Plannen en pijn

|| bevat geweld ||

Je bent blij met je weerwolfgenen als je slechts twee dagen later vrij kwiek het ziekenhuis verlaat. Je weet dat je rustig aan moet doen, maar het stelt niks voor vergeleken met hoe een volbloedmens zich zou voelen in jouw situatie.
Nico heeft je al die tijd nauwelijks uit het oog verloren en samen hebben jullie plannen gemaakt terwijl jij nog in je ziekbed lag. Slechts Brennan stoorde jullie zo af en toe, maar lachte elke keer opnieuw toegeeflijk. Volgens jou denkt hij dat jij en Nico een stelletje zijn. Je laat het hem maar geloven. 

Het is inmiddels april en omdat jullie begin mei jarig zijn, proberen jullie Nico's verjaardag er tussen te passen. Helaas hebben jullie daar geen van beiden een goed idee voor. Nico heeft er vertrouwen in dat dat wel goed komt en is meer afwachtend. Jij hebt een grotere noodzaak tot ontsnappen dan hij.

Voorzichtig heb je hem gezegd dat je naar de koninklijke weerwolffamilie wilt gaan om te vertellen over de trainingen en het chemische wapen. Hij heeft beloofd om over dat laatste meer informatie te vergaren. Je vindt het vrij bijzonder dat hij daar nooit interesse in heeft getoond, maar begrijpt het aan de andere kant ook wel als je bij jezelf te rade gaat.
Als je geen vraagtekens zet bij het schimmige werk van je vader, is de kans dat hij je accepteert een stuk groter. En je weet dat dat laatste behoorlijk wringt tussen die twee.

Verder heb je via Nico begrepen dat Zane jouw werk in de vallei op zich heeft genomen. Hij heeft al een Jacht mee moeten maken en omdat ook hij een tracer in zijn enkelband heeft, heeft hij niet kunnen ontsnappen.
Nico gaf aan dat hij zelfs flink gestraft is omdat hij tijdens die Jacht helemaal geen poging tot ontsnappen deed. De groep die hem achtervolgde, vond hem wachtend aan de rand van de vallei, net na de eerste bomen.
Hij wilde je eerst niet vertellen hoe Zane gestraft is, maar nadat je zei dat je nu allerlei horrorverhalen in je hoofd had, mompelde hij iets over zweepslagen. Je voelt je gebroken als je dat hoort. Zane is de zoon van een Alpha, dat brengt een behoorlijke portie trots met zich mee. Voor zijn eigen gezondheid is het zaak om hier zo spoedig mogelijk weg te vluchten.

Nico wacht je op. Het leek jullie allebei beter als hij je niet het ziekenhuis uit zou begeleiden, maar blijkbaar heeft zijn vader hem gevraagd om jou naar de vallei te brengen als je weer gezond zou zijn. Zijn wrede spelletjes gaan gelijk weer verder en je voelt de oude vertrouwde angst weer omhoog schieten. Die paar dagen relatieve rust waren veel te weinig.

Zijn zoon voelt dat haarfijn aan en knijpt je even - angstvallig - in je hand. Hij laat je gelijk weer los en dat voelt als een gemis. Maar de korte troost heeft geholpen en het geeft je voldoende moed om je hoofd trots op te heffen en met rechte rug de vallei te betreden.

De angst vermengd zich met vlinders als je Zane naast je kwelgeest ziet staan. Je merkt op dat ze bijna even lang zijn, al zal Hemming bijna twintig jaar met hem schelen. Zane ziet er slank uit naast de machtige gestalte van de Dark Valley-Alpha, maar hij heeft een katachtige tred en brede schouders, waardoor hij er allesbehalve als een ondergeschikte uit ziet. Ook hij heeft, net zoals jij, zijn hoofd trots geheven en ziet er niet uit als een gevangene naast de ander.

Hij kijkt je aan en waar je eerst zijn gedachten duidelijk kon lezen in zijn gevoelige ogen, merk je nu dat er een bepaalde hardheid voor staat die jou daar op dit moment van weerhoudt. Wat denkt hij? Wat vindt hij nu van jou?
Je slikt en voelt je niet lekker. Automatisch gaat je rechterhand naar waar voor kort je wond zat en wat een gewoonte is geworden om af en toe te checken. Onder je dunne shirtje voel je de randen van de pleister die Brennan er op heeft laten zitten.

Met een misselijk gevoel sta je uiteindelijk voor de twee. Je werpt Zane een korte blik toe en wil je tot Hemming wenden als er opeens een vlaag van rebellie door je heen schiet.

"Goedemorgen Alpha Zane," zeg je, met de vlinders om de misselijkheid heen dansend. Diens ogen wijden even in verrassing, maar dat is nog niks vergeleken met de woeste blik die uit Hemmings ogen stralen.

Dapperder dan dat ben je niet, dus, na een iets te lange pauze, zeg je: "Alpha Hemming," alsof je hem ook die goedemorgen toewenst. Jullie weten alle vier dat dat niet het geval is, maar toch weet je hiermee te omzeilen dat je gestraft wordt, denk je.

De ogen van Hemming bliksemen, maar als hij even moeilijk heeft geslikt, bedenk je dat hij blijkbaar heeft besloten om dit voorbij te laten gaan. Voor nu.

Je merkt dat Zane je even trots aankijkt voordat hij zijn blik weer sluit. Hij vouwt zijn armen over elkaar en ziet er ongenaakbaar uit.

Hemming gromt even en neemt dan het woord: "Goed, je bent er weer. Hopelijk heb je genoten van de rust."

Zonder op antwoord te wachten, vervolgd hij: "Zoals je ongetwijfeld nog weet, krijgt de verliezer van jullie wedstrijd, een paar dagen geleden, een straf waar diegene niet blij mee is. Ik ben blij dat mijn zoon toch ballen blijkt te hebben, wat jou de verliezer maakt."

Je kijkt hem met grote ogen aan. Behalve dat je dat inderdaad vergeten was, is het verliezen van een milt is blijkbaar niet voldoende straf. Hij heeft al praktisch alles op je uitgeprobeerd, wat kan hij nog meer verzonnen hebben?

De Alpha vervolgd: "Ik heb even nagedacht en denk dat tien zweepslagen wel voldoende zullen zijn."

Na de geschokte stilte die volgt op zijn woorden, zegt hij ongevoelig: "Je moet niet breken, per slot van rekening."

Je probeert je angst niet te laten blijken. Hoewel hij echt niet altijd even zachtzinnig met je om is gegaan en je al heel wat lijfelijke straffen hebt ontvangen van of door hem, is dit toch nieuw voor je. Je had een extra Jacht of een andere vernedering verwacht, niet dit.

"Ik zal je niet te lang in spanning laten, ik zal de straf direct bij je uit laten voeren."

Hij wenkt zijn tweede man, die in de buurt ronddrentelde. Nu valt jou de zweep op die hij opgerold vast heeft. Je kent Brent en weet dat hij zo mogelijk nog wreder is dan zijn Alpha. Zijn geniepige lachje zegt al genoeg terwijl hij de bundel dreigend van de ene naar de andere hand verplaatst. Je kijkt snel weg.
Je ogen schieten naar de paal met de handboeien die aan de zijkant van de vallei staat. Je hebt er nog nooit iemand aan vastgeketend gezien, maar beseft nu dat Zane daar eerder ook heeft gestaan. Voor het eerst sinds de woorden van Hemming kijk je hem nu aan. Je probeert je paniek te verbergen, jezelf waardig te laten gedragen, maar weet dat je handen trillen en je slikt moeilijk.

Zane kijkt jou met afschuw aan, wat het moeilijker maakt voor jou om te kalmeren. Terwijl je adem met korte stootjes je mond verlaat, schud je heel zachtjes een enkele keer je hoofd naar hem. Hij moet zich hier niet mee bemoeien, dat maakt het alleen maar erger voor jullie allebei.

"Wacht!"

Je sluit je ogen. Hoewel het heerlijk is om zijn stem te horen, terwijl hij gezond is en vol levenslust klinkt, is dit precies wat je wilde voorkomen. Hemming mag jullie band niet weten, hij gaat daar misbruik van maken.

"Laat mij daar staan, in plaats van haar."

Hemming keert zich langzaam naar jullie toe, in zijn blik ligt een nieuwsgierige glans.

"En waarom zou ik dat doen?"

"Ze eh ... ze is een onderdaan van mijn ouders. Het is mijn taak om haar te beschermen."

Je ziet hoe hij snel met dat smoesje komt en merkt dat hij hetzelfde beseft als jij even daarvoor. Toch komt hij niet over alsof hij spijt heeft van zijn verdediging jegens jou. Hij heeft dit bewust een halt toegeroepen en zal dat blijven doen.
Ondanks de situatie voel je je hart opspringen.

"Waarom is ze dan weggegaan? Ze was jullie barbaarse Jacht zat en is daarom gevlucht. Zíj beschouwt zich niet meer als jullie onderdaan."

Geschrokken luister je naar die woorden terwijl je Zane aankijkt. Je ziet de pijn door zijn ogen wervelen als hij dat antwoord hoort.

Voordat jij jezelf kunt verdedigen en wat kunt roepen over de Jachten die hij zelf heeft georganiseerd, sist Zane: "Dat maakt niet uit. Wat zij wil, is irrelevant in deze."

Hemming lacht gnuivend en zegt boosaardig: "Prima, ik zal Brent niet vragen de straf uit te voeren. Jíj gaat dat doen."

Zane zegt hard: "Nee," en vouwt zijn armen weer over elkaar die hij even daarvoor geagiteerd los heeft gemaakt. Dit antwoord had jij ook wel aan zien komen.

"Prima, Brent, graag twintig zweepslagen voor Ana."

Hemming bluft. Twintig zweepslagen zijn teveel voor jou, dit kan jouw lichaam niet aan. En aan een dode Ana heeft hij niks.
Maar je ziet ook dat Zane dat niet weet. Hij merkt alleen in wat voor een geweldige puinhoop jullie je bevinden en kijkt je met grote angstogen aan.

Je slikt weer even, maar weet dan jouw gezicht en lichaam rustig te krijgen. Je brengt de serene glimlach naar voren die je Nico destijds ook hebt getoond en zegt: "Het is goed, Zane."

"Nee, dit is niet goed!"

De woede en angst strijden om voorrang bij hem en dat valt Hemming natuurlijk ook op. Je zíet het figuurlijke lichtje boven zijn hoofd aan gaan.

Dit keer vouwt hij zijn armen over elkaar en zegt langzaam: "Dit meen je niet. Zijn jullie mates?"

Jullie blikken zeggen genoeg.

Hemming lacht hard en wreed.

Hoopvol kijkt Zane hem aan en dat ziet hij. Koud zegt hij: "Nou, komt er nog wat van? Tien slagen door jou of twintig door Brent. Dat is je keuze."

Hoewel je Hemming al langer kent dan Zane dat doet, dooft ook het laatste restje hoop en onmerkbaar zak je een beetje ineen.
Nadat er een tiende van een seconde niemand beweegt, neemt je het heft in eigen handen en loopt houterig naar de paal toe.

De kreet van Zane gaat door merg en been en je krimpt in elkaar, voelt zijn pijn. Jullie pijn. Driftig knipper je de tranen weg, blij dat niemand ze ziet.
Dit gaat boven jullie macht.

Je hoort een worsteling achter je als je onhandig staat te klungelen met de boeien die op schouderhoogte aan de paal zijn geklonken met korte kettingen. Je draait je bewust niet om. Dan merk je plotseling een ander paar handen die de jouwe helpen. Voorzichtig en zacht.
Het is Nico. Hij knijpt heel even in je nu geboeide hand en weer voel je de troost door je heen stromen. Met waterige ogen lach je hem zwakjes toe.

Hij zegt zacht: "Ik maak je shirt stuk aan de achterkant. Schrik niet."

Je knikt en keert je rug naar hem. Hoewel je zijn handen bij je nek voelt, terwijl hij een goed beginpunt zoekt, schrik je toch van het scheurende geluid. De koele bries wrijft over je blote rug en je rilt ongecontroleerd, niet zozeer van de kou als van de spanning.

Nico staat nog eenmaal dicht bij je en legt jouw lange paardenstaart over je schouder. Hij aarzelt vervolgens en grijpt dan een vuistvol beet. Hij zegt: "Hier, bijt hierop. Ik denk dat dat helpt."

Willoos doe je wat hij vraagt.

Achter je hoor je Hemming zeggen: "Dit is je laatste kans, Zane," en je weet dat het bijna zover is.

Je sluit je ogen en balt je vuisten. Je laat je voorhoofd tegen de paal rusten en klemt je tanden op je haren.

Zane komt enkele meters achter je staan en fluistert gesmoord: "Het spijt me zo!"

Je wilde dat je wat tegen hem kon zeggen, hem kon troosten. Jijzelf hebt er al je vrede mee gemaakt.
Maar je staat met je rug naar hem toe en blijft zo staan. Hopende dat je het op deze manier het minst erg maakt.

De eerste slag komt als een verrassing. Je hoort hoe de zweep op je rug terecht komt, maar voelt pas seconden later de pijn. De intense en verschrikkelijk brandende pijn. Je voelt hoe je huid open springt.

Ternauwernood weet je jouw haren vast te blijven houden met je tanden. Het geluid dat uit je mond komt is een gedempt gebrul. Dit soort lijfelijke pijn heb je nog nooit gevoeld en je merkt hoe je je handen bij je rug probeert te krijgen.
Het nut van de boeien is maar al te duidelijk, je kunt er niet bij.

Je merkt hoe Zane aarzelt. Wacht. Deed hij dat maar niet. Als hij snel slaat, is het ook sneller voorbij.
Omdat de pijn langzaam wegebt, krijg je het voor elkaar om weer rustig te gaan staan. Je nodigt Zane uit om nogmaals te slaan door je bewegingloze houding.

Dit keer volgen de slagen zich sneller op elkaar alsof hij jouw geluidloze smeekbede heeft meegekregen. Het zwiepende geluid is zenuwslopend, de pijn is martelend en afgrijselijk. Bij de zesde slag laat je je haren uit je mond vallen en je brult het uit. Je rug is gekromd en kriskras bebloed.
Toch weet iets diep in jou, dat als Brent had geslagen, je er veel erger aan toe was geweest.

Bij de tiende slag kunnen je benen je niet meer houden en je zakt bijna op je knieën. Slechts de boeien om je polsen weerhouden je van een totale inzinking. Er woedt een brand op je rug en je kan alleen nog zachtjes kreunen. Er lopen enkele tranen geluidloos over je wangen.

Twee paar handen helpen je nu. De ene zijn weer van Nico. Hij is degene die echt helpt, terwijl het andere paar nutteloos om je heen fladdert. Het zachte geluid van Zane die keer op keer "het spijt me zo, het spijt me zo" mompelt, heeft een bepaalde tendens en onwillekeurig word je rustig van het ritme. Je weet je bloeddoorlopen ogen naar hem te richten en een korte lach naar hem te zenden. Het zou heel fijn zijn als je nu flauw kon vallen, maar zo barmhartig is het leven niet voor je.

Brennan heeft net de tijd gehad om je bed te verschonen, als je er weer plaats op mag nemen. Ditmaal op je buik.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top