Pijn
"Maar goed, als ik hier niet was beland, had ik jou nooit ontmoet," besluit je je relaas tegen je aandachtige toehoorder.
Nico lacht je toe, een bezorgde frons op zijn voorhoofd en met ogen die overstromen van mededogen voor jou terwijl hij je handen vasthoudt.
Gesmoord vertel je hem, vechtend tegen de tranen: "Kijk niet zo, dan begin ik opnieuw te huilen."
Je bent blij dat die eerste exemplaren in het begin van het gesprek al zijn opgedroogd op je wangen en je er nu weer uitziet alsof je niet net je hart hebt uitgestort. Je wilt niet zwak lijken in bijzijn van de Alpha en je bent hier al zo lang op de flauwe helling, je verwacht dat hij elk moment aan je kan denken en een rotklusje voor je weet te verzinnen.
Je voelt je vreemd. Juist nu, waarschijnlijk door het gesprek, voel je de band met Zane extra goed, waardoor de pijn van het gemis diep doordringt in je hart. Je hebt het gevoel alsof hij vlakbij is en ook je wolf krabbelt op uit haar passieve toestand op een manier die je niet meer gewend bent.
Misschien moet je het vaker over hem hebben? Niet voor jouzelf - die pijnlijke emotie kan je missen als kiespijn, maar voor je wolf.
Net als je Nico wilt smeken om je te helpen ontsnappen - op een zeker punt in jullie gesprek voelde je de muur, die je trots vormde, wegvallen - snak je naar adem. De pijn in je hart wordt zo ontzettend groot dat je je handen ertegenaan drukt. Alles om het intense stekende gevoel daar te minderen, weg te nemen. Je kreunt het uit, tot een harder geluid ben je niet in staat, en je merkt nog net hoe Nico je verstard aankijkt. Zijn handen fladderen hulpeloos om jou heen, niet wetend wat hij moet doen om je te helpen.
Je keert jezelf mentaal naar binnen en buigt naar voren om de pijn zoveel als mogelijk te verlichten.
Dan, als bij toverslag, is de verschrikkelijke pijn verdwenen. Slechts de naweeën in je gedachten blijven over en trekken dan ook langzaam weg.
Verdwaasd kijk je op. Je strekt je weer - voorzichtig. Je armen houd je nu losjes om jezelf heen terwijl je Nico aankijkt.
Wat was dat?
Hij kijkt net zo terug als hoe jij je voelt. Verward, vragend, bezorgd.
Verstikt verklaar je: "Ik voelde zo'n verschrikkelijke pijn. Maar het is nu weg. Ik weet niet wat het is..."
Je stem sterft langzaam weg, terwijl je brein op volle toeren aan het draaien is. Werd dit alleen veroorzaakt door jullie goede gesprek?
Nico zegt, terwijl zijn stem die speciale klank heeft als hij overtuigend over wil komen: "Het was vast niets. Misschien moeten we het er niet meer over hebben, dat lijkt me sowieso veiliger hier. Ik denk dat het tijd is om weer naar huis te gaan."
Dan kijkt hij weg en je fronst je wenkbrauwen. Is er iets wat hij jou niet wil vertellen?
Je pakt zijn arm terwijl hij bezig is met overeind komen.
"Wat houd je achter voor me?"
Nico lijkt naar woorden te zoeken, maar dan zegt hij: "Je weet nooit wie er hier meeluistert."
Als je hem vragend aan blijft kijken, zucht hij diep en sluit kort zijn ogen. Je hart bonkt hard. Wat hij je gaat vertellen, ga jij niet leuk vinden. Je houdt hem steviger vast. Je móet het weten.
In reactie op jouw vragende en gepijnigde blik zegt hij snel: "Luister Ana. Met jou is niks aan de hand. Je zat hier gewoon te praten en al hadden we het over een pijnlijk onderwerp, wat jij net voelde is niet normaal. Ik denk ..."
Hier aarzelt hij weer en je wilde dat je zijn woorden eruit kon trékken.
"Ik denk dat jouw mate degene is die pijn heeft."
Sprakeloos kijk je hem aan. De opnieuw oplaaiende pijn in je lijf vertelt je dat hij gelijk heeft. Zane zit in de problemen.
Waarschijnlijk dankzij jou.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top