Gevlucht
De tunnel is een stuk minder eng met het zicht van een wolf. Ook voel je de kou, die in golven op je af komt, minder. De gang is veel dieper in de grond gegraven dan je dacht.
Echt niet dat je hier als mens doorheen gaat. Als de weg doorloopt, tenminste.
Want als dat niet het geval is, zal je met - letterlijk - hangende pootjes terug moeten en dat wil je boven alles voorkomen.
Na enkele tientallen meters stop je even kort en luistert.
Je hoort echoënde geluiden aan de ingang en dan merk je een lichtstraal op. Zelfs in wolvengedaante kan je boos kijken: waarom hebben zij wel de beschikking over een zaklantaarn of iets dergelijks?
Aan de andere kant, je mag blij zijn dat ze geen geweren met zich meedragen en beloofd hebben niet vals te spelen. Jijzelf kan je niet herinneren een dergelijke belofte te hebben gegeven, maar toch voel je een onverklaarbare steek van schuld door je heen schieten.
De jagers - althans de jou bekende - zijn minder oud en wanhopig dan je gedacht had. Je denkt terug aan de indringende groene ogen van Zane. Zo'n directe blik heb je nog niet eerder meegemaakt. Het leek wel alsof hij recht in je ziel kon kijken.
Je schudt met je kop als om die herinnering eruit te wissen. Het is tijd om je op de toekomst te richten.
Hoewel de instructies duidelijk waren: als de zon onder is, mag je je weer naar de poort begeven, voel je toch een gemis als je aan je horloge denkt, die in stukken moet liggen bij wat over is van je fijne schoenen en kleding. Een tijdstip weten is simpelweg heel fijn.
Totdat je naar je voorpoot kijkt en daar het horloge aan ziet zitten. Verrast kijk je ernaar en stoot bijna je kop tegen de muur die een onverwachte bocht maakt. Dat is een meevaller - het horloge, niet de stoot. Ondanks je belofte aan jezelf, wil je het niet riskeren om hem nu alsnog kwijt te raken en je verandert even snel terug naar je mens. De kille wind laat je blote vel rimpelen en je huivert van de kou en het onbehaaglijke gevoel.
Het horloge en je shirt stop je in de tas en die rits je goed dicht. Je zet de tocht voort in je wolf.
*
De uitgang lijkt in eerste instantie een spiegel van de ingang. Je voelde na korte tijd de weg omhoog gaan en nu stoot je de deur van de kelder - die hier nog wel in zijn hengsels hangt - open met je neus.
Er zijn bij nader inzien wel wat verschillen, deze bungalow heeft zijn dak nog op de juiste plek zitten, bijvoorbeeld. Je hebt ook het idee dat je meer in het midden van het terrein bent belandt, in plaats van aan de rand. Je hebt het richtingsgevoel van een navigatiesysteem zonder stroom, dus je mag je weer helemaal opnieuw oriënteren.
Voorzichtig loop je, goed om je heen kijkend, naar buiten en ziet dat hier geen boom met schommel is. De zilverspar die hier wortel heeft geschoten, geeft een heel andere aanblik. Wijs geworden door je eerdere ervaring, loop je om de boom heen. Waar je bij de eik toch iets van een hut zag vanaf dezelfde afstand - de gespijkerde treden, om maar iets te noemen - is dat hier niet het geval.
Gelukkig ben je in wolfvorm een stuk lager bij de grond en je kunt probleemloos onder de laagste takken, die hun zware naalden bijna over de grond slepen, door sluipen.
Als je naar boven kijkt, zie je de jackpot.
Met een tevreden glimlach om je lippen verander je tussen wijd uit elkaar staande takken in je alter ego. Je haren vallen als een definitieve en onpraktische waterval over je rug.
Je trekt je shirt aan, hijst de tas over je schouders en klimt op blote voeten over de takken naar het vlondertje die kunstig in de takken is gewrocht. Je voeten voelen wat harsig aan, en ditmaal waan je je in een kerststemming met al die geurende naalden om je heen, maar je bent helemaal aan het oog onttrokken en dat is wat telt.
Als je eenmaal lekker zit, open je de tas nogmaals en begint vervolgens aan je uitgestelde lunch.
Nadat het pakketje tot de laatste kruimel is verorberd, zet je net je tanden in een appel als je opeens wat bedenkt.
Hoewel je weet dat Zane zich aan de regels gaat houden - dit is wat je denkt aan de hand van wat je tot nu van hem hebt gezien - bevindt hij zich in een groepje van vier, in het bezit van goed licht. Wat houdt ze tegen om gewoon door de tunnel te lopen?
Je hebt geen zin om als kerstkalkoen te fungeren - ondanks de sfeer.
Je hebt geen idee hoeveel weerwolven er zich nog in het spel begeven, hoeveel mannen er in de eerste plaats überhaupt mee doen. Zullen dat er ook twintig zijn, net zoals de meiden?
Het terrein is uitgestrekt, je verwacht niet nog een ander meisje tegen te komen. Al hoop je dat wel, zodat jullie geuren je kunnen mengen.
Misschien is het tijd om je niet meer zo defensief op te stellen en zelf actie te ondernemen.
Je parfum ben je kwijt, die zat in je aan stukken gescheurde broek. Je bent in je wolf veranderd, dus kan je ervan uit gaan dat je weer helemaal naar jezelf ruikt - afgezien van je shirt die nog een heel klein beetje het afzichtelijke geurtje vasthoudt. Maar is dat voldoende? Je betwijfelt het.
In ieder geval des te meer reden om je aan je enige kledingstuk te klampen.
Gelukkig is het qua temperatuur geen probleem. Zelfs in de diepe schaduw van de boom voel je de hitte om je heen pulseren.
Met spijt in je hart klim je uit de schuilplaats. Het is tijd om hier weg te gaan.
De bomen zuchten onder de hitte en jij voelt wederom het zweet van je af druipen. Omdat het een spel betreft, verwacht je niet gestraft te worden door in je wolf veranderd te zijn, maar een tweede keer durf je toch niet aan.
Toch zou het wel handig zijn geweest om meters te maken. Maar hoewel je wolf beschikt over een zomervacht, voelde je haar hijgen onder de drukkende warmte toen je eenmaal uit de kille gang was.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top