34. Het ontbijt

Louise

Met een rammelende maag en een droge mond word ik uitgerust wakker. Ik merk op dat ik in een zacht bed lig en, aan de zware arm om mij heen te voelen, bevind ik me daar niet alleen.
Als ik mezelf onhandig om heb weten te draaien, zie ik Gerard liggen. Een ochtendzonnetje schijnt precies door een kiertje in het gordijn op zijn gezicht. De grijns daarop spreekt boekdelen: de man ziet er in-tevreden uit, hoewel hij nog steeds diep in slaap is.

Zachtjes worstel ik me onder zijn arm vandaan en uit het bed. Het is een intens genot om weer gebruik te mogen maken van een badkamer en al zijn geneugten. Ik zie mijn bekende toilettasje staan, maar ook een nieuwe tandenborstel en ander toiletgerei, waardoor ik niet lang nadenk en diverse attributen vervang. Hoe meer ik de afgelopen dagen uit mijn geheugen kan wissen, hoe beter.
Er hangt zelfs nieuwe kleding en tot mijn grote opluchting is mijn rode jurkje in geen velden of wegen te bekennen. Wat mij betreft mag die verbrand worden.

Als ik weer in de slaapkamer ben gekomen, zie ik dat Gerard nog steeds in dromenland is en ik besluit om het hotel op eigen houtje te verkennen.
Nadat ik de trap af loop, kom ik in een ruime eetzaal terecht, die ik herken van gisteren.

"Goedemorgen Louise, hoe gaat het met je?"

Ik kijk naar het geluid van de stem en zie daar Jocelyn zitten, alleen aan een tafeltje in de hoek, waar ze de hele zaal in kan kijken. Haar haren tot kinlengte zitten perfect en haar donkerbruine ogen kijken helder de wereld in. Zij bekijkt me keurend en ik bekijk mezelf ook van de weeromstuit.

"Goedemorgen Jocelyn," reageer ik. "Bedankt voor de kleding en de rest."

"Dat is natuurlijk heel graag gedaan. Kom je bij me zitten?"

Ik neem het aanbod graag aan en Jocelyn besteld een ontbijt voor mij bij een gezellige jongeman van ongeveer mijn eigen leeftijd. Hij bekijkt me keurend en ik kijk een beetje wantrouwend terug.

"Mees, dit is Louise. Zij hoort bij Gerard," zegt Jocelyn, een vage glimlach om haar lippen. Ik zie hoe Mees teleurgesteld kijkt en werp een vragende blik op Jocelyn als hij eenmaal in de keuken is verdwenen.

"Hij heeft zijn zielsverwant nog niet gevonden, maar heeft onverbeterlijke hoop bij elke knappe vrouw die hij ziet. Bovendien ben jij een mens, waardoor je in White Star extra interessant bent," verklaart ze en ik knik wat ontwijkend. Het zal wel. Op dit moment ligt mijn prioriteit eerder bij het heerlijke eten dat deze man in weinig tijd op tafel weet te toveren, dan bij hemzelf.

Enthousiast val ik dan ook aan, geamuseerd gadegeslagen door Jocelyn en enkele andere gasten die langzaam binnen komen druppelen. Ze laten me echter allemaal met rust, waardoor ik me door een heerlijk broodje omelet weet te werken, nagespoeld met zwarte koffie. Ik knap zienderogen op.

Jocelyn zegt kalm: "We hebben Loran en Harold gestraft voor hun daden. Ze zitten nu opgesloten in onze gevangenis, maar zullen binnen enkele dagen naar de Red Sky-roedel worden gebracht. Die ligt in het gebergte die De Hanekam wordt genoemd. Jaren geleden heeft de moeder van Gerard daar een kopermijn geëxploiteerd, waar nog steeds rijke aders worden blootgelegd."

Ik zet grote ogen op. Hoewel Gerard me al veel heeft verteld over de weerwolfwereld, is dit toch onbekend voor mij en ik besef dat ik nog veel te leren heb. Met mijn handen om een verse kop koffie gevouwen, vraag ik met een hoofdbeweging of ze verder wil praten.

"Die roedel heeft wat problemen ondervonden in het verleden, maar loopt nu goed. Echter, wat verse aanwas is altijd goed. Zo geraken wij van onze gevangenen af en hebben zij meer mankracht. Een win-winsituatie."

Ik knik peinzend. Dit lijkt mij een prima oplossing. "Hoe zit het met Olaf?"

"Olaf is mijn oudere halfbroer. Loran heeft nooit geweten dat hij een zoon heeft gekregen, aangezien hij zijn vriendinnetje destijds zonder meer in de steek liet omdat hij mijn moeder, zijn zielsverwant, tegenkwam."

Ik proef de bitterheid in haar stem, maar ik zie ook hoe blij ze is dat er nog iets positiefs uit dit hele verhaal gekomen is, en dat ben ik met haar eens.

"Aangezien de roedel van Loran nu zonder Alfa is, zal Olaf het daar overnemen. Sander en ik zullen hem vergezellen, over De Hanekam heen."

"Dat is gevaarlijk, toch?" zeg ik twijfelend, opeens niet zeker wetend of ik dit wel goed onthouden heb.

"Ja, dat klopt. Maar ik heb dat al eerder gedaan en toen had ik hulp. Ook nu zal het helemaal goed komen."

"En jouw moeder?" vraag ik aarzelend.

"Die is overleden toen ik bijna zestien jaar was." Uit alles blijkt dat ze het daar niet verder over wil hebben en ik knik, terwijl ik nog een slok van de koffie neem.

"Goed, jij en Gerard gaan naar Moonlight als jij zover bent, waar jouw vriendinnen wachten. Je mag met hem overleggen hoe je dat aan gaat pakken." Ze kijkt me medelevend aan, waardoor ik begrijp dat ze volledig op de hoogte is.

Ze knikt naar de deur, waarachter de hotelkamers liggen, en waar Gerard net zijn hoofd om de deurpost steekt.
Alsof het zo moest zijn, komt ook Sander binnen via de reguliere ingang vanaf de receptie en algauw hebben beide mannen ons gevonden in het steeds drukker wordende etablissement, waarna ze ons komen vergezellen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top