In de problemen

Volgens jouzelf loop je in rondjes, hoewel je zoveel mogelijk rechtdoor probeert te lopen. Waar je de vorige keer een duidelijk uitgangspunt had, weet je nu niet waar je bent begonnen.
Lang verhaal kort: je bent ergens in het bos en hebt geen idee waar precies.

De omgeving wordt zelfs een beetje eentonig aangezien je overal dezelfde soort gebouwen en torens tegenkomt tussen het monotone groen zonder afwisseling van water of een pad. 
Het enige voordeel is dat de tijd verstrijkt terwijl je helemaal niemand tegenkomt. 

Je behoefte doe je nu in de bosjes aangezien je niet nogmaals een dergelijke verrassing als eerder vandaag wenst te ontvangen. Als je de toiletrol opnieuw in je tas doet, kijk je opeens op, nadenkend. 
Er zit geen avondeten in je tas. Wat betekent dat? Moet je zelf op jacht gaan, of verwachtte de organisatie dat je tegen deze tijd allang opgepakt zou zijn? 

Hoewel je weet dat je niet om zult komen van de honger, de lunch was namelijk formidabel, vind je het toch niet leuk. Had je het middageten misschien moeten halveren? Misschien heeft de rest wel ruim voldoende gehad aan een klein deel of dachten ze dat je door de hitte niet zoveel zou lusten.
Qua water heb je ook een probleem - die van een veel grotere orde is. Je laatste fles heeft de bodem bereikt en je bent tot nu toe geen stroompje of iets dergelijks tegengekomen.

Je gevoel voor avontuur neemt het even over: wat als jij jezelf van opgejaagde naar jager promoveert? Maar je schudt het idee alweer van je af. Een beetje honger en dorst nu, inruilen voor een levenslange gedwongen relatie later? Daar zit je niet op te wachten. 
Maar dat neemt niet weg dat je altijd van een bepaalde gelegenheid gebruik moet kunnen maken. 

Voor nu schroef je het wandeltempo iets omlaag en probeert het energie-slorpende opgejaagde gevoel van je af te zetten. Al gaat dat laatste niet lukken, niet totdat de zon onder is.

De gloeiende bol aan de lucht begint trouwens wat omlaag te zakken en dat mag ook wel, ook je knorrende maag gaf het al aan: het is etenstijd en dit is ook een goed moment om de inventaris op te maken. 
Je bent verbaasd en verheugd dat je het tot nu toe vol hebt weten te houden zonder lijfelijke confrontaties. Al zullen deze laatste loodjes uiteraard het zwaarste zijn. Je verwacht dat er niet zoveel medeprooien over zullen zijn. Dat die informatie inhoudt dat er ook niet zoveel jagers meer zullen zijn, waag je toch te betwijfelen. Het speelterrein is groot, maar hoe minder prijzen, hoe gevaarlijker voor jou.
Het grote nadeel is dat, als je gezien wordt, je er ook gelijk bij bent. Tenzij je weer besluit vals te spelen natuurlijk. Weerwolven zijn - zoals bekend - allemaal groot en lenig in mensengedaante en je hebt geen schijn van kans tegen hun snelheid en kracht. 

Je eet de laatste chocoladereep op en stopt daarna kauwgom in je mond. Als je er belletjes mee begint te blazen, spuug je het product al snel weer spijtig uit. De knappende geluidjes zijn niet handig als je op de vlucht bent - en domweg erop kauwen zit niet in jouw karakter.
Alleen de resterende kauwgom zit daarna nog in je tas, samen met de lege flessen. Honger heb je niet, maar dorst is een gevaarlijke extra vijand waarvan je niet had verwacht ertegen te moeten strijden. 

Zuchtend sta je op van het zachte plekje op de grond tegen een brede boomstam, om maar weer op weg te gaan. 

Na enkele meters kom je op een open plek wat lavendel tegen en gelijk gaat er een fictief lampje branden. 
Je vermijdt de zoemende insecten en plukt handenvol van het lila goedje dat je al wrijvend over je hele lichaam verspreidt. Je lege tas staat open en gooi je vervolgens helemaal vol. Het enige kledingstuk wat je nog bezit komt tot halverwege je dijen en dat vind je kort genoeg, maar de mouwen, die losjes tot op je ellebogen vielen, scheur je er wel af.
Met een knoop aan de ene kant, vul je beide mouwen, en knoopt dan ook de andere kant dicht, op een hengsel na. Je kunt nog net je handen door de geurbuiltjes krijgen en hebt uiteindelijk aan iedere pols een zelfgemaakte potpourri hangen.
De geur van lavendel heeft niet jouw persoonlijke waardering, maar dat kan alleen maar betekenen dat het misschien wel net zo vloekt met je huid als het parfum.

Je loopt weg van het door hommels omgeven bloemige decor en merkt direct daarop een bepaalde krachteloosheid op bij jezelf die je vandaag nog niet eerder hebt gevoeld. De lange warme dag vol ongemak, angst en het vele wandelen, begint, samen met het gebrek aan vocht, zijn tol van je te eisen. 
Nu je omgeven bent door de geur van lavendel besluit je om een boom op te zoeken en daarin de zonsondergang af te wachten. 

Zorgvuldig om je heen kijkend, zoek je het perfecte exemplaar uit. De takken moeten niet te hoog beginnen, dan kom je er niet in. Ze moeten aan de onderkant sterk en stevig zijn en hoe verder je omhoog klimt, hoe minder gewicht de takken kunnen houden - gelukkig is vrijwel elke aanwezige boom hier zo opgebouwd. 
In bomen klimmen is niet echt je specialiteit, dus dat kost meer gepuzzel dan je in je ondertussen vrij benevelde toestand aankan. Uiteindelijk besef je: als je in een dicht bebladerde boom klimt en je stil houdt, zal de tegenpartij je niet zien en horen. Je geur is weer verborgen, dus ook dat zintuig omzeil je. 

Je kiest een stevige loofboom uit en begint met klimmen totdat je een mooie brede tak tegenkomt. Hier kun je je wel enkele uren vermaken. Vanuit je ooghoeken zie je de open plek met het lavendel bed.
Op je horloge - die weer om je pols hangt - zie je dat het tegen 19.00 uur loopt. Nog drie uur te gaan.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top