Hoofdstuk 76

Azel

Al snel hebben zowel Carolien als ik een lichtrode drank voor onze neus staan. Het zit in hoge glazen. Wanneer ik het een beetje zwenk komt een kruidige geur vrij, waarin ik onder andere nootmuskaat en kaneel in herken. Zoals beloofd brand het in de keel wanneer ik een slok neem. Ik proef aan de andere kant helemaal geen alcohol zoals bij echte cider. Ondertussen verteld Carolien wat ik hier gemist heb. Carolien is nu veel vrijer. Ze zegt het niet, maar uit de manier waarop ze de verhalen vertelt geniet ze veel meer van haar leven sinds ze de positie van Hoofdmagiër officieel aangenomen heeft. Ze is nu veel relaxter.

Het duurt, naar mijn mening, erg lang voor er twee grote borden gebracht worden. Op de borden liggen twee grote stukken vlees met botten erin. De stukken vlees ruiken enorm goed. De kruiden dringen mijn neus al binnen wanneer de man naar buiten komt met de borden. Ik pak mijn bestek wanneer een van de borden voor mijn neus wordt gezet. Ik probeer het vlees van de botten af te snijden. Dan pas kijk ik tegenover mij. Carolien heeft de botten met het mes van elkaar losgemaakt en kluift ze af. Ik voel me eigenlijk wel dom dat ik het niet meteen door had.

Zodra ik een hap vlees neem sluiten mijn ogen onwillekeurig. Het smaakt verrukkelijk. Het is waarschijnlijk het lekkerste vlees dat ik ooit gegeten heb. Ik proef tijm, honing en peterselie, naast een aantal kruiden die ik niet herken. Waarschijnlijk kruiden inheems aan de Magieorde. Na die eerste hap kan ik niet stoppen met eten. Het smaakt zo lekker...

Wanneer de borden leeg zijn wrijf ik over mijn buik. Ik zit stampvol. Carolien lijkt ook vol te zitten. De man komt al snel naar ons toe. 'Was alles naar wens?'

Carolien voert het woord. 'Het was perfect. Het blijkt dat ik niet voor niks veel goeds over jouw Kaba ribben heb gehoord.'

De man lijkt gevleid. Hij pakt snel de borden en neemt die mee. Ondertussen drinken wij rustig onze glazen Feniksbrouw leeg. Vlak voordat we ze leeg hebben komt de meneer weer terug. Hij geeft een notitie aan Carolien. Carolien leest die voordat ze in haar gewaad grijpt en twee zilveren munten in de handen van de man drukt. 'Hou het wisselgeld maar.'

De man loopt blij weg. Carolien bergt snel de notitie op. Nu kan ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. 'Wat was dat?'

Carolien gaat achterover in haar stoel zitten met haar glas Feniksbrouw. 'Dat was de rekening. Dit is een zogenaamd restaurant. Er zijn er meer hier in de Magieorde. Je kan bij een restaurant eten. Je betaalt geld voor alles wat je eet. Voor de rest wordt alles geregeld voor je. Omdat dit restaurant het erg moeilijk heeft ondanks alle moeite die ze doen voor klanten geef ik ze wat extra's. Dat wordt altijd wel gewaardeerd.'

Ze gooit het laatste beetje Feniksbrouw zo achterover. Ik volg haar voorbeeld zonder woorden op. Het brandende gevoel maak me bijna meteen wakker. Dan staat Carolien op. Ze kijkt even om haar heen voor ze iemand spot. 'Hey, Celine!'

Een elfenmeisje dat ongeveer even oud als Carolien moet zijn loopt naar ons toe. Het elfenmeisje heeft spierwitte haren die tot aan haar heup lopen. Ze is lang en tenger, net als de meeste elven die ik tot nu toe tussen de gebouwen heb gespot. Ze draagt een gewaad net als Carolien. Wanneer het elfenmeisje voor Carolien staat beweegt Carolien haar linkerhand naar haar wenkbrauw. Met haar wijsvinger, middelvinger en ringvinger raakt ze haar wenkbrauw aan terwijl ze met haar duim haar pink tegen haar handpalm aandrukt. Het elfenmeisje kopieert het gebaar voordat ze Carolien om de nek vliegt. 'Carolien! Ik heb je veel te lang niet meer gezien! Ben je echt gestopt met lessen volgen?'

Carolien knikt zacht. Pas wanneer Carolien niemand meer om haar nek heeft hangen spreekt ze weer. 'Celine, er is hier iemand voor je om te ontmoeten. Dit is Azel, de Hoofdingenieur van de Techniekorde en een vriend van mij. Azel, Dit is Celine, mijn bèta en een Magister van de Magieacademie.'

Celine doet het gebaar van eerder in mijn richting. Carolien knikt zacht. Als antwoord kopieer ik het gebaar. Celine lacht. 'Niet slecht. Probeer alleen je duim niet zichtbaar aan te spannen en de andere vingers losjes te houden. Het is een persoonlijke groet. Geen legergroet.'

Ik voel me meteen stom. Carolien lacht zacht mee. Die lach wordt harder als Celine mij ook een knuffel geeft. Waarschijnlijk komt het door mijn verbaasde blik. Dan laat Celine mij los en lopen we rustig naar de hoofdweg die over de brug heen loopt. Carolien praat losjes met Celine. De twee maken grapjes, vertellen verhalen over dingen die ze meegemaakt hebben en zijn relaxed. Ik lach mee om hun grapjes en verhalen maar doe zelf niet mee met het gesprek. Dan keert Celine zich naar mij. 'Zeg, Hoofdingenieur. Wat doet u hier eigenlijk?'

Ik wordt een beetje overvallen door de vraag. 'Noem me maar gewoon Azel. En voor de vraag: buiten herstellen van de stommiteiten van mijn techneuten? Vooral genieten van de omgeving. Sinds ik hier de laatste keer was ben ik terug gaan verlangen naar Stereno. Deze stad is gigantisch mooi vergeleken met de Techniekorde.'

Celine lacht zacht, tot Carolien een blik opzij werpt. 'Hij heeft een punt. De Techniekorde is erg grijs en grauw.'

Ik wuif het uit de lucht. 'Het is onze eigen stommiteit dat de Techniekorde er zo bij ligt. Er is ook een reden waarom de fabriek hier zoveel vernieuwingen heeft. Het is de enige fabriek ooit gebouwd is die geen rook uitstoot.'

Carolien schud haar hoofd. 'Misschien kunnen de Magisters de kleuren weer terug brengen in de Techniekorde. Je moet het nooit opgeven.'

Celine kijkt dan naar de stand van de zon. 'Oh, ik moet zo bij een les zijn! Misschien tot later!'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top