1. De belofte
Gerard
"Lieve Gerard, besef alsjeblieft dat het níet goed met je gaat. Je zegt dat de tijd wonden heelt, maar dat wil niet zeggen dat er al voldoende tijd overheen is gegaan."
Ik zucht diep en haal mijn hand door mijn veel te lange haar. Met de andere knijp ik zo hard in de telefoon aan mijn oor, dat ik blij mag zijn dat hij heel blijft.
Terwijl ik mijn zus - technisch: halfzus - probeer te onderbreken, voel ik hoe ik grimmig lach, zonder ook maar een greintje humor.
"Ik heb met je vader gesproken."
Voor het eerst hoor ik hoe ze even aarzelt. Ik probeer haar te onderbreken, maar kom niet verder dan een: "Rosa-..."
"Wij hebben het beste met je voor. Het is tijd dat je Moonlight verlaat en actief op zoek gaat naar je zielsverwant."
De pijn is plotseling en rauw. Waar ik dacht dat ze het nog had over het verlies van mijn - onze - moeder, is zij al een stapje verder en benoemt mijn andere kwelpunt alsof het niets is. Onwillekeurig krimp ik even in elkaar en grom kort daarop nietszeggend. Nu heb ik geen woorden meer om haar te onderbreken.
Haar stem klinkt zacht en hartverscheurend lief, als ze verdergaat: "Wat mam bezielde, zullen we nooit helemaal weten. Er zat duidelijk een steekje los, geef alsjeblieft jezelf niet de schuld van wat er is gebeurd."
Gepijnigd weet ik er eindelijk mijn grootste angst uit te gooien. Rosalinde is misschien wel een flapuit, maar ik weet dat ze dit donkere geheim voor zich zal houden. Zelfs haar Max zal hier nooit van weten.
"Ik heb geen zielsverwant en dat ligt simpelweg aan het feit dat ook zíj niet van me kon houden."
Nu ik de woorden uit heb gesproken (ik kon me er niet toe zetten om haar 'moeder' te noemen), kan ik ze niet meer terugnemen en ik wacht in angstige spanning af wat Rosa hiervan zal zeggen. Wat haar woorden zullen zijn om mij te overtuigen van het tegendeel. Wat ik niet verwachtte is haar lach. Haar prachtige en zorgeloze lach.
"Dat meen je toch zeker niet? Sorry dat ik hier om moet lachen," hiermee interpreteert ze mijn doodse stilzwijgen correct, "maar besta ík soms niet? Wat denk je dat ik voor je voel? En je vader? Max?"
Voordat ze nog meer namen op me af kan vuren zeg ik - onwillekeurig lachend, dit keer met een vonk van humor en ook toegeeflijk: "Ja ja, ik snap je punt. Goed, ik zal op reis gaan. Hoe lang wil je me uit Moonlight hebben?"
Nu ze me heeft waar ze me hebben wil, zegt ze vrolijk: "Nou ja, totdat je de liefde van je leven gevonden hebt, die tussen haakjes zeker weten bestaat. Maar voor de eerste keer zal ik genoegen nemen met een half jaar."
Voordat ik kan protesteren (ik bedoel: wat bedoelt ze met 'de eerste keer'? En hoezo, een half jaar?), raffelt ze het telefoongesprek af en eindigt met een sprankelend: "Doe de groeten aan Gerard senior. Zeg hem dat we snel weer eens langs komen."
Ik gooi de telefoon op het bed en plof er zelf naast. Met mijn handen achter mijn hoofd gevouwen kijk ik lui om me heen naar de luxe die mijn suite uitstraalt. Mijn vader heeft enkele jaren geleden afstand gedaan van de heerschappij over Moonlight en nu mag ik me al langere tijd officieel de Alfa noemen. Als cadeautje heeft hij me deze mansion gebouwd, al verdenk ik hem ervan dat hij me al langere tijd uit ons ouderlijk huis wilde, die hij nu eindelijk voor zichzelf heeft.
Ik mag komen wanneer ik wil, als ik het maar aankondig van tevoren. Ik wil niet weten wat die viespeuk allemaal uitvoert tegenwoordig. Hij schijnt geliefd te zijn bij enkele weduwen, maar voor meer informatie sluit ik resoluut mijn oren. Sommige dingen wil een zoon niet weten.
Dan besef ik dat ik hier minstens een half jaar niet zal zijn. Tenzij ik mijn zielsverwant eerder vind - natuurlijk. Eerlijk gezegd weet ik niet of ik al deze luxe zal missen. Ik blijf een weerwolf per slot van rekening en het Duistere Woud is de plek waar ik me het fijnste voel. Gelukkig beginnen de bossen in mijn achtertuin.
Rosalinde weet maar al te goed dat ze me een belofte heeft ontfutseld waar ik me aan zal houden. Nu ik eenmaal heb toegezegd - gewoonweg overdonderd door haar volharding - kan ik niet meer terug. En ik voel het in mijn binnenste: ik wíl ook niet meer terugkrabbelen. Het is tijd om mijn gelukkige afloop te vinden en ik word er niet jonger op.
Ik dring resoluut de gedachten weg dat mijn enige liefde de moed heeft opgegeven en al samen is met een ander. Als ik zelfs een rits kinderen achter de gezichtsloze fantasieën aan zie lopen, allemaal vreemd genoeg met mijn donkerbruine haren en ogen, sta ik abrupt op. Het is tijd om in te pakken en om mijn leidinggevende verantwoordelijkheden weer bij mijn vader te leggen. Hij wil dat ik op vakantie ga? Hij zal het weten ook.
Ik besef dat ik neurie, voor het eerst in lange tijd.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top