Slavin
Terwijl je, met één knie op de grond, jouw broekspijp weer over je enkel rolt, merk je een straaltje bloed op die onder de boei vandaan is gekomen en op je sok en schoen is gestold. Je kijkt ernaar zonder het echt op te merken: op dit moment probeer je voornamelijk te bevatten hoe jouw toekomstige leven eruit gaat zien en heb je geen ruimte in je hoofd voor andere zaken.
Je reikt mentaal naar binnen en voelt je innerlijke wolf. Met een grijns wil je haar tevoorschijn trekken en veranderen in je lichtbruine alter ego, maar dan merk je dat het niet lukt. De band om je enkel houdt haar zeer effectief tegen, al heb je geen idee hoe dat kan. Je sluit je ogen in moedeloosheid.
Dan wordt de deur van het kantoor geopend en gehaast kom je overeind. Degene die binnenkomt moet belangrijk zijn, want ondertussen ken je de Alpha goed genoeg om te weten dat ieder ander eerst aan zou kloppen.
De jongen die je eerst op het plein zag, komt binnen. Doordat je verwachtingen al in de juiste richtingen geleidt werden door je gedachten, merk je de gelijkenis op. Deze jongen heeft dezelfde donkere haren en lichtgrijze ogen als zijn vader.
De zoon van de Alpha kijkt jou weer met dezelfde onverschilligheid als eerst aan, je leest slechts een beleefd soort interesse in zijn ogen, voordat hij zich naar zijn vader wendt.
Hij zegt, zijn stem iets lichter dan dan die van zijn ouweheer: "Vader, wanneer gaan we eten?"
Alpha Hemming zucht even en zegt: "Nicolaas, dat weet ik niet. Zoals je weet, word ik geroepen als het zover is."
Hij kijkt nadenkend van jou naar zijn zoon en hoewel je geen idee hebt waarom, voel je een kriebel vrees in je binnenste.
"Anders laat je Ana hier de keuken zien, dan heb jij het antwoord op je vraag en is zij op de juiste plek."
Nu heb je wel de volledige aandacht van Nicolaas. Terwijl de Alpha de bewaker weer naar zijn post stuurt, word jij op dezelfde manier bekeken als zijn vader voor hem ook deed.
Bij deze tiener voel je minder angst en je neemt van de gelegenheid gebruik om hem net zo te bekijken. Hij lijkt van jouw leeftijd, maar is minimaal een halve kop groter dan jij.
Nicolaas zegt nors - en je hebt het gevoel dat zijn interesse zorgvuldig neutraal wordt gehouden: "Wie is dit?"
Je besluit het heft in eigen handen te nemen en antwoordt voor jezelf: "Dit is Ana. Zij is hier onvrijwillig."
Hij gnuift even en ziet er daardoor opeens een stuk menselijker uit. Je voelt wat spanning wegvloeien, maar blijft gespannen staan.
Dan zeg hij droog: "Wel, Ana. Welkom in de Dark Valley-pack. Ik vrees dat je hier nog wel even bent. Als ik jou was, zou ik het accepteren. Des te eerder kan je hier een leven opbouwen."
Je merkt dat hij tersluiks naar je broekspijp kijkt, waar de bobbel laat zien waar de boei zich bevindt.
Zijn vader heeft dit tot nu rustig aangekeken, maar is er nu blijkbaar wel weer klaar mee. Hij kucht waarschuwend en zijn zoon kijkt vlug op.
"O ja. Kom mee, Ana."
Zonder te checken of je hem volgt, knikt hij naar zijn vader en loopt de deur uit. Jij aarzelt even, maar alles is beter dan hier alleen zijn met de Alpha, dus de keuze is vrij simpel. Nagekeken door zijn indringende blik kom je weer in de grote hal terecht en sluit de deur achter je.
Omdat je het idee hebt dat het slim is om alles op je in te laten werken, gedraag je je voor nu gehoorzaam. Ondanks de woorden van de Alpha en het bewijs om je enkel, ben je nog steeds vast van plan om te ontsnappen van deze plek. Maar zolang zij dat niet weten, zal je meer vrij worden gelaten, denk je.
Nicolaas is al verder gelopen en hij opent een deur aan de overkant. Het gekletter van potten en pannen en een lekkere aroma geeft het al aan, hier bevindt zich de keuken.
In de grote ruimte staat een vrouw in een grote pan te roeren die een overweldigende kruidige tomatengeur vrijgeeft. Je voelt je maag rammelen en merkt aan de blik van Nico dat het ook hoorbaar was. Je meent een scheut van medelijden op zijn gezicht te ontwaren, maar dan keert hij zich al naar de kok.
"Claudia, ik heb hulp voor je. Dit is Ana en ze treedt vanaf heden toe in ons huishouden."
De vrouw veegt haar stroblonde haren uit haar gezicht en kijkt op, haar wangen zijn rood door de hitte. Ze heeft een vermoeide uitdrukking op haar gezicht, maar die klaart wel op als ze jou ziet.
"Ah, jij komt als geroepen," zegt ze tegen jou, om vervolgens tegen Nicolaas door te praten: "Goede hulp is schaars. Als jouw vader er eens voor zorgt dat deze hier blijft, kan ik me beter toeleggen op de lekkerste hapjes voor hem, Nico."
Je bent verbaasd door deze woorden. Je had Claudia ingeschat als een meegaand type, maar door haar disrespect aan de Alpha, krijg jij onwillekeurig bewondering voor haar moed. Je schat in dat dit niet veel voorkomt en denkt daardoor dat deze Claudia een geweldige kok moet zijn.
Nicolaas lacht haar toe en je ziet hoe zijn gezicht een vriendelijke uitdrukking krijgt die je nog niet eerder hebt gezien. Zijn hele voorkomen licht op en dat bevalt je.
Hij merkt dat je naar hem kijkt en zet gelijk weer zijn norse gezicht op. Je fronst je wenkbrauwen.
Hij zegt vlug: "Ik zal het hem zeggen. Is er iets wat Ana kan doen?"
"Jazeker, zij mag de tafel dekken. Wil jij haar de weg naar de eetkamer wijzen? Het is de hoogste tijd dat jullie gaan eten. Als jij dat doet, kan ik hier de laatste puntjes op de i zetten."
Ondertussen is ze gestopt met het roeren in de soep en doet een check in de oven, terwijl ze praktisch gelijktijdig een salade in elkaar flanst.
Deze vrouw is een drukbezet persoon en je kunt beter niet met haar sollen.
Terwijl je halfslachtig een groet naar haar toeslingert die zij gehaast beantwoordt, volg je Nicolaas alweer. Hij loopt verder de keuken in en je ziet aan je linkerkant twee klapdeuren.
De eetkamer die daarop aansluit is prachtig. De tafel die in het midden staat is een massief houten geval en er kunnen wel tien mensen aan zitten.
Een rode loper breekt het oppervlakte van de tafel en een groot bloemstuk staat pontificaal in het midden.
Vragend zeg je: "Hoeveel personen eten hier zo mee?"
Nicolaas zegt: "Drie. Ik en mijn ouders."
Dat klinkt ongezellig en je kijkt hem vlug aan of je iets uit zijn uitdrukking kunt lezen. Dat is niet het geval.
Zonder commentaar volg je hem terwijl hij jou voorgaat naar een grote eikenhouten buffetkast.
Kostbaar porselein en kristal staat daar achter glazen deuren uitgestald, terwijl in een lade glanzend zilverwaar ligt. Deze mensen hebben geld en dat laten ze zien.
Je twijfelt er niet aan, jij zult de tafel moeten dekken volgens een bepaalde etiquette en onwillekeurig denk je aan de stapel borden - elk met minimaal één hoekje eruit, die je thuis onverschillig op de tafel thuis kwakt als jij - onder luid protest - aan de beurt bent om die te dekken. Het bestek gooide je er altijd achteloos in een hoopje naast.
Je hebt het idee dat dat nu anders zal gaan.
Hij ziet jou schutteren en je vóelt hem glimlachen. Zachtzinnig zegt hij: "Wil je dat ik je help?"
Als je je naar hem keert, zie je inderdaad pretlichtjes in zijn ogen en je lacht terug.
"Graag," zeg je dankbaar.
Hij zegt: "Voor jouw informatie, mijn vader noemt me Nicolaas, maar eigenlijk ben ik gewoon Nico."
Prima. Nico it is.
Geduldig legt hij uit wat de bedoeling is en in korte tijd is de tafel gedekt.
Hij zegt: "Oké, ik ga naar mijn kamer. Eh... Succes."
Nu staat híj wat te schutteren en vanbinnen moet jij nu lachen om zijn gedrag. Je zegt droog: "Ik loop niet weg."
Gelukkig ziet hij jouw gekruiste vingers achter je rug niet als hij met een halve zwaai van zijn hand een andere deur uitloopt.
Jij loopt weer naar de klapdeuren en wacht in de keuken op instructies van Claudia.
Zij ziet eruit alsof ze alles onder controle heeft. Ze kijkt je aan en vraagt: "Is het gelukt?"
Zonder op antwoord te wachten, vervolgt ze: "Je mag de Alpha en zijn familie halen, het eten is klaar," en keert zich weer naar haar taken.
Toch te verlegen om door te vragen sta je daarna in de hal. Je kijkt even twijfelend naar de voordeur die daar staat te lonken. Maar besluit je kans af te wachten totdat je meer kennis hebt vergaard.
De Alpha weet je te vinden, daarom ga je eerst op zoek naar de andere twee. Aangezien Nico naar zijn kamer ging, loop je de trap op.
De eerste verdieping stelt in principe niet veel voor. Als je een brede gang rechtdoor overloopt, leidt die je naar een enkele deur, maar op jouw schuchtere klopje reageert niemand. Als je daarna iets gedurfder de deur open doet, merk je een rechthoekige - en lege - zaal op die de achterste helft van deze verdieping beslaat.
De andere kant bestaat uit de overdekte gang en twee deuren, halverwege de oppervlakte, vormen elk afzonderlijk een eigen ingang naar het terras. Verder bevindt er zich nog een trap, die je oploopt.
Op deze verdieping bevinden zich inderdaad de slaapkamers, merk je na het klopje op de eerste de beste deur.
Een vrouwenstem zegt: "Kom maar binnen," en je doet wat je gevraagd wordt.
Je treft een weelderige ruimte aan, duidelijk ingericht door dezelfde hand die de jou reeds bekende kamers ook heeft aangepakt. Dit gedeelte betreft een zitkamer, terwijl je links daarvan een glimp opvangt van het gelijk gekleurde en -gestylde slaapvertrek.
Terwijl de warme en rustgevende diepgroene kleuren tot je doordringen, focus jij je op de vrouw die een boek weglegt op een zijtafeltje en jou aandachtig aankijkt met haar heldere lichtblauwe ogen.
"Wie ben jij?"
De kalme en ietwat lijzige stem laat automatisch je hartslag dalen tot een normaal tempo. Haar lichtbruine haren zijn kunstig opgestoken en ze is netjes - doch informeel - gekleed in een camel kleurige broek en effen blouse. Ook van haar gezichtstrekken zie je wat terug bij Nico. Dit is de vrouw van de Alpha.
Ietwat zenuwachtig zeg je: "Dag mevrouw, ik ben Ana. Ik moest u roepen, het eten is klaar."
Ze staat op en nu zie je dat zij ook lang en slank is. Haar zoon heeft zijn bouw duidelijk van haar meegekregen. De knappe vrouw loopt naar je toe en houdt - tot je verrassing - jouw handen vast. Je verstijft verschrikt terwijl je haar stevige greep voelt.
Ze zegt: "Ana. Wat doe jij hier in deze pack?"
Twijfelend reageer je: "Ik ben... verdwaald en kwam hier terecht. De wacht nam me mee en ik ben nu blijkbaar een slavin."
Je probeert geen oordeel in je woorden te leggen, alleen feiten te benoemen. Je kent deze vrouw niet. Ze komt heel rationeel over, maar voor hetzelfde geld is het tegenovergestelde het geval. Toch kan je het niet laten om enige opstandigheid in je laatste woorden te leggen, die zij haarfijn oppikt.
Haar trekken rimpelen zich terwijl ze je bezorgd aankijkt. Ze doet een stapje achteruit en kijkt naar beneden, naar je enkel.
Ze knikt bedachtzaam, maar maakt er verder geen woorden aan vuil. Alsof dit hoofdstuk voor haar is afgesloten zegt ze gedecideerd: "Duidelijk, ik kom zo aan tafel. Bedankt voor het melden."
Met een knikje laat ze je nu gaan en je verlaat het vertrek met een onverklaarbare knoop in je maag.
De volgende halte is de kamer van Nico.
Als hij zijn "Binnen" laat horen, bemerk je dat hier een andere interieurspecialist de hand in de inrichting heeft gehad.
Hoewel het meubilair gemaakt is van hetzelfde duur uitziende hout, zie je dat de kleuren op de muren vaal zijn. De vloer is niet te zien door alle kleding en rommel die er ligt. Het voelt gelijk vertrouwd.
Nico leunt op zijn kingsize bed tegen een dik kussen met zijn handen achter zijn hoofd geplaatst.
Je zegt, jezelf dwingend de rotzooi te negeren: "Het eten is klaar, ik moest je roepen."
Hij zegt, een boosaardige flikkering in zijn ogen: "Je hebt geen poging gedaan tot ontsnappen?"
Te verbaasd om een smoesje op te hangen, zeg je: "Ik ben nog informatie aan het verzamelen," om gelijk daarop te bemerken dat die zin misschien iets té eerlijk was.
Je kijkt hem met iets verwijde ogen aan en houdt je adem in.
Nico lacht hardop en stapt van zijn bed. Hij komt net zo dicht bij je staan als zijn moeder vlak daarvoor, alleen hij raakt je niet aan. Hij zegt: "Ik ben blij om te merken dat er toch nog wat pit in je zit. Kom Ana, dan gaan we naar beneden."
Terwijl je hem en zijn moeder in de eetzaal ziet verdwijnen, voel je je hart weer sneller slaan. Met het gevoel alsof er een steen in je maag zit, loop je naar de bekende deur en klopt aan.
De Alpha zegt: "Kom binnen," en je doet de deur zo min mogelijk open.
Met slechts je halve lichaam door de opening herhaal je jezelf wederom: "Alpha, het eten is klaar. Ik moest u roepen."
Snel doe je de deur weer dicht. Dat heb je gehad.
Tenminste, dat denk je. Met slechts enkele stappen van de deur verwijderd, hoor je hoe hij opengerukt wordt. Je krijgt niet de kans om je om te draaien als je zijn grote hand in je nek voelt. Je gilt van schrik en vervolgens van pijn als hij je zonder problemen terug sleurt, zijn kantoor in.
De deur slaat dicht terwijl hij jou over zijn bureau gooit. Je voelt ongelijke bobbels in je rug van pennen en een map, maar dat is niet waar je aandacht naar uit gaat.
Hij trekt je aan je revers weer overeind en tilt je zonder moeite omhoog. Je tenen raken heel even de vloer en komen dan weer los van de grond.
Je voelt de stof van je kleding kraken, maar het houdt. Hij schreeuwt in je gezicht: "Een beetje respect verdien ik wel, als Alpha. Vind je ook niet?"
Stotterend zeg je: "Ja-ja."
Zijn stem is nu sissend en ijskoud, het schreeuwen vond je minder eng: "Loop de volgende keer normaal naar binnen en wacht op antwoord voordat je weer mag gaan. Begrepen?"
Alles in je schreeuwt om voor de makkelijke weg te gaan en nederig te reageren, maar je trots weerhoudt je om dat te zeggen. Je knikt stijfjes, wegkijkend.
Dat is niet voldoende voor hem. Terwijl zijn ogen vuur spuwen herhaalt hij schreeuwend: "Begrepen?!"
Een ontzettend onbezonnen gedeelte van jezelf komt in opstand tegen zijn gedrag. Je zegt helder: "Ik heb het begrepen, ik ben niet dom. Alleen, ... ik ben hier tegen mijn zin, dus je zakt er maar in."
Met die tweede zin, logenstraf je jouw eerdere opmerking dat je niet dom bent. Je merkt die ironie op terwijl je wacht op het moment dat je dood gaat.
Dit laat hij echt niet over zijn kant gaan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top