Het gesprek

Als je je ogen uiteindelijk weer opslaat kijk je rechtstreeks naar een hoog en wit plafond. Het matras ligt lekker en de deken voelt warm en comfortabel aan. Heel anders dan je eigen plekje in je gevangenis. Als je om je heen kijkt herken je deze locatie van eerder. Hier heb je zoveel maanden geleden ook enkele weken gelegen. Het is de ziekenzaal van de pack en heeft plek voor meerdere bedden, hoewel alleen jouw bed bezet is.

Er is sowieso niemand te bekennen en je probeert moeizaam omhoog te komen. Een vlammende pijn schiet door je zij, vlak onder je ribben en je veegt de kleding opzij die de huid van je buik bedekt. Vanuit een ongemakkelijke hoek - je durft niet verder omhoog te komen - zie je een grote witte pleister op de bron van de pijn die ondertussen alweer af is gezwakt tot een dof, kloppend gevoel. Het straalt uit naar je linkerschouder en nek terwijl je buik gespannen en opgezet aanvoelt.

Het voelt niet aan alsof je dood zal gaan, maar op dit moment heb je ook geen puf om op te staan en te bewegen.

Al je herinneringen komen vervolgens in één grote klap weer terug en met pijn in je hart denk je aan Nico en wat hij heeft gedaan. Je hebt geen idee hoe de organen in je lichaam gerangschikt zijn en wat hij heeft geraakt, maar je beseft wel dat deze doffe pijn vanzelf minder zal worden. Je zal beter worden. Heeft hij dat expres gedaan of zie jij spoken?

Dan dient de volgende gedachte zich aan. Waar is Zane?
Al die tijd heb jij gedacht dat hij in deze ziekenzaal lag en misschien was dat voor kort ook zo, maar nu is hij verdwenen. Wat zijn ze van plan met hem?
Opeens gehaast wil je toch weer overeind komen en hem gaan zoeken. De adrenaline barst los in je buikstreek - om de pijn heen - omdat jij hier ligt te niksen terwijl hem wie weet wat overkomt.

Je bent nog niet echt ver in je poging als de deur opengaat. Je zakt weer terug en wacht af. Helaas is dat het enige wat je kan doen.

"Goedemiddag Ana, je bent weer wakker, zie ik."

In de deuropening verschijnt dokter Brennan, jou welbekend aangezien hij ook de vorige keer voor je gezorgd heeft. Hij staat bekend bij jou om zijn mededogen en moeilijke woorden, waarschijnlijk om te laten merken dat hij een degelijke artsenopleiding heeft gevolgd. Doordat weerwolven sneller genezen dan de normale mens, maakt een pack nauwelijks gebruik van goed geschoolde artsen omdat die noodzaak er niet is.

Hij is één van de weinige mannen hier die hun haren kort en netjes hebben, maar hij beschikt wel over de karakteristieke lichte ogen en donkere haren. Hij is jong, misschien tien jaar ouder dan jijzelf en waarschijnlijk net zo lang als jij. Voor een mannelijke weerwolf is hij klein en schriel, waarschijnlijk de reden dat hij een beroep heeft gekozen buiten de vechtfuncties om.

Je kucht even, maar toch is je stem schor als je onbeleefd reageert: "Is het al middag?"

Snel corrigeer je dat door netjes: "Goedemiddag dokter Brennan," te zeggen. Je meent je te herinneren dat hij erg hecht aan nette manieren en het is altijd goed om iemand die voor je zorgt niet tegen de haren in te strijken.

Hij lacht even kort om jouw correctie en fronst daarna zijn wenkbrauwen als hij het clipboard aan het einde van jouw bed pakt en jou de knopjes wijst waarmee je jouw matras dermate kan bijstellen dat je in de kussens kan zitten in plaats van liggen. Je voelt je dom, dat wist je eigenlijk al wel.

Hij zegt: "We hebben een splenectomie bij je uitgevoerd. Je milt was geheel in tweeën nadat Nico zijn zwaard in je heeft gestoken. Ook je onderste ribben hebben een opdoffer gehad, maar die dwingen je zelf wel om rustiger aan te doen, dus dat hoef ik niet te vertellen."

Hij geeft je een doosje met medicijnen en vervolgt: "Hier heb je Amoxicilline-clavulaanzuur. Het helpt het voorkomen van infecties. Volgens mij ben je niet overgevoelig voor penicilline, toch?"

Brennan wacht niet op antwoord en eindigt zijn relaas: "Je moet nog enkele dagen hier blijven en daarna ontsla ik je, mits je rustig aan doet. Heb je nog vragen?"

Beduusd vraag je: "Ehmm, wat heb je gedaan? Mijn milt verwijderd?"

"Ja, dat klopt. Dat betekent dat je de komende twee jaar extra gevoelig bent voor infecties. Je moet je niet laten bijten door een ... beest, bijvoorbeeld."

Je knikt langzaam, je ene wenkbrauw omhoog. "Ik zal het tegen het beest zeggen," reageer je droog.

"Als ik het goed begrijp, is het missen van een milt niet levensbedreigend?" wil je dan toch nog even weten.

"Nee, dat klopt. Zonder de dodelijke infectie waar ik het eerder over had, zal jij gewoon gezond oud kunnen worden."

Je bedankt de dokter en terwijl hij ervoor zorgt dat je wat te eten en te drinken krijgt, denk jij na over wat dit betekent. Heeft Nico die locatie in jouw lijf expres geraakt?

Voor nu is het in ieder geval zaak om beter te worden. Je moet Zane vinden. Je bent hier al zo lang, waarom heb je nog steeds niet weten te ontsnappen? Waarom heb je zelfs geen plan om te kunnen ontsnappen? De sleutel tot ontsnappen is in dit geval letterlijk een sleutel. Jouw halfslachtige plannen om die te bemachtigen moeten veel serieuzer worden. Het is niet alleen jouw leven waar het om gaat, jouw mate is hier, gevangengenomen en in elkaar geslagen, doordat jij je zo gigantisch in de nesten hebt weten te werken. Doordat jíj hier bent. Dit is helemaal jouw schuld en het is daarom aan jou om jullie twee hieruit te halen.

Je wordt opgeschrikt uit je steeds duisterde gedachten als de deur nogmaals open gaat.

Het is Nico.

Hij sluit de deur weer achter zich en leunt er even tegenaan. Hij haalt diep adem en kijkt jou dan pas aan. Zijn blik vliegt over jouw lichaam, voor zover er wat te zien is met de deken tot je nek opgehesen. Je klemt jouw handen over de bovenrand en tracht de angstige vlinders in je buik te kalmeren. Je bent blij dat je wat omhoog zit, in een liggende positie af moeten wachten voelt veel kwetsbaarder.
Je merkt dat je gek genoeg tot rust komt als je hem ziet. Terwijl je brein wel weet dat hij je aan heeft gevallen, doet je lichaam dat af als onzin en dat voelt heel tegenstrijdig aan voor jou. Je besluit af te wachten en je kijkt hem slechts vragend aan.
Eerlijk gezegd is er niet veel meer wat je in je huidige toestand kunt doen.

Zijn stem klinkt schor als hij tegen je begint te praten. "Ana, hoe gaat het met je?"

Snel denk je na. Op de sarcastische toer gaan is misschien jouw natuur, maar zorgt er niet voor dat jullie relatie makkelijk hersteld kan worden.
Hij heeft je bij verrassing bezocht, waardoor je je niet voor kon bereiden. Nu moet je bedenken wat je wilt. Het komt hier op neer: vertrouw je hem, of doe je dat niet?

Met een diepe hap lucht, neem je je besluit.

"Mijn milt is eruit. Ik voel me behoorlijk beroerd, maar ik ben over een paar dagen weer fit genoeg om opnieuw als speelbal voor jouw vader te fungeren."

Oeps, het sarcasme kroop toch in je laatste woorden, maar omdat het niet naar Nico was gericht wacht je angstvallig zijn reactie af.
Zijn gezicht is heel kort onleesbaar, maar dan snelt hij op je af en staat onhandig voor je bed gebogen. Als het bed lager was geweest, had hij geknield.

Je zegt, en de schorre klank sluipt ook weer in jouw stem: "Daar staat een stoel, anders schuif je die even aan."

Gehaast doet hij wat je suggereerde en in korte tijd zit hij dusdanig dicht naast je bed dat hij je hand kan pakken als hij wil. Na een kleine aarzeling doet hij dat ook daadwerkelijk.

Zwijgend kijk je naar zijn grote zongebruinde hand en bedenkt hoeveel hij gegroeid is in de tijd die jullie elkaar nu kennen. Van hem kun je zonder meer zeggen dat hij bijna een man is en het kleine-jongetjes-tijdperk achter zich heeft gelaten. Hoe heb je dat kunnen missen?

Tegelijk willen jullie nu beginnen met praten, maar jij houdt snel op. Je bent nieuwsgieriger naar zijn woorden, dan dat je je eigen gebrabbel ten gehore wilt brengen.

"Allereerst, het spijt me zo ontzettend wat ik je aan heb gedaan. Je ligt nu in het ziekenhuis door mij. Kan je me ooit vergeven?"

Toch nieuwsgierig naar zijn beweegredenen, zeg je voorzichtig: "Dat ligt er een beetje aan. Wilde je me dood hebben en is dat mislukt? Of heb je van tevoren bedacht dat ik makkelijk een milt kan missen?"

Hij reageert met een lach en een snik ineen en nu zie je toch het jongetje doorschemeren in zijn ogen. Een jongvolwassene die opgegroeid is met twee ouders die vooral met zichzelf bezig waren. Dat hij nog zo goed terecht is gekomen, is een wonder. Tenminste, als je hem goed in weet te schatten.

En je denkt dat dat het geval is. Hij heeft jou in de maanden dat je hier was alleen maar gesteund. Het is tijd dat je hem echt gaat vertrouwen. Bovendien, zonder hem zal je waarschijnlijk niet kunnen ontsnappen.

"Het was ook kort dag voor mij. Ik handelde in paniek nadat vader me op had gehaald. Het was in ieder geval nooit mijn bedoeling om jou te vermoorden."

Nico's stem sterft langzaam weg en je kijkt hem diep in de ogen. Je draait je hand zodanig dat hij nog lekkerder onder zijn knuist ligt en legt vervolgens je andere hand erover heen.

"Het spijt mij ook, dat ik je misschien een verkeerd idee heb gegeven, maar vooral dat ik je niet vertrouwde toen het erop aan kwam."

Hij knikt je toe en voorzichtig breekt er bij jullie beiden een glimlach door. Als jullie even hebben gekoesterd in dit goedmaak-moment, is het tijd om over te gaan op de belangrijke onderwerpen.

"Je geloofde me waarschijnlijk al niet, maar Zane is inderdaad mijn mate. Hij is in gevaar en de noodzaak om hier weg te gaan - met hem - is dringender dan ooit. Wat ik je nu ga vragen zal gelijk staan aan hoogverraad, waardoor je moet weten dat ik je vertrouw. Door mijn lot in jouw handen te leggen, houd jij ook mijn leven vast."

De ernst is terug bij jullie allebei en hij knikt je toe. Zijn gezicht is zo vertrouwd. Zo vertrouwenwekkend.
Terwijl je hart snel bonst, ga je door: "Wil je ons helpen ontsnappen? De kans dat je mee moet, is groot, wil je de toorn van je vader niet ondergaan. Heb je dat over voor mij - je kent me nog geen jaar - en een wildvreemde?"

Hoewel hij zeker had verwacht wat je wilde vragen, is wat je nog meer noemde: het mee gaan, nieuw voor hem en je ziet hem geschokt kijken als je dat zegt.
Dan sluit hij zijn ogen en je voelt hoe hij zijn vuisten balt. Als hij je weer aankijkt, heeft hij zijn keuze gemaakt.

"Ik ga met jullie mee. Je hebt gelijk, zonder mij heb je geen kans om te overleven."

Als je hem aankijkt, een voorzichtige lach om je lippen, zegt hij waarschuwend: "Ana, dit gaat lastiger worden dan je denkt. Zane werd net ontslagen uit het ziekenhuis toen jij binnen werd gedragen. De blik op zijn gezicht toen hij je zag ... Je hebt hem pijn gedaan met je woorden. Hij kan de mate-band niet ontkennen, net zoals jij dat niet kan. Maar hij kan er voor weglopen. Jij hebt dat - zoals je heel goed weet - ook al succesvol weten te doen."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top