Hoofdstuk 40
Carolien
De rest van de dag conserveer ik mijn energie. Ik test hier en daar spreuken uit die mij de overhand kunnen geven tegen aanvallers, maar daarnaast doe ik zo min mogelijk. Bij het avondeten vraagt Azel of het nog gaat met mij. Ik antwoord twijfelend. 'Op zich gaat het wel ok. Ik heb alleen vandaag bijna niks kunnen doen aan hetgeen wat ik normaal bijna de hele dag doe. Ik ben zo gewend aan mijn magie. En nu heb ik het de hele dag niet kunnen gebruiken. Het voelt zo... raar.'
Azel kijkt niet erg geamuseerd. 'Volgens mij kan je straks jezelf uitleven. Ik hoop maar dat je een paar trucjes hebt, want het gaat druk worden. We hebben driehonderd en vijftien van die tekens gespot. Mijn hoop is dat er niet zoveel van die draken zijn.'
Dat zet me aan het denken. 'Driehonderdvijftien komt neer op zeshonderddertig draken. Elk teken staat voor twee draken. En het is nog erger. Elke twaalfde draak is een squadron leider, en die zijn nog sterker dan dat. Maar ik heb een idee. Zorg ervoor dat er een paar grote ruimtes zijn die vanuit de lucht te betreden zijn voor een draak.'
Azel schud zijn hoofd. 'We hebben al vallen geprobeerd. Die lukken niet. Om de een of andere reden komen ze niet in de buurt.'
Ik kijk hem in de ogen aan. 'Wie zegt dat ik vallen wil gebruiken?'
De nacht breekt de hel los. Verschillende draken verschijnen van meerdere kanten. Bijna meteen vallen de wapens van de stad de draken aan. Witte lichtstrepen schieten de lucht in van verschillende gebouwen in de stad, maar ook van de haven. Ik loop naar een balkon hoog in de stad. Azel rent me achterna. 'Ik weet niet wat je van plan bent, maar dit is geen goed idee. Die draken peuzelen je op met veel plezier!'
Zonder te reageren spring ik het balkon af met de drakenstaf in mijn hand. Voor de verbaasde Azel open ik mijn vleugels en vlieg ik de lucht in. Zodra er een draak in mijn buurt komt ga ik over naar de binding. De zwarte draak wil me meteen aanvallen, maar voor hij iets kan doen heb ik mijn binding voltooid. Met de draak als mijn escort bind ik snel de volgende draak aan me. Helaas begint dan mijn energie op te raken. Hijgend vlieg ik in de lucht.
Dan komt ineens de draak in me naar voren. Ik grom van plezier als ik ineens als de gouden draak rondvlieg. Een enkele draak durft me uit te dagen. Dan komt er iets in me op. In plaats van dat ik zelf die draken bevecht kan ik ze in die lichtstreepjes rammen. Een van de grootste draken daagt me dan uit. Ik sla snel met mijn vleugels en ram de draak recht in het baan van een van de snelle objecten. De draak stort naar de aarde, dood.
Na het gevecht land ik uitgeput op een van de daken. Het duurt niet lang voor Azel het dak op komt. 'Ben jij dat, Hoofdmagiër?'
Ik laat mezelf omvallen. 'Ja en nee. Ja, ik ben Carolien, de Hoofdmagiër. Maar als ik zo ben, ben ik een ander persoon. Ik ben een stuk minder goed gemanierd, en een stuk minder gehumeurd. Maar ik ben ook ongelooflijk veel sterker.'
Azel kijkt dan naar de zwarte draken die nog rondvliegen, maar niet aanvallen. 'Hoe zit het met die draken? Zijn die vijandelijk of zijn ze anders?'
Ik kijk ernaar en gebaar dat ze naar beneden moeten komen. Een van hun land voor me en buigt zijn nek. 'Mijn koningin.'
Ik glimlach uitgebreid naar Azel. Hij kijkt verbaasd naar de grote, zwarte draak. 'Is dat een Squadron leider? Een van die machtige draken?'
De zwarte draak bevestigd het. 'Dat ben ik, techneut. Ik ben de squadron leider van de grootste van de squadrons. Je doet er goed aan om door je knieën te gaan, techneut.'
Ik bedenk me ineens iets. 'Zeg, draak. Ken je de Nachtdraak Soerelester?'
De draak kijkt me diep aan. 'Ja, ik ken de draak Soerelester. Hij was de stamleider en geschiedenisbewaarder van mijn stam. Wat is er mis met hem?'
Ik kijk even wantrouwend naar Azel. Maar dan vertel ik het alsnog. 'Soerelester kwam een tijd geleden naar Stereno. Hij viel mij zonder pardon aan. Na een geheel luchtgevecht heb ik hem gebonden. Maar ik vertrouw hem niet. Niet helemaal tenminste.'
De zwarte draak knikt. 'Soerelester was erg sterk gebonden door de zwarte magiër. Hij moest elke binding kunnen breken.'
Ik zucht. 'De binding kostte me toen enorm veel energie. Maar zodra ik wakker werd lag ik in mijn toren, omringd door de draken die ik vertrouw. Niet veel later voerde hij een bloedeed uit.'
Als bewijs laat ik hem het hangertje zien. 'Heb je serieus een bloedeed van Soerelester gekregen? Is hij echt die draak?'
Ik knik zacht. De draak zucht. 'Dan is het zover. Koer gaat vallen. Een tijd geleden, toen de eerste Nachtdraken begonnen te verdwijnen, voorspelde Soerelester dat het door Koer kwam. Maar Soerelester voorspelde dat als hij een bloedeed zou afleggen, Koer zou vallen. Dit is een teken. Het teken dat Koer gaat vallen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top