Hoofdstuk 32

Carolien

Mijn ogen gaan moeilijk open. Als ze eindelijk open zijn zie ik als eerste een grote blauwe drakenkop. De drakenkop is dolblij om mij met open ogen te zien. 'Carolien! Je bent nog in orde! Wat is er gebeurd?'

Ik vertel wat er gebeurd is. De draak luistert aandachtig. Als ik klaar ben knikt hij. 'Je bent door veel gegaan, mevrouw. Maar je bent in orde en je leeft wonderbaarlijk genoeg nog.'

Ik knipper een paar keer met mijn ogen. Als ik nog leef, dan is het mogelijk dat het Siricade is. 'Siricade? Ben jij dat?'

De blauwe draak knikt. 'Ik ben het, mijn koningin. Het spijt me van vandaag. Ik had moeten weten dat je niet veel meer aan kon. Het spijt me enorm.'

Ik ga rechtop zitten. Ik zit in een grote ronde kamer zonder dak erboven. Naast de rode draak, Sirana, en Rono, zit er ook een grote zwarte draak niet ver van me vandaan. Zodra ik de draak zie ga ik verschrikt achteruit. Een steek in mijn hoofd vertelt dat het een slecht idee was. Siricade houdt me overeind met zijn klauw. 'Rustig, mijn koningin. Hij kwam even geleden naar ons, met jou in zijn klauwen. Hij zei dat je een enorm gevecht alleen hebt gevochten en hij niet wist hoe hij ervoor moest zorgen dat je weer in orde was. Ik heb Sira erbij geroepen.'

Ik kijk naar de zwarte draak. 'Dat is de draak die me aanviel. Hij probeerde mij te vermoorden. Dacht hij dat ik stom ben? Ik ga niet in de buurt blijven van een draak die me bijna vermoord heeft.'

Siricade stopt me weer. 'Carolien, kalmeer alsjeblieft. Hij heeft wat uit te leggen. Iets wat je wil horen.'

Ik denk kort na. Wat zou een draak willen vertellen? En valt wat hij te vertellen heeft wel te vertrouwen? Ik denk dat ik beter een kans kan geven. 'Laat hem maar praten. Maar zorg ervoor dat jullie hem weg kunnen jagen als hij iets verkeerds doet.'

De zwarte draak komt iets dichterbij. Waarschuwende grommen van Siricade en Sirana zorgen ervoor dat hij afstand houd. De zwarte draak spreekt. 'Koningin. Ik was gestuurd door de leider van Koer om te laten zien dat jullie hem niet hebben verslagen. Hij wilde jullie een bericht sturen. Ik was dat bericht. Mijn taak was om u te ontvoeren en naar hem te brengen. Ik weet niet waarom.'

Ik heb nu iets serieus om over na te denken. Mooie afwisseling met huiswerk. Maar wat moet ik doen? Als ik ervoor kies om de draak weg te sturen dan heb ik misschien hem voor niks gebonden. Maar als hij blijft en de binding is niet goed gegaan dan zit ik met een probleem. 'Zwarte draak, wat ben ik voor je?'

De zwarte draak buigt zijn kop. 'U bent mijn koningin. De Draconic die de leider van Koer van angst laat beven.'

Ik ga verzitten, waardoor een pijnscheut door mijn rug heen schiet. Een van mijn vleugels is uit de kom, zie ik nu. Blijkbaar heeft Sira niet alles gerepareerd. Ik sluit de vleugel zoveel mogelijk en druk de vleugel hard tegen de muur. Ik sla een kreet van pijn als de vleugel weer in de kom schiet. Sira komt de trap op gerend. 'Carolien! Ben je in orde?'

Ik geef aan van wel. Dan kom ik weer tot adem. 'Mijn vleugel was uit de kom. Het gaat weer. Ik weet alleen niet wat ik nu moet doen.'

Sira komt naast me zitten. 'Denk je dat die zwarte draak succesvol is gebonden, of denk je dat hij de boel aan het belazeren is?'

Ik kijk naar de zwarte draak. 'De binding kostte me veel energie, dus denk ik dat het gelukt is. Maar ik twijfel. Wat als hij ertegen beschermd was? Dan is de binding mislukt en dan nemen we een moordenaar in ons midden. Ik kan dat niet laten gebeuren. Dan kan is Siricade verliezen, of erger. Dat wil ik niet.'

De zwarte draak knielt voor me. 'Er is maar een manier om te laten zien dat ik het meen. Een eed. De draken van de nacht, de inwoners van Koer voordat de duistere koning kwam, houden eer zeer hoog. Als iets oneervol is dan doen wij er niet aan.'

Sira knikt. 'Een eed is vaak onbreekbaar. Hoe krachtiger de wezens die bij de eed betrokken zijn, hoe sterker de eed. Dit is het proberen waard.'

De zwarte draak snijd in zijn klauw. Sira knikt, waardoor ik mijn linker wijsvinger ook even een klauw geef. Ik snijd in mijn rechter hand en leg mijn gewonde hand op de klauw van de draak. De draak sluit zijn ogen. 'Dag en nacht, zomer en winter. De krachten van de natuur stoppen nooit, zo ook deze eed. Ik zweer me aan de koningin van de draken, door goed en kwaad, mijn leven en mijn loyaliteit van haar. Mocht ik ooit van deze eed afwijken dan is mijn leven voorbij.'

Mijn bloed stroomt langzaam van mijn hand af, op de wond van de draak. Op het moment dat de druppel de klauw van de draak aanraakt krijg ik een pijnscheut. De draak gromt diep. Waar mijn bloed landde op de klauw verschijnt een gouden hanger. Het hangertje is net de vorm van een draak, met bloedrode ogen. Dan besef ik me dat de ogen bloedrood zijn omdat het mijn bloed is. De draak geeft het hangertje aan mij. 'Dit is mijn bloedeed. De bloedeed van Soerelester. Ik ben van u.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top