Het laatste wezentje
Wat niemand wist, was dat er nog een laatste wezentje was in de kruik. Een laatste dochter van Nyx, een die niet zo gemeen was en een die niet zo lelijk was als de rest. Ze heette Elpis.
Eerst was ze een klein bromvliegje dat werd gepest door haar oudere broers en zussen die vele malen gemener waren dan zij. Ook in de kruik hield dit gedrag aan, want zodra het licht de pithos in stroomde, duwden al de oudere kinderen haar naar beneden om er als eerste uit te raken. Toen ze achter bleef en niemand haar zocht in de komende dagen, begon ze zich eerst druk te maken om die verschrikkelijke broeders en zusters die ze had, want hoe durfden ze haar daar zomaar alleen achter te laten?! Maar ook deze tijd ging voorbij en Elpis werd moe van het vele denken en boos worden, ze wilde iets meer betekenen, iets zijn. Haar familie was ook iets, maar misschien wilde ze wel iets anders worden dan zij. Ze besloot het uiterste te doen van wat haar familie haar altijd had verboden, ze zou hopen en proberen het goede in de situaties te zien.
Allereerst doorzocht ze de kruik; waren er misschien kleine barstjes of spleetjes waar ze door zou kunnen of misschien wel een dunne plek in de pot die ze open zou kunnen breken? Haar hoop was tevergeefs, na een tijd kende ze elke welving en volmaaktheid van de pithos, de conclusie was overduidelijk; hier zou ze niet uit kunnen raken. Maar desondanks had ze nog steeds hoop en bleef ze zoeken.
Met de verandering van haar aard -slecht naar goed-, veranderde ook haar uiterlijk. Zo lelijk en gemeen ze er vroeger uitzag, tweemaal zo mooi en goed was ze nu. Elpis was nu echt Elpis, ze had hoop en was hoop. Geen moment nog in haar opgesloten leventje wanhoopte ze nog en geen moment koesterde ze nog wrok of haat jegens haar bevrijdde broers en zussen.
Maar wat ze niet wist, was dat Pandora de kruik begraven had in de tuin waar ze het verderf had losgelaten. De vrouw kon de aanblik van de pithos niet verdragen, de spot en de haat van mensen waren reeds genoeg; ze wilde ook niet in haar eigen huis herinnerd worden aan haar onverantwoorde, nieuwsgierige keuze.
Elpis verbleef vele jaren onder de grond, in de kruik en boven haar ging het leven door. Pandora had het juk van spijt afgeworpen en de roddels en sneren namen met het verloop van de tijd af. Ondertussen hadden de eerste vrouwelijke stervelinge en Epimetheus samen drie kinderen gekregen; Prophasis, de godin van uitvluchten, Metameleia was de godin van berouw en Pyrrha die later de zondvloed meemaakte met haar man Deukalion.
Na de jaren van wanhoop en de jaren van hoop, hoorde Elpis gerommel bij de kruik. Ze voelde dat de pithos bewoog en dat iemand eraan zat. Toen ze een streepje licht zag, werd de hoop in haar groter dan zij zelf en uit haar zijn ontstonden er meer wezens van hoop. Ze vlogen uit de kruik die door een onwetend kind was geopend. Het kind keek naar boven en verbaasde zich over al de mooie kleuren die hij zag. Elpis' wezens vlogen vrij en gelukkig de wereld in.
Overal waar zij kwam, verscheen er een glimlach op de gezichten van de mensen en hoopten zij op geluk, voorspoed en gezondheid. Elpis gaf na jarenlange gevangenschap in de kruik het mooiste cadeau aan de mens wat zij kon geven; hoop. Ondertussen keek Zeus van bovenaf naar beneden en knikte naar Elpis. De Olympos daverde door dit gebaar en de Hoop vervolgde haar weg.
-- 610 woorden
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top