. Dat zou dus toegestaan zijn.'

Azel glimlacht weer. 'Zou je vanavond na het avondeten tijd hebben ervoor? Voor een vlucht onder de sterren?'

Ik moet weer moeite doen om mijn bloos te verbergen. Dan pas reageer ik. 'Ik heb er tijd voor, ja. Kom na het eten hier naartoe. Dan kunnen we samen vliegen.'

Azel lacht. 'Ik zal er zijn. Vind je het erg dat ik voor die tijd een gewaad opzoek en een paar lessen volg?'

Ik gebaar met open handen. 'Geen probleem. De Magieacademie is open. Onthoud alleen dat je weg moet blijven bij de rode kruizen.'

Azel staat op. 'Tot straks, Carolien.'

Terwijl Azel zijn lessen volgt regel ik eerst dat de techneuten het schip van Azel repareren. Vervolgens ga ik bij Tharkis liggen in de zon. De warmte voelt geweldig aan. We liggen ook samen in stilte te genieten. Dat is tenminste zo tot Siricade landt. 'Carolien! Wat ben je in een goede bui vandaag!'

Ik kijk op. 'Dat klopt. Ik voel me goed vandaag.'

Siricade kijkt naar de haven. Blijkbaar ziet hij het half gesloopte schip van Azel. 'Ah, dat verklaart het. De Hoofdingenieur is hier. Daarom ben je in zo'n goede bui.'

Ik geef hem een speelse duw tegen zijn kop. 'Ah, kom op, Siricade. Gedraag je. Je weet dat hij hier alleen is om bij te komen. Nee, ik voel me gewoon goed.'

Siricade blijft doorzetten. 'Je hebt zelf toegegeven dat je iets voor hem voelt, Carolien. Ontken het maar niet. Je bent verliefd op Azel. Volgens mij heeft hij het zelf ook al laten merken.'

Ik zucht diep. 'Je weet dat het nooit iets zal worden tussen ons. Ik moet de Magieorde leiden, hij de Techniekorde. Dan komt er nog bij dat hij hier enkel is voor een soort vakantie en niet voor mij.'

Siricade laat het erbij. Ondertussen kriebel ik Tharkis achter haar kop. Ze vindt het heerlijk. Door mijn rug heen voel ik haar vibreren van plezier. Siricade en Sirana gaan tegen elkaar aanliggen en Sirana legt haar kop op die van siricade. Ergens in mij voel ik het verlangen om iets soortgelijks met Azel te doen. Weer zet ik mezelf terecht. Het is niet mogelijk.

Ik lig daar tot het avonduur. Pas wanneer het tijd is om naar de Zomerzaal te gaan laat ik Tharkis achter bij Sirana en Siricade. Een beetje neergelaten ga ik naar beneden. Dat neergelaten gevoel komt vooral door Siricade. Het irriteert me dat hij zo doordramt. Maar dat is gewoon zoals hij is. Ik kan daar toch niets aan doen.

Azel

In de Zomerzaal zit ik al even in de stoel naast de troon van Carolien als ze eindelijk binnen komt. Ze loopt vlot maar edel richting het podium. Haar cape golft achter haar aan om het beeld van edelheid nog meer te versterken. Haar gezicht is strak en emotieloos. Ik vraag me af wat er gebeurt is of te gebeuren staat. Het geeft geen lekker gevoel, in ieder geval. Zonder een woord te zeggen loopt ze achter me langs en gaat ze in haar troon zitten. Ze kijkt stil naar de leerlingen die de zaal binnen komen. Er wordt geroezemoest tussen de leerlingen terwijl ze binnenkomen. Pas wanneer iedereen er is wordt het stil. Maar er is iets anders dan de laatste keer.

In plaats van dat Carolien de koks naar binnen laat komen staat ze op. Iedereen in de zaal kijkt naar haar wanneer ze haar handen opheft. Ze sluit kort haar ogen terwijl ze haar adem vertraagt. Dan verschijnt er spontaan eten op tafel. Ik kijk verwonderd naar het vele eten dat overal verschijnt. Ondanks dat de Kaba nog best zwaar op de maag ligt begin ik toch trek te krijgen. Het eten ziet er goed uit en ruikt ook nog een heerlijk. Zodra Carolien zit spreek ik haar aan. 'Heb jij dit gedaan? Het eten gemaakt?'

Carolien kijkt vragend opzij. Dan zucht ze. 'Ja, het is mijn werk. Het is een stukje magie dat ik ontdekt heb. Alleen moet ik het niet te vaak doen. Er zijn aardig wat koks hier die werk hebben. Ik kan ze moeilijk ontslaan omdat ik eten uit het niets kan toveren.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top