Hoofdstuk 3
Martijn
We blijven nog even spreken tot Bastet terug komt. Bastet haalt ons uit elkaar. 'Het is tijd dat jullie gaan slapen. We moeten morgen een hoop trainen voor het diner. Ik wil niet dat jullie daar zonder bescherming rondlopen. Dus snel naar bed.'
Eline loopt naar haar niche toe en gaat erin liggen. 'Welterusten Martijn.'
Ik ga liggen in mijn niche, mijn hoofd richting de niche van Eline. Mijn lynx, die uit de niche springt zodra mijn benen zijn kant op komen, stuurt een beeld dat hij ziet, namelijk dat Eline haar hoofd ook in mijn richting heeft liggen. Haar tijger gaat onder de niche liggen, met mijn lynx tegen de tijger aan. Bastet kijkt ons vieren lachend aan. 'Ik ben blij dat jullie vier het zo snel goed kunnen vinden met elkaar. Dit is een goed teken voor jullie toekomst.'
Dan dimmen de lichten van de kamer. Ik draai me om en val in slaap. Zelfs terwijl de niche gemaakt is van steen met slechts een dunne bekleding van rode stof is er weinig voor nodig om in slaap te vallen. De rust in mijn hoofd vertelt me dat mijn lynx ook slaapt.
De volgende ochtend maakt Bastet ons wakker. Zodra we allebei wakker zijn gebaart ze naar onze katten. 'Jullie willen waarschijnlijk wel een worden met jullie katten.'
Ik kriebel eerst mijn lynx achter zijn oren. Hij kijkt me waarderend aan. Dan doen we het trucje wat ik maar een keer eerder heb gedaan, alleen nu rustiger. Ik laat me op de rug van de lynx vallen. Zodra mijn lichaam de rug van de lynx raakt versmelten we. Naast me doet Eline hetzelfde. Omdat ik wat sneller ben zie ik het gebeuren. Als Eline ook versmolten is kijkt ze mij aan. 'Kan je het een beetje zien?'
Mijn lynx gaat tekeer in mijn hoofd. 'Vertel haar nou wat je voor haar voelt! Je weet net zo goed als ik dat je haar mag!'
Ik weet het niet, hoor. Ik mag haar, ja. Maar is zij wel mijn partner? Ik twijfel of ik haar wel moet kiezen.'
'Ik weet niet veel over andere soorten, maar zowel lynxen als tijgers mogen meerdere partners hebben. Kies haar gewoon, domoor.'
Ik zucht. 'Volgens mijn lynx ben ik stapelgek op je, en moet ik je als partner nemen.'
Eline lacht, voor zover dat mogelijk is als een tijger. Ze doet een paar dingen tenminste die op lachen wijzen, zoals haar tanden ontbloten en schokkend ademhalen. 'Wow. Het toeval. Volgens mij hebben jouw lynx en mijn tijger met elkaar gesproken toen we sliepen, want mijn tijger zei hetzelfde. Inclusief het gedeelte dat we meer dan een partner mogen kiezen als jij tegen valt.'
Serieus? Heb je met haar gesproken?
De lynx lijkt verontwaardigd. 'Wat? Ik heb alleen maar gezegd dat jij volgens mij wat voelde voor haar mens en zij reageerde met dat haar mens hetzelfde voelde voor jou. Vervolgens werkte we de details wat uit voor het gemak.'
Dat is dus een gesprek voeren achter mijn rug om.
'Geef toe, je bent blij dat ik dit gedaan heb.'
Wie weet. Misschien geef ik je vanavond een extra kriebel achter de oren als een beloning. Moet je vandaag wel lief zijn.
'Ben ik dat niet altijd?'
Ik heb de neiging om een cynische opmerking te maken op dat laatste, maar laat het erbij. Zijn tijd komt nog wel. Daarom ga ik terug naar het gesprek met Eline. 'Is jouw tijger ook aan het pushen?'
Ze knikt. Dan loopt ze naar me toe en likt mijn kop. Bijna instinctief doe ik het terug. Mijn lynx laat zijn goedkeuring blijken. 'Goed zo. Nu zijn jullie partners. En ook maar beter, want de komende tijd hebben we alle hulp nodig die we kunnen krijgen.'
Ik lach stil. Of je wilt gewoon zeker weten dat die tijger je niks aandoet.
Een stem, overduidelijk vrouwelijk, spreekt er verontwaardigd tussen door. 'Ik zou hem sowieso niks doen. Ik mag dat jochie wel.'
Een tweede stem, die lijkt op Eline, komt er ook bij. 'Kop dicht, tijger. Ze kunnen je horen.'
Eigenlijk zei de tweede stem de naam van de derde stem, maar ook die naam is niet te omschrijven in de gewone taal. Zodra ze alle drie stil zijn vraag ik weer wat. Eline? Ben jij dat?
De tweede stem spreekt weer. 'Ja, ik ben Eline. Wie anders?'
Oh, sorry hoor. Sorry dat ik niet meteen inzie dat jij nu ook in mijn geest rondwandelt. Sorry dat ik niet meteen conclusies trek in deze onzekere tijden.
Eline lacht. 'Het is je vergeven. Ik wist in eerste instantie ook niet zeker of jij het nou wel of niet was. Het was allemaal pas duidelijk toen ik terug dacht aan wat mijn tijger me liet doen: zij vertelde me hoe jij mijn partner moest worden'
Dan gebaart Bastet naar de deur, waar de rest al wacht. Eerst brengt Bastet ons naar een kamer met stukken rauw vlees. Ze schotelt ons allemaal een stuk voor. Op aandringen van mijn lynx ga ik eten. Eline begint er ook maar aan. De rest is twijfelend. Zodra Eline en ik klaar zijn haalt Bastet dan ook het vlees voor hun snuiten weg. 'Willen jullie niet eten wat de pot schaft dan eten jullie maar niet.'
De rest van de dag oefenen we met gevechtstechnieken. Bastet wil dat we eerst leren vechten met onze katten: ze verwacht dat we het meeste zullen vechten als onze katten. Ergens begrijp ik dat ook wel. Na het oefenen neemt Bastet ons mee naar een enorme feestzaal. Ik zie al verschillende goden staan en zitten met hun gekozen mensen. Bij binnenkomst splitsen Eline en ik af van onze katten. Bastet gebaart ons om mee te komen. De meid van de panter weet nu ook los te komen en loopt onwennig met ons mee. De andere twee lopen met lage koppen achter ons aan. Haar panter loopt een kleine afstand van ons af, net genoeg om aan te geven dat zij hier niet prettig is. Bastet paradeert trots rond. Het duurt even voor ze weer bedenkt dat wij er nog zijn. 'Jullie hoeven niet mee te lopen. Zoek maar andere keuzes op en socialiseer met ze. Misschien vindt je nog mensen waar je mee wilt samenwerken.'
We splitsen daarmee op. Ik loop al even rond als ik haar tegenkom. Ze staat in een hoekje, totaal niet geïnteresseerd in haar omgeving. Naast haar ligt een leeuwin, die voor haar de omgeving in de gaten houdt. Als ik in de buurt kom gromt de leeuwin, maar die grom verdwijnt als mijn lynx met een hoge staart naar de leeuwin toe loopt. De leeuwin en mijn lynx beginnen meteen met rondrennen. De vrouw kijkt lachend naar de leeuwin. Ik kijk mijn lynx afkeurend aan. Dan kruisen de blikken van de vrouw en mij. Ze lijkt haar lach even te verliezen, maar de lach komt terug in de vorm van een glimlach. 'Zo, wie ben jij?'
Ik reageer een beetje kortaf. 'Ik ben Martijn.'
Ze knikt. 'Ik ben Hanna. Een van de uitgekozene van Sekhmet. Laat me raden: jij bent een van de uitverkorene van Bastet?'
Ik knik. 'Die lynx is van mij. Dus dat betekent dat onze katten samen aan het spelen zijn.'
Ze lacht weer. 'Ik verwachtte al dat die lynx van jou was. Dus, jij bent een van de Bastet jongens? Nog iets interessants gedaan?'
Ik kantel mijn hoofd een beetje. 'Niet echt. Vandaag wat gevechtstraining, hebben we als onze katten leren vechten. En gisteren een van de meiden Egyptische hiërogliefen uitgelegd. Ze kon haar niche niet vinden.'
Terwijl we praten komen de twee langs van Bastet die niet hun katten konden verliezen, achtervolgt door twee van de leeuwen. Via de link tussen mijn lynx en mij geef ik aan dat hij onmiddellijk moet komen. Hij komt langs racen, en in het voorbijgaan spring ik op zijn rug. Een perfecte fusie. Naast me zie ik Hanna ook een worden met haar leeuwin. Boos vraag ik aan de leeuwen wat er aan de hand is. Een van de leeuwen wijst naar de kater. 'Die sukkel spreekt over dingen waar hij niks van af weet! Ik zal hem krijgen!'
Ik blijf rustig. 'Ik zou hem ook graag wat aan doen, maar Bastet zou er pissig om worden. Als je even nadenkt en minder impulsief bent dan voorkom je dat onze bazen elkaar proberen af te maken. Dat is tenminste wat ik me momenteel voorhoudt.'
Hanna vult me aan. 'Je weet wat Sekhmet heeft gezegd. Als we iemand ombrengen vandaag, om welke reden dan ook, dan krijgen we een week lang geen eten.'
De voorste leeuw gromt. Dan springt hij naar de kat. Ik spring ook en ram de leeuw uit zijn koers. Nog voor de leeuw mij kan aanvallen komt Hanna van opzij en helpt me samen overmeesteren we de leeuw. Zijn vriend rent weg. Zodra we de leeuw overmeesterd hebben kalmeert hij. Zodra dat het geval is laten we hem gaan. De leeuw rent weg. Zodra we weer alleen zijn splitsen zowel Hanna als ik weer van onze katten af.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top