Hoofdstuk 2


Martijn

Bastet neemt me mee naar een ander deel van de kattenvlakte. Na een tijdje vertelt Bastet dat ik moet bukken. We wachten een tijdje, voor een zeer zeldzame katachtige langskomt. Een Lynx. Ik stuur een verbaasde blik naar Bastet. Het enige wat zij doet is knikken. Dan spring ik op de lynx af. Precies zoals Bastet vertelde slinger ik mezelf op de rug van de lynx. Dan krijg ik mijn derde black-out in enkele dagen.

Het wakker worden gebeurt volgens mij nu wel snel. Tenminste, als ik wakker wordt zie ik Bastet net opstaan. Ze loopt snel naar me toe. 'Zo, volgens mij is het gelukt. Hoe voel jij je?'

Haar stem klinkt anders, alsof ik haar stem nu hoor zoals het hoort. Ze ziet er ook anders uit, hoewel ik niet kan verklaren hoe. Ik knipper met mijn ogen. 'Wel ok. Ik denk alleen dat die lynx er vandoor is.'

Ineens klinkt een mannelijke stem in mijn hoofd. 'Ik ben hierzo, jochie. Je hebt mijn lichaam overgenomen. Ga me nu niet zwart praten, anders verbreek ik onze bond nu.'

Waar ben je?

'Ik ben in jouw hoofd. Ga je nu alles weer recht zetten?'

Bastet kijkt geamuseerd naar me. 'Wat een verrassing, hè? De lynxen zijn zeer intelligent, en vaak ook solitair. Je hoeft je geen zorgen te maken erover: hij kan de bond niet verbreken. Ik heb namelijk de bond tussen elk van mijn keuzes en hun uitgekozen katten gemaakt. Het werk van een godheid kan alleen door een godheid terug gedraaid worden.'

De lynx spreekt weer. 'Fijn. Het lijkt erop dat we aan elkaar vast zitten. Wil je nu mijn naam weten?'

Graag.

De lynx spreekt zijn naam uit. De naam is niet lang, maar er zitten klinkers in die het alfabet niet kent. Ik zou de naam ook niet uit kunnen spreken buiten mijn geest. Zodra de lynx zichzelf heeft voorgesteld doe ik hetzelfde. De lynx lijkt sceptisch over mij, maar ontspant ook iets. Bastet kijkt dan naar de zon. 'We moeten nu terug naar de transportcirkel, anders wordt het te laat om het te gebruiken.'

Ze rent ervan door. Ik probeer op te staan, maar het lukt me niet. De lynx lacht. 'Je zit niet meer in je tweebenige lichaam. Je moet op alle vier je poten rennen, anders kom je nergens. Laat mij het voordoen.'

Hij doet het voor. Dan laat hij het langzaam overlopen naar mij. In eerste instantie gebruik ik al mijn bewustzijn om de juiste stappen te zetten, maar het gaat steeds onbewuster. Tot ik uiteindelijk ren zonder erop te letten. De wind in mijn vacht voelt heerlijk. Met mijn versterkte gehoor en sterke neus kan ik ook Bastet inhalen. We komen bijna tegelijk aan waar we begonnen waren. De bubbel zweeft vlak voor ons. Een voor een komen de andere ook aan. Net als ik zijn ze volledig kat of katachtig, alleen wel groter dan de soort kat die ze uitgezocht hebben. Een van de meiden heeft een witte tijger uitgezocht. De tweede heeft een Siamees. De laatste meid heeft een panter gekozen. De jongen is precies zoals ik verwacht had, en hij heeft een gewone zwerfkat gekozen. Bastet pakt ons een voor een op met een gemak die me verbaast en plaatst ons in de bubbels. Ze pakt me weer als laatste. Zodra het licht weer verdwijnt sta ik op vier poten in de kamer waar we in de bubbel stapte. Bastet verschijnt ook snel. Zodra Bastet in de kamer is opent ze de deur. Dan gebaart ze naar ons dat we uit de kamer moeten. Zodra we eruit zijn sluit ze de kamer af en loopt ze vooruit. Ik bedenk me dat zij mijn beste kans is, en volg haar. De rest wordt daar onzeker van en volgt mij weer. Bastet loopt terug naar de kamer waar ik de rest voor het eerst zag. Omdat ik niks anders kan doen ga ik liggen onder haar standbeeld. De rest volgt mijn voorbeeld op. We liggen even als Bastet naar ons toe komt. 'Jullie kunnen ook splitsen van jullie katten. Het is slechts een kwestie van het willen.'

Wat bedoelt ze daarmee? Je moet het willen?

De lynx lacht. 'Het betekent, mens, dat door het van binnen te willen, we weer apart kunnen zijn.'

Ik wil mezelf om van de lynx af te splitsen. Ineens sta ik op, en de lynx glijdt van mijn rug af. Ik voel hoe hij moeite doet om zijn klauwen niet uit te slaan. Maar een ding verandert niet. 'Ehm, mevrouw?'

Bastet draait haarzelf om. Ze lijkt licht verrast als ze mij ziet. 'Zo, je hebt het trucje al door. Maar ik ben geen mevrouw. Ik ben gewoon Bastet. Wat is er?'

Haar reactie zorgt ervoor dat ik even onzeker ben. 'Ehm... ik voel nog steeds de lynx. De afsplitsing is niet goed gelukt.'

Ze lacht hartelijk. 'Dat komt omdat je nu een met hem bent. Je zal hem altijd blijven voelen, hoe ver jullie ook uit elkaar zijn. Hij blijft een deel van je.'

'Dat had ik je ook wel kunnen vertellen, sukkel. Had het eerst aan mij gevraagd.'

Even niet, lynx. In werkelijkheid gebruikte ik op dat moment zijn naam, maar buiten mijn geest is er geen manier om die naam te gebruiken. Het meisje van de tijger, die nu heeft gezien hoe het moet, weet ook los te komen. De andere drie lijken het te proberen, maar geen van hun lukt het. Bastet kijkt ons twee even aan. 'Aan de andere kant van het beeld zitten vijf niches. Boven de niches staan de namen van wie de niches zijn. Zoek je eigen op en ga daar slapen. Ik neem deze drie wel mee naar plekken die meer geschikt voor ze zijn.'

Ze loopt weg, en het lijkt alsof de drie zich ongemakkelijk voelen en geen keus hebben om mee te lopen. Ik gebaar met mijn hoofd naar het beeld. We lopen er samen om heen. Ondertussen vraag ik naar haar naam. Ze reageert kortaf. 'Eline.'

Al ik mezelf voorstel maakt ze mijn zin af. Alles wijst erop dat ze geen zin heeft in een gesprek. Aan de andere kant heeft mijn lynx meer succes met haar tijger. De twee zijn speels rond aan het rennen. Als Eline en ik voor de niches staan kijkt ze puzzelend naar de namen boven de niches. De namen staan in gouden hiëroglyfen. Ik ga ervoor staan. 'Kan je dit niet ontcijferen?'

Eline schudt haar hoofd. 'Nee. Ik heb dit nooit geleerd, wat voor schrift dit ook is. Kan jij het wel?'

Ik knik. 'Ik heb jarenlang dit schrift bestudeerd, en zelfs een papieren kopie van de steen van Rosetta bemachtigd. Ik ken dit schrift goed. Het is oud Egyptisch. Daar links staat Marie, daarnaast Marina, jouw niche is in het midden, ik lig ernaast en de jongen, die blijkbaar Mitch heet, ligt aan het uiteinde.'

Eline kijkt verbaasd ernaar. 'Hoe weet je dat? Hoe kan je dat zo snel lezen? En hoe werkt dat schrift?'

Ik ga voor haar niche staan. 'Het schrift is eigenlijk erg simpel. Elk teken staat voor een klank. Een voorbeeld is die leeuw. Die staat, erg gemakkelijk, voor de L. Er is geen teken voor de E, dus eigenlijk staat hier 'Line. De E wordt dus niet geschreven, maar wel uitgesproken. De veer staat voor de I, en die kom, hoewel die normaal gesproken voor n b staat, staat het hier voor de ne. Dus zo herken je jouw naam.'

Ze kijkt me verwonderd aan. Maar ja, ik heb tijdens mijn middelbare school meer tijd met mijn neus in de boeken over het oude Egypte gezeten dan ergens anders, dus valt het wel te verwachten dat ik dit uit mijn hoofd kan. Ik ga in mijn niche zitten. Terwijl ik dat doe komt de lynx aan en springt erbij. 'Ze maakt me bang!'

Dan moet je wat minder vol van jezelf zijn. Of niet anderen boos maken als het niet nodig is.

De tijger van Eline komt nu aanlopen. Eline kriebelt de tijger achter haar oren, en de tijger spint luid. Als de tijger mij ziet loopt ze naar me toe. In eerste instantie voel ik me ongemakkelijk als de tijger haar kop tegen me aandrukt en aan me snuffelt, maar als ze vervolgens haar kop op mijn schoot legt kom ik tot rust. De vacht van de tijger is erg zacht en glad. Het aaien van de tijger voelt erg prettig. Het diepe gespin van de tijger laat mijn hele schoot trillen. Als ik in de ogen van de tijger kijk zie ik de intelligentie. Ze is slimmer dan ze lijkt. Eline komt bij me in de niche zitten, en aait haar tijger over de kop. Mijn lynx komt nu ook erbij, en gaat half op Eline liggen. Eline kijkt verbaasd naar mijn lynx. 'Ik dacht dat lynxen niet zo snel anderen vertrouwen!'

Ik lach zacht. 'Dat komt omdat ik je vertrouw. Hij voelt dat en vertrouwt je daarom ook. Volgens mij geldt hetzelfde ook voor tijgers. Net zoals tijgers door de meeste als dom worden afgeschreven, maar ik wel degelijk zie dat die van jou intelligent is. Ik twijfel er niet over dat, als we dezelfde taal spraken, ik een goed gesprek met haar kon voeren.'

Eline knikt zachtjes. 'Dat is ze zeker. Ze weet zoveel. En toch staat ze open om nieuwe dingen te leren. Ze wil alles leren, alles ervaren. Het was niet zozeer ik die haar uitkoos als zij mij. Ik wist dat de kleine katten niet goed zouden passen bij me, dus ik zocht naar de grotere maten. Ik zag een poema, en wilde net de beweging gaan maken toen ik van achteren werd besprongen door haar. Het was even schrikken, maar achteraf ben ik wel blij dat ze mij heeft gekozen. Ze heeft een prettig karakter.'

Ik lach nu nog harder. 'Het lot heeft een hard gevoel voor humor. Bastet dacht dat ze de perfecte kat voor mij gevonden had, en bracht me naar hem toe. En ik heb nu spijt dat ik naar haar luisterde. Zijn karakter is nogal rot. Hij is enorm vol van zichzelf, hij beledigt me als hij de kans heeft en is over het algemeen een brok ellende.'

'Hé! Zo spreek ik ook niet over jou!'

Het is toch waar? Of ben ik nu gek?

'Grr. Ik krijg je nog wel.'

Eline lacht erom. Haar tijger doet ook iets wat op lachen lijkt. Mijn lynx lijkt even sacherijnig, maar ontspant dan ook.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top