4. De vakantie

Louise

Zelfs Nora heeft een ondertussen gezond kleurtje op haar lichaam weten te toveren toen ze eenmaal door het eerste beginnetje heen was, Jasmine is simpelweg nog een tint (of drie) donkerder geworden en dus steek ik gigantisch bij ze af met mijn bleke ledematen. De factor 50 die ik constant blijf smeren heeft daar zeker mee te maken, maar als de andere twee lekker op het strand liggen, start ik mijn laptop op in de eetzaal van de slaapgelegenheid waar we op dat moment bivakkeren en ga ik aan de slag.
Dat, of ik zorg dat ik wat te lezen heb onder een parasol. Zon en ik gaan nou eenmaal niet goed samen en toen mijn vriendinnen doorhadden dat ik er echt lichamelijk last van had, stonden ze me goedgunstig toe om dan maar mijn eigen ding te doen. Waar mijn lichte zonneallergie al niet goed voor is.

We houden ons - als het kan - trouw aan de afgesproken volgorde, waardoor we na een dagje zon, de stad opzoeken. Net zoals ik problemen heb met de zon, hebben de andere twee dat met mijn meest gevaarlijke activiteiten, waardoor 'mijn' dag meestal doorgebracht wordt in de natuur, waarbij we veel wandelen, kanoën en fietsen. Ook daar word trouwens ik geen spat bruiner van. Wel fitter.

Natuurlijk zorgt de ligging van de woonplaatsen en stukjes natuur ervoor dat we af en toe ons schema om moeten gooien, maar we zijn flexibel en we zijn tevreden.

"Nou dames, dit lijkt me echt een plekje om wat langer door te brengen," wijst Jasmine. "De stad is perfect geschikt voor Noor, ik zie een gigantisch bos waar jij je hart in op kan halen, Louise, en ik heb het idee dat het weerbericht stabiel blijft, waardoor ik mijn uurtjes zon zal kunnen halen. Wat zeggen jullie ervan?"

"Welkom in Blue Haven," leest Nora op het bordje langs de weg, terwijl ze er speciaal wat voor afremt. "Is dit een havenstad?"

Fronsend kijken we om ons heen, maar zien alleen maar de uitlopers van het bos dat uitmondt in het Woud en een gezellig drukbevolkt stadje. Nergens water, boten en - erg belangrijk - een strand te vinden. Jammer, want een dagje óp het water, staat nog op onze todo-list. Maar de trip is nog lang niet ten einde, dus we hebben er alle vertrouwen in dat dat binnenkort gaat gebeuren.

Nora parkeert de auto aan de rand van de stad, zodat we wat rond kunnen lopen om een perfect plekje voor de nacht te vinden. Uiteindelijk kom ik, met mijn volle rugzak op mijn rug, na een kwartiertje lopen de hoofdstraat op, me vergapend aan de prachtige authentieke huizen en omgeving. Smalle steegjes hebben van die ouderwetse kinderkopjes en hoewel de rest er moderner uitziet, merk je dat deze mensen de nostalgische sfeer proberen te behouden. Elk huis is verschillend en leunt her en der wat schots en scheef op elkaar.

Ik voel me er gelijk welkom en zeg enthousiast over mijn schouder: "Eens, Jasmine. Het lijkt me een goed idee dat we hier wat langer blijven. Ik heb hier een goed gevoel over."

Jasmine kreunt alleen maar en ik kijk verbaasd achterom, om direct daarop een alwetende glimlach op mijn gezicht te toveren. Ik had net wel door dat ze wel erg veel mee sjouwden, maar dat begint nu duidelijk zijn tol te eisen.  Beide reisgenoten dragen tassen op hun rug, aan hun arm en over hun schouder.

"Moest werkelijk alles mee? We konden toch ook wel wat in de auto laten?"

"We zijn nu twee weken onderweg, ken je ons nou nog niet? We hebben makkelijke kleren nodig om in te shoppen, andere kleding om in te zonnen en het belangrijkste, kleding voor vanavond. Plus de rest, voor de nacht enzo."

Ik moet lachen, de kleding voor vanavond zal het minste beslag innemen. De make-up en andere attributen die nodig zijn voor een avondje stappen, dát zijn de belachelijke zaken. Zeker gezien het feit dat ze allebei zo mooi zijn. Elke keer als ik naar ze kijk, krijg ik een minderwaardigheidscomplex.

"Loes, wat heb jij mee voor vanavond?"

Ergens twijfel ik of het wordt gepikt als ik zeg dat ik een pyjama mee heb. Braaf reageer ik: "Dat ene rode jurkje en die pumps die ik in het vorige stadje heb gekocht."

De respectieve schoenen zijn torenhoge nudekleurige pumps met een naaldhak zo dun, dat ik bang ben ze te breken. Ik kan er wel op lopen, maar het zou nooit mijn eigen keuze geweest zijn om ze ook daadwerkelijk aan te schaffen.
Ze zijn stil, wat waarschijnlijk betekent dat het is goedgekeurd. Gelukkig maar. Ik ben best wel gaar van de autorit en zie het echt niet zitten om in deze moordende hitte te gaan shoppen.

Bijna tegelijk zien we ons slaapplekje voor de nacht. Als er plek is, tenminste. Het hotel heeft een restaurant die er ontzettend gezellig uit ziet, met zichtbaar door de openstaande deuren, een houten, ouderwets ogende, toog, bijpassende barkrukken en her en der nisjes waar je heerlijk in kan zitten om te kijken en bekeken te worden. Perfect dus. Het terras is vrij vol, maar ziet eruit alsof het lokalen zijn, waardoor wij ons daar prima bij kunnen voegen en plek hebben om te overnachten in de kamers op de eerste verdieping, zo het bord bij de ingang aangeeft.

Nora, de daadkrachtige van ons drieën, stapt al naar binnen, ons daarmee geen keuze latend. Met een klein glimlachje begroet ik de dagjesmensen en volg al slalommend de andere twee.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top