29. De anderen

Gerard

De onwetendheid van onze ontvoerders wat dit Woud betreft, is mooi meegenomen. Louise weet ook van niks. Dat is aan de ene kant goed: dan kan ze niets ongewild vrijgeven. Maar aan de andere kant moet ze ook geen moed verliezen en ik merk dat dat laatste wel het geval is.

Ik heb nog nooit zo intensief zo veel tijd met een mens doorgebracht en ik heb het idee dat die soort veel minder aankan dan wij, weerwolven. Misschien speelt onze gewenning aan de natuur voor een groot deel mee, ik zie haar namelijk struikelen over onzichtbare takken en onhandig bomen omzeilen, wat puur te maken heeft met haar diepe vermoeidheid.

En nu laat ik haar ook nog achter met de ergste van alle weerwolven. Voor zover ik ze ken, natuurlijk. Maar ik mag in mijn wolf en o wat verlang ik daarnaar. De ontlading is gigantisch en ik begin er bijna van te janken. Hoewel er - volgens de vijand - niemand in de buurt is, kapt Olaf me toch af.
Gelukkig hebben weerwolven ook andere communicatiemiddelen tot hun beschikking.

Als Alfa kan ik een link leggen met een andere Alfa, mits diegene in zijn wolf is. Andere wolven van diens roedel kan ik niet peilen, wat natuurlijk een goede zaak is. Eenzame wolven zijn daardoor schaars. Zonder een roedel waar ze zich onder kunnen scharen, kan je als weerwolf helemaal verwilderen met alle gevolgen van dien. Een dergelijke rogue is daarom praktisch altijd gevaarlijk.
Mijn moeder heeft daar enkele jaren geleden een ietwat schimmige oplossing voor gevonden: alle loslopende weerwolven heeft ze weten te hypnotiseren met haar speciale krachten en ze heeft ze voor zich laten werken in een kopermijn.

Ze is er gigantisch rijk mee geworden en heeft daar onder andere een compleet nieuwe nederzetting mee gesticht waar mijn halfzus is opgegroeid.

De nederzetting: 'White Star', is hier nog geen kilometer vandaan en dat is geen toeval natuurlijk.
Hier hoop ik hulp te vinden en nu ik in mijn wolf ben, is de kans op een bevrijding nog ietsje groter geworden.
Alleen Louise moest ik in het ongewisse laten en ik voel de steek van verdriet als ik aan haar denk. Mijn prachtige meisje is helemaal op. Deze kennismaking tussen ons, is niet geheel gelopen hoe ik het voor me zag. Wij hebben haar ontvoering nooit uitgepraat, om maar ergens te beginnen. De onweersbui heeft toen voor een onverwachte samenkomst gezorgd en daardoor zijn we wel heel snel nader tot elkaar gekomen. Een goed begin. Maar Loran heeft behoorlijk roet in het eten gegooid.

Mijn schuldgevoel voert constant de boventoon als ik naar haar kijk. Hierdoor heb ik minder last van mijn eigen problemen, mijn verschrikkelijke woede jegens Loran, bijvoorbeeld.
Om haar houd ik me in, om haar zorg ik ervoor dat ik me als een modelgevangene gedraag. De dreiging die Loran uitstraalt, geloof ik zonder meer. Als ik me misdraag, moet zíj dat bekopen.

"Sander!"

De naam in mijn hoofd klinkt ijl, alsof er geen ontvanger voor mijn oproep is. Naast mij reageert Olaf een beetje en ik schrik: ook hij is natuurlijk een Alfa. Maar als hij mijn roep hoort, laat hij dat niet merken.
Met de moed der wanhoop blijf ik roepen, onderwijl maak ik subtiel een omweg zodat we niet opeens in de leefomgeving van White Star terechtkomen en ze verrassen. Het is de bedoeling dat Loran wordt verrast, niet dat hij een plan van aanpak kan bedenken, zoals hij straks bij Blue Water ongetwijfeld ook iets heeft bedacht.

"Sander! Reageer alsjeblieft. Ik heb je hulp nodig."

Mijn innerlijke stem klinkt smekend in de allesoverheersende leegte. Er is geen wolf van mijn eigen roedel die ik zou kunnen bereiken, net zoals Blue Water te ver is. Al mijn hoop ligt bij Sander.

"Gerard, wat is er aan de hand?"

De stem is er opeens. Vertrouwd en o zo welkom. Ik begin bijna weer te janken, maar houd me in. Olaf draaft naast me en is zich van geen kwaad bewust.

"Sander! Ik ben in de buurt, terwijl mijn zielsverwant gevangen wordt gehouden door Alfa Loran van de Tamarisk roedel. Ik kan je hulp wel gebruiken nu."

"Wat? Heb jij een zielsverwant?"

Ik grom gefrustreerd. Ja, dat is nieuws, maar niet het belangrijkste nu. Olaf kijkt me aan en ik merk aan hem dat hij iets doorkrijgt.
Ik maak een abrupt besluit.

"Daar hebben we het nog wel over. Wat nu belangrijk is, waar ben jij en heb je de mogelijkheid om mij en Louise te redden?"

"Wacht eens even, is je zielsverwant hier ook in de buurt? Van welke roedel komt ze?"

Ik blaf kort en scherp, het klinkt door in mijn interne link. "Focus!"

"Ja ja, je hebt gelijk. Sorry. Zei je nou Loran? De vader van Jocelyn?"

Ik kreun hard en dit keer stopt Olaf met rennen en kijkt me onderzoekend aan. Ik gedraag me vreemd.
Omdat wij geen link hebben, kan ik hem niks vragen, maar mijn ogen schreeuwen het hem toe. Is Jocelyn zijn zus? Wat is hier aan de hand?

"Heeft zij een broer?"

Wacht, nu dwaal ik zelf ook af. Hier kunnen we het later over hebben. Ik schrijf de laatste gedachte gelijk over door verder te gaan: "Waar ben je Sander? We hebben je nodig!"

Ik krijg een link binnen van een beeld. Hij is buiten, in het bos. Wat wel logisch is, waarschijnlijk is er een 'geen wolf-beleid' in White Star, zoals ook in Moonlight het geval is.
Maar ik zie zijn omgeving en ik zie de poten van meerdere weerwolven. Hij is niet alleen en hij is in de buurt.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top