25. De gedachte
Gerard
Deze man heeft er een gezworen vijand bij. Ik moet niks laten merken, want dan vermoord hij me: zoveel is me ondertussen wel duidelijk. Ik probeer de woede zo goed als mogelijk in te dammen, maar dat is lastig als je ziet hoe hij Louise behandeld. In ieder geval zijn zoon heeft nog wat fatsoen in zijn lijf, wat me nieuwsgierig maakt naar zijn moeder. Wat zal zij allemaal te verduren hebben in haar leven, met een levenspartner als Loran?
Ik verplaats mijn gedachten bewust naar de losse opmerking die Olaf gemaakt heeft. Ze zijn op zoek naar een vrouw, hij had het over een 'zij'. Over wie gaat het, zijn moeder of misschien wel een zus? Of denk ik verkeerd en gaat het om heel iemand anders.
Toch denk ik dat het om een familielid gaat. 'Zíj kan de roedel helpen'. Heeft Loran er zo'n potje van gemaakt? Ik snap het niet en breek mijn hoofd erover.
Ken ik iemand van de andere kant? Niet echt, de bergen doen hun werk uitzonderlijk goed: er steekt bijna nooit iemand over. Tenminste, niet iemand die het overleeft. Wat dat betreft heeft het zeker een voordeel om in een wolf te kunnen veranderen. Maar ook die zal te maken hebben met de natuurlijke omstandigheden en tegenslagen aldaar.
Plotseling bedenk ik me dat ik wél iemand ken van de andere kant. Jocelyn. Zij heeft bij hun kennismaking haar levenspartner Sander gek weten te maken, onder andere door ervandoor te gaan, waardoor onze vriendschap ook in is gezakt. Sinds ze het goed hebben gemaakt, is ook hij weer terug van weggeweest.
Hij is - zoals blijkbaar ook bekend bij onze tegenstanders - de rechterhand van weerwolfprins Vince en woont - in ieder geval tot voor kort - daardoor aan de andere kant van het Duistere Woud en waar wij nu naar op weg zijn. Ik ben steeds meer content met mijn leugen en vraag me alleen af of Louise dat wel mee heeft gekregen. Ik heb haar natuurlijk over Moonlight verteld en waar dat is. Tot nu heeft ze ons nog niet - onwetend - verraden, maar ik moet haar toch laten weten wat mijn nieuwe rol is.
Het is goed dat we naar Blue Water gaan in plaats van naar mijn eigen kleinere roedel. Ik kan daar eerder hulp verwachten dan in Moonlight en bovendien kan Jocelyn mij dan misschien antwoorden verschaffen.
Terwijl ik verder peins, komen de andere twee terug met buit en algauw kunnen we genieten van een heerlijke maaltijd. Louise wordt vastgehouden op de ene kant van de plek, terwijl ik mijn plaatsje aan de andere kant niet mag verlaten. We worden momenteel niet vastgebonden, maar het is zeker effectief.
Het scheelt in ieder geval dat er voldoende voedsel is en wij niet gekort worden. Ik moet gezond en sterk blijven voor onze onzekere toekomst.
Waarom heb ik Loran niet de kop afgebeten op het moment dat ik hem de open plek op zag lopen, vanochtend?
*
De nacht is net zo ongemakkelijk als de tocht van gisteren. Met een treurig gevoel denk ik aan de nacht daarvoor. Louise begon me net te vertrouwen en ze stond zeker open voor onderhandelingen. Ze gedraagt zich nu fantastisch, maar ik ben ervan overtuigd dat dit funest is voor onze prille relatie. De pijnscheut is onvermijdelijk. Heb ik mijn zielsverwant gevonden - en duidelijk is wel dat ik niet nog een kans krijg - en dan wordt ze me op deze manier afgenomen. Het leven is zo wreed.
Ook Loran is kwaadaardig. Sadistisch heeft hij duidelijk gemaakt dat ik mag gaan en staan waar ik wil - zolang ik maar in het oog kan worden gehouden en niemand zal waarschuwen, maar Louise wordt vastgebonden, terwijl hij tot overmaat van ramp ook vlak bij haar ligt terwijl zij woelt en probeert te slapen. Ik hoor haar hart bonzen en voel de angst van haar af stralen. Ik kan de dappere glimlach heel goed voor de geest halen die zij me toewierp voor ze ging liggen. Weet zij wel dat ik heel goed door heb hoe zij de schijn ophoudt? Ik - en de rest.
Olaf is er gevoelig voor, merk ik. Hij behandeld haar zachtzinnig en vriendelijk. Harold heeft gelukkig niet veel met haar bewaking te maken, anders zal hij haar ongetwijfeld net zo behandelen als Loran doet.
De haat voor de man pulseert in mijn binnenste. Binnenkort zal het eruit knallen en dan zal ik verantwoordelijk zijn voor wat Louise overkomt.
Ik adem steeds dieper in, totdat het een soort snuiven wordt.
Olaf zegt dringend: "Kom mee, wij gaan even rennen."
Ik loop niet vaak hard in mijn menselijke gedaante, maar het is een uitkomst nu mijn wolf mij verboden is. Al snel hoor ik slechts zijn voetstappen naast mij in een gelijkmatig ritme en het gesuis van de wind langs mijn oren. Mijn hart klopt steeds rustiger.
Het is diep in de nacht en geen vogel is wakker of durft geluid te maken met twee weerwolven in de buurt. Slechts de oehoe van een uil is in de verte te horen, die leeft juist op. Bang voor ons hoeft hij niet te zijn: tot op heden hebben weerwolven geen vleugels kunnen kweken.
"Hoe komt het dat je wolf zo groot is, als je geen Alfa bent?"
Olaf is slim. Ik durf te wedden dat het Loran niet op is gevallen.
"Ik bén een Alfa," reageer ik waarheidsgetrouw. Mijn verhaal wat dat betreft heb ik gelukkig paraat.
"Ik woon in de roedel met een koninklijke familie aan het hoofd," leg ik dan uit. "Zij regeren over heel Mångata en weten daardoor de vrede te bewaren in het land - anders dan bij jullie kant, zoals je wel weet. De Blue Water roedel is ook een stuk groter dan gemiddeld, maar doordat Alfa Vince zijn aandacht moet verdelen, is het eigenlijk Sander die, als tweede man, voor het welzijn van Blue Water zorgt."
Wat ik net allemaal verkondigde, is de waarheid, of dat was het toch. Zaken zijn inmiddels veranderd en dat brengt mij op een nieuwe gedachte. Voordat ik die onder de loep breng, moet ik eerst Olaf geruststellen.
Ik begin te fantaseren: "Hoewel hij in rang hoger staat dan ik, regeren wij samen over Blue Water, terwijl Vince het overkoepelende gedeelte doet."
Olaf lijkt het te slikken en daar ben ik blij mee.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top