6. Het diner

Louise

Het is duidelijk alweer veel te lang geleden dat Nora seks heeft gehad. Ze gaat maar door over die arme man in de hoek. Ik heb op haar verzoek één keer gekeken en snap wel wat ze bedoelt. De man zit daar alleen, maar hij straalt macht uit, zonder maar een vinger te hoeven bewegen. Zijn bruine haar krult langs zijn ontzettend knappe en zeer mannelijke gezicht. Ik geef toe dat de adem me even in de keel stokte. Ik denk niet dat ik ooit zo'n prachtexemplaar heb gezien. Gelukkig maakt Nora het me makkelijk door maar door te zagen over zijn perfecte uiterlijke eigenschappen die ik momenteel beter ken dan mijn eigen gezicht.

Jasmine zegt op een gegeven moment: "Nora, ruil anders met mij of Loes. Ik kan het eerlijk gezegd niet meer aanhoren. Ik heb je nog nooit zo enthousiast gehoord over een man. Doe er wat aan of houd erover op."

Ik knik, ben het met haar eens. Vanavond gaat ze wel erg ver.

Het uitzicht is haar blijkbaar te lief, het gaat niet van harte, maar ze stopt met zijn uiterlijk bejubelen. In plaats daarvan opent ze de aanval op mij.
Dat had ook weer niet gehoeven.

"Maar Louise, zeg nou eens eerlijk. Waarom ben je niet geïnteresseerd. Hij is een levende natte droom."

Ik krimp een beetje in elkaar door haar taalgebruik. Zacht mopper ik: "Stil nou, straks hoort hij je."
Ik ben me ervan bewust dat ik rijkelijk laat ben met die opmerking.

Zonder met haar ogen te knipperen reageert ze al: "Daarvoor zit hij te ver weg. Nou?"

Ik besef dat ik er niet zo makkelijk af kom. Zuchtend bijt ik door de zure appel.

"Het is niet per se hij, het is gewoon de man in zijn algemeenheid. Ik heb helemaal geen zin om mijn vrijheid op te geven zodat één of andere macho over mijn leven kan beslissen."

"Wo-ho, nu denk je wel heel erg middeleeuws. Zo erg is het tegenwoordig niet meer. Steekt je feminisme weer op?"

Ik grom slechts, ik heb geen zin om hier op te antwoorden. Hulpzoekend kijk ik Jasmine aan, maar die lijkt een front te hebben gevormd met Nora.

"Het is best leuk om je leven te delen met de juiste man. Jullie vullen elkaar dan aan. Lieverd, je lijkt me zo eenzaam de laatste tijd. Het is niet voor niks dat wij deze vakantie hebben georganiseerd. Het is goed als je wat meer van de wereld - van de mensen - ziet. Even experimenteren kan geen kwaad."

"Jij hebt makkelijk praten, jij en Nick zijn een match zoals ik nog nooit heb gezien. Nee hoor, mij niet gezien."

Ik kap het gesprek af door mijn mondhoeken te deppen met het servet en op te staan: "Ik ga even naar het toilet. Zullen we het over iets anders hebben als ik weer terug ben?"

Ondeugend zegt Nora: "Voor de toiletten moet je wel langs de mooie meneer. Laat je even weten of hij van dichtbij net zo knap is als van deze afstand?"

Ik rol met mijn ogen, maar trek wel mijn rode jurkje wat meer omlaag, gewoon voor de zekerheid. Ik wankel kort op de onbekende hoogte die mijn hakken veroorzaken, maar weet daarna redelijk elegant mijn weg te vinden.
Achter mij komt er een nieuwe groep mensen het restaurant binnen en beroerd daarmee de lucht.

Ik vang kort de blik van Nora's doelwit op en zie een abrupte verandering. Aarzelend zet ik mijn volgende stap een fractie van een seconde te laat neer, waarna ik mijn weg vervolg. Het leek wel alsof zijn ogen rood werden, zelfs vervormden. Een kort moment zag hij er dierlijk uit en ik kan een rilling van onbehagen niet onderdrukken. Het was uiteraard zinsbegoocheling, maar het voorspelt niks goeds.

Ik hoefde natuurlijk helemaal niet te plassen, dus ik dood de tijd met staren naar mezelf in de spiegel. Als ik ergens blij mee ben, zijn het wel mijn ogen. Jasmine heeft ooit een keer gezegd dat als de aardbol razendsnel om zijn as draait er een bepaalde mix tussen groen en blauw ontstaat. De spikkeltjes in die twee kleuren die her en der in mijn iris te zien zijn, tussen de mix door, duidt daar wel op en ik ben tevreden met die verklaring.
Uiteraard zeg ik gewoon 'groenblauw' als iemand ernaar vraagt.

Ik was mijn handen voor de vorm en besef opeens dat ik aan het uitstellen ben. Ik zal weer langs de 'mooie meneer' moeten, zoals Nora zo gekscherend zei en eigenlijk ben ik bang voor diens vreemde reactie.
Al weet ik diep in mijn wezen dat het eigenlijk mijn eigen reactie is die mij angst aanjaagt. Dat laatste verklaart ook mijn teleurgestelde gevoel als ik naar zijn zitplaats spiek en hem niet zie zitten. Hij is weg en ik verwacht hem niet meer te zien.

Dat is althans, als ik naar mijn eigen plek loop en hem prinsheerlijk bij ons aan tafel zie zitten. In gesprek met mijn vriendinnen en flirtend met Nora.
Mijn hart roffelt in mijn borst.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top