Hoofdstuk 22


Carolien

De volgende ochtend kijken enkele draken nerveus naar de Nachtmerrie. Een van de draken vraagt waarom de Nachtmerrie in het daglicht kan leven. Mijn antwoord is kort. 'De Nachtmerries leven normaal in de nacht omdat ze niet levend genoeg zijn voor de dag. Ik heb deze weer terug gebracht naar het leven en nu kan hij de dag weer verdragen.'

Enkele draken kijken bewonderend naar me. Als Siricade mijn uitleg hoort is hij daar een van. De draken kijken gezamenlijk angstig naar me als ik naar de Nachtmerrie loop en hem zachtjes over zijn snuit aai. Nu ik toch bezig ben met de Nachtmerrie aaien besluit ik de manen ook mee te nemen. Gisteren zag ik aan de bewegingen van de manen dat ze hard waren. Maar als ik nu met mijn handen erdoor heen ga voel ik zachte manen. Ook lijkt de kop minder ingevallen. Alle draken krijgen nu respect voor me. Enkele draken vragen meteen of ze mij kunnen dienen. Bijna alle draken duiden me nu aan als de koningin. Ik vraag verbaasd aan Koeral waarom. 'De Nachtmerries waren de enige waar wij bang voor waren. U heeft niet alleen een oude vijand in een bondgenoot veranderd, maar u heeft ook onze grootste angst leefbaar gemaakt.'

De rest van de dag ben ik bezig met elke draak die mij wil dienen aan me te binden. Vanaf dat moment ben ik elke dag bezig met het trainen, en elke avond bezig om Nachtmerries terug te brengen. Uiteindelijk heb ik even veel Nachtmerries terug gebracht als er draken in de vallei leven. Dan is het zover: de tijd voor de match. Samen met Siricade, Sirana en Koeral gaan Celine en ik naar de academie terug. Ik vond al dat een draak eerst veel aandacht trok, maar drie draken trekken nog meer aandacht. Dan gaan we door naar binnen. De Hoofdmagiër verwelkomt ons. 'Welkom terug in de academie. Zijn jullie klaar voor de test?'

Vol overtuiging knikken wij. De Hoofdmagiër neemt ons mee naar de Zomerzaal. Daar staat nu een podium. Voor het podium zitten alle leerlingen al. De Hoofdmagiër neemt ons mee naar de voorste rij en plaatst ons in twee stoelen daar. Dan loopt hij door naar het podium. 'Dames en heren. Twee weken geleden wees de draak Siricade mij op het feit dat ik niet alles haalde uit de tijd die ik heb met jullie. Ik ging een weddenschap aan met hem. We zouden beiden twee leerlingen nemen en die in twee weken tijd zoveel mogelijk leren. De leerlingen hebben nu twee weken getraind. Nu is het tijd om te zien wat ze geleerd hebben. Celine, jij bent de eerste. Kom het podium op.'

Celine stapt het podium op. Ze komt tegenover een potige derdejaars te staan. Ik wijs Siricade daarop. 'Ik wist dat hij vals zou spelen. Hij wil jullie tot het uiterste drijven om zijn gelijk te bewijzen.'

Mooi niet. Ik zal ze wat leren.

Celine en de derdejaars vechten even. Dan maakt de derde jaars een fout. Hij probeert een serpent op te roepen en die naar Celine te gooien. Celine maakt het bliksemschild als tegenactie. Via de slang springt een bliksemschicht die de derdejaars uitschakelt. Dan is het mijn beurt. Ik kom het podium op en zie mijn tegenstander. Het is iemand die in het laatste jaar van de plusklas zit. Typisch mijn pech. Maar ik heb geen zin om vals te spelen. Ik ram mijn staf zo hard in het podium dat als ik mijn staf los laat de staf blijft staan. Dan geef ik aan dat ik klaar ben ervoor. Mijn tegenstander begint met een paar elementen. Die heb ik zo uitgeschakeld. Dan begint het echte gevecht. Beiden gooien we met van alles en nog wat. Enkele dingen die we uitvoeren zijn dodelijk, waardoor we beiden veel meer in het gevecht zitten dan Celine en haar tegenstander. Na een tijdje ben ik het zat. Ik ga door mijn opties heen, terwijl ik de acties van mijn tegenstander aan het bevechten ben. Ineens bedenk ik me dat ik de Nachtmerries heb. Terwijl ik nog een stuk of drie aanvallen tegen houd prevel ik zinnen voor de omroepmagie voor de Nachtmerrie. Het portaal verschijnt in de grote ramen boven het podium. Iedereen in het publiek kijkt met grote ogen naar het portaal. Sommige mensen gillen het uit als de Nachtmerrie uit het portaal komt. Het komt langs mij, zodat ik de kans heb om mezelf op de rug te slingeren. Vlak voordat ik een van de krachten van de Nachtmerrie wil gebruiken vanaf zijn rug rent de Hoofdmagiër naar voren. 'Stop! Alsjeblieft stop! Er zullen doden vallen!'

De zwarte bol in mijn handen blijft even zo, tot mijn tegenstander zijn handen omhoog doet. 'De Hoofdmagiër heeft opgegeven, dus dan kan ik niet doorvechten. Je hebt gewonnen, Carolien. Goed gevochten.'

Ik laat de bol weer verdwijnen. Ver boven de mensen zit ik op de blote rug van de Nachtmerrie. Vele angstige gezichten kijken naar boven, naar mijn ros. De Hoofdmagiër gebaart dat ik naar beneden moet komen. Zachtjes spoor ik de Nachtmerrie aan. Nobel landen we op het podium. De Hoofdmagiër lijkt niet helemaal op zijn gemak naast mijn nobele ros. Zelfs als ik de Nachtmerrie zachtjes in de nek klop blijft hij uit de buurt. 'Ik weet niet hoe je aan een Nachtmerrie komt, maar ik wil een dier zo gevaarlijk als dat niet in mijn buurt hebben.'

Ik aai het dier over de neus. 'Dat komt omdat je niet begrijpt hoe een Nachtmerrie is. Het zijn geen slechte dieren. Door mij begrijpen de draken dat ook. Dit is mijn eigen Nachtmerrie. Rono.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top