Hoofdstuk 41
Carolien
Ik blijf dan op het dak liggen, geen interesse om ook maar iets te doen. Mijn energie is erg snel opgebruikt. Ik ben doodop. Het in slaap vallen duurt ook niet lang. Wat wel meehelpt is het feit dat er twee dozijn Nachtdraken over me waken. Als ik eindelijk weer wakker wordt is de zon al opgekomen. Ik kijk uit over de stad. Azel komt na een tijdje ook naar me toe lopen. 'Er zijn veel draken gestorven vannacht. Maar dankzij jou is het aantal doden onder de mensen tot een minimum beperkt. Onze verdediging heeft het gehouden.'
Ik zucht. 'Zoveel doden. Zoveel gewonden. Alleen omdat een man de macht over de wereld wil hebben. Dit is gewoon belachelijk. Dit moet stoppen.'
Azel kijkt me verbaasd aan. 'Dat is onmogelijk. Die ene man is sterker dan alle magiërs van de Magieorde en alle techneuten van de Techniekorde. Niemand kan hem verslaan.'
Ik schud mijn kop. 'Nee. Hij valt te verslaan. We moeten alleen samenwerken. En als we samen werken kunnen we elkaars zwakten neutraliseren. Ik zag afgelopen nacht dat niemand van jullie kan vliegen. Aan de andere kant kan ik wel vliegen. Als jullie nou iets ontwerpen waardoor jullie kunnen vliegen dan kunnen jullie ook de draken verslaan. Misschien zelfs het makkelijker maken voor mij om ze in te binden.'
Azel bestudeerd me. 'Dus je bent bereid om je enige overmacht over de Techniekorde op te geven zodat wij ons kunnen verdedigen tegen de vijandelijke Nachtdraken?'
Ik knik. 'Ik laat niet mensen sterven door mijn eigen ijdelheid, of omdat ik een overmacht over jullie wil hebben. Ik wil levens redden. Het beste doen voor iedereen.'
Even later sta ik in een rare kamer. Overal om me heen lopen techneuten. Ze lijken een ongeorganiseerde groep. Niemand lijkt zeker van zijn of haar taak, tot de Hoofdingenieur binnen komt en orde op de zaken stelt. Een of andere rare machine wordt opgestart en beweegt zich om me heen. Momenteel zijn mijn vleugels gewoon ingeklapt. Dan gaat hij voor me staan. 'Op mijn teken open je jouw vleugels. Dan kunnen wij inscannen in een beweging hoe de vleugels sluiten. Dus, ben je er klaar voor?'
Ik knik. Azel telt even af. Op de laatste tel open ik mijn vleugels. Azel kijkt tevreden naar een scherm. 'Perfect. Dit is precies wat we nodig hadden. Dan is het nu tijd voor het ontbijt.'
Na een kort ontbijt en een toespraak van Azel waarin hij verteld wat ik voor de Techniekorde gedaan heb komt er een kleinere, jonge vrouw naar me toe. 'Mevrouw, u bent toch de Hoofdmagiër van de Magieorde?'
Ik knik. 'Dat klopt. Ik ben de hoofdmagiër. Maar je mag gewoon "je" tegen me zeggen. Maar goed, wat is er?'
De vrouw staart even naar de vloer en wriemelt met haar vingers. 'Tja... ik heb een dochter, die nu twee jaar is. Ze is geboren zonder ook maar iets voorbij haar knieën of elleboog. Ze heeft geen onderarmen of benen. En nu is de standaard oplossing hier om mechanische ledematen te kopen, maar ik heb er het geld niet voor. Kunt u... je mij helpen?'
Azel luistert mee. 'Dit is niet hoe wij te werk gaan, jongedame. Wij doppen onze eigen bonen. Misschien moet je een baantje zoeken.'
De vrouw kijkt boos naar Azel. 'Ik heb een baantje. Bij afvalverwerking. En ik wordt er onderbetaald voor overuren. Nee, dat is geen oplossing. Ik wil mijn dochter een leven geven waar ze gewoon rond kan rennen met andere kinderen, ongeacht waar ik werk heb.'
Ik zucht. 'Mevrouw, ik heb erg weinig ervaring met het aanpassen van lichamen. Ik heb misschien een oplossing, maar ik moet eerst uw dochter zien. En zelfs dan heb ik waarschijnlijk hulp nodig van Siricade.'
De vrouw rent meteen weg. Azel en ik volgen haar door de steeds nauwer wordende gangen naar een kleine deur. Daar doet de vrouw de deur open en laat ze ons naar binnen. Ze verontschuldigd zich meteen. 'Het spijt me van de zeer kleine kamer, maar dit is alles wat ik me kan veroorloven.'
Ik kijk rond. Er staan twee bedden in de kamer, een tafel en een kleine kast. Meer past er ook niet in. In een van de bedden ligt een jong meisje. Ik loop voorzichtig naar het meisje toe. Ze kijkt me vragend aan. 'Wie bent u?'
Ik leg eerst een hand op haar hoofd. Zoals ik had verwacht is haar lichaamstemperatuur verhoogd. Minder oppervlak om af te koelen dus meer warmte. Vervolgens til ik de deken van haar af. Ik zie de stompjes van haar armen. Ze heeft wel haar bovenarmen, en haar gewrichten, maar haar spieren zijn nergens aan gekoppeld. Dan pas reageer ik naar het meisje. 'Ik ben de Hoofdmagiër, kleine meid, en ik ga je helpen.'
De vrouw kijkt dolblij naar mij. Azel is iets meer bedachtzaam. 'Wat heb je hier voor nodig? Want ik kan me niet bedenken dat je het zomaar hier kan doen.'
Ik zucht. 'Ten eerste moet ik een open zaal of zo hebben waar ik Siricade kan oproepen. Hij is iets kleiner dan de grootste Nachtdraak hier. Dan heb ik vervolgens een kamer nodig waar ik alleen aan haar kan werken, maar wel de ruimte heb om overal om haar heen te kunnen lopen. Als laatste heb ik tijd nodig, en best veel ervan.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top