De nieuwe gevangene
Nico heeft waarschijnlijk het gevoel dat je een beetje labiel bent door alle indrukken van de ochtend en hij houdt je stevig vast terwijl jullie richting zijn huis lopen.
Op dit moment kan de suggestie die dit misschien bij anderen opwekt je niks schelen. Je denkt niet na over hoe zijn vader dit zal vinden.
Je hebt Nico nu nodig en je laat zijn troost als een balsem je ziel oppeppen. Je hebt je nog nooit zo eenzaam en verlaten gevoeld. Nico zegt het niet, maar je weet dat hij dit gevoel bedoelde toen hij Zane's emoties beschreef. Deze pijn gun jij niemand, laat staan je zielsverwant.
Het schuldgevoel dat bij je brandt, voelt net zo verschrikkelijk en instinctief sla je je armen weer om je heen als om jezelf te beschermen tegen andere - wellicht nog pijnlijkere - invloeden van buitenaf.
"Als we zo binnen zijn, zal ik je naar mijn kamer brengen. Dan ben je verborgen voor de blikken van vader en kan je even bijkomen, beter dan op je eigen matras in je ... hok."
Met lege ogen kijk je naar hem en knikt. Je bent blij dat hij in ieder geval een plan heeft bedacht, want zelf zou je echt niet weten wat je nu moet doen. Maar de hele dag slapen klinkt als een uitmuntend idee, nu je er even over nadenkt, en je knikt nogmaals. Dit keer enthousiaster.
"Hoe weet hij dan dat ik niet ontsnapt ben, zodat hij op me kan laten jagen?" zeg je, terugdenkend aan jouw eerdere ontsnappingspogingen.
De blik die Nico je nu geeft is geschrokken. Hij klemt zijn kiezen op elkaar en lacht ongemakkelijk naar jou. Voorzichtig zegt hij: "Ana, ... je weet toch wel dat er een tracker in je boei zit?"
Nu is het jouw beurt om hem met grote ogen aan te kijken. Die gedachte is in al die maanden nog geen enkele keer bij jou opgekomen.
Nico legt verder uit: "Hij is niet heel nauwkeurig. Door je huidige positie zal vader waarschijnlijk denken dat je in de keuken aan het werk bent. Maar je zal met je boei nooit echt kunnen ontsnappen."
Hij zwijgt als hij jouw ontredderde gezicht ziet. Zacht zegt hij: "Lieverd, ik dacht dat je dat wel wist."
Nu hij deze verklaring heeft gegeven voel je je zo dom. Natuurlijk had je dat kunnen bedenken.
Verslagen kijk je voor je uit terwijl Nico de voordeur open doet en je zachtjes naar de trap begeleidt om je naar zijn kamer te brengen.
Alpha Hemming zit in zijn kantoor, aangezien jullie hem niet in de vallei hebben zien trainen, dus automatisch doen jullie zachtjes. Alleen als hij toevallig de deur open doet, terwijl jij net de trap oploopt, een plek waar jullie - in ieder geval niet gezamenlijk - niks te zoeken hebben op dit moment van de dag, heb jij een probleem.
Het verbaast je dan ook eigenlijk niks als die deur inderdaad open gaat terwijl jullie net de eerste treden van de trap hebben beklommen: je bent immers bekend met je eigen geluk - of het gebrek daaraan.
Hemming zegt, met een stem die vol venijn klinkt: "Wat moet dat daar? Kom hier, allebei."
Je sluit je ogen even in overgave en draait je moeizaam om, je voorbereidend op een preek en een dag lang hard werken.
De Alpha ziet er niet uit alsof hij heel ontevreden is en misschien kom je er alleen met een berisping af, in plaats van met een lijfstraf. Alleen al door de gedachte aan dat laatste begint je lijf ongecontroleerd te trillen.
"Het is goed dat ik je tref, Ana. Ik heb een nieuwtje voor je."
Hemming staat in de deuropening van zijn kantoor. Zijn brede lichaam zorgt ervoor dat je geen glimp kunt opvangen van diens inhoud. Toch heb je door zijn lichaamstaal het gevoel dat hij daar net niet alleen was en je kijkt hem ondanks alles nieuwsgierig aan. Wat wil hij zeggen?
"Je komt uit de Sunrise-pack, heb jij me verteld. Maar ik weet hoe wijdverspreid die pack is, in hoeveel verschillende dorpjes jullie wonen. Daarom ben ik benieuwd of je bekend bent met deze persoon die we hebben opgevangen bij onze grenzen."
Nico heeft je al die tijd trouw gevolgd en staat nu naast jou, tegenover zijn vader, met nog steeds zijn arm losjes om je middel. Je weet niet of hij dat doet voor jou, maar hij trotseert er zijn vader mee en dat alleen al zorgt ervoor dat je respect hebt voor zijn actie. De troost die hij geeft, is ook erg welkom, dus je kijkt hem dankbaar aan.
De woorden die zijn vader zegt, dringen slechts half tot je door.
De blik van Nico laat veel minder geduld zien dan je dacht. Sterker nog, hij kijkt je met grote ogen aan. Seinend. Alsof er een kwartje bij je moet vallen die jij nog niet ziet.
Je voelt nu ook zijn arm wat strakker om je heen. Alsof je na moet gaan denken.
Daardoor begin je alle puzzelstukjes met elkaar te verbinden en je weet plotsklaps wat hij bedoelt. Met geschrokken ogen kijk je nu terug en hij knikt langzaam. Ernstig.
Hemming zegt: "Wat waren jullie daar trouwens van plan, boven. Nico, was je toe aan een verzetje hmm? Vandaar die arm om haar heen?"
Zijn woorden doen je nog verder verstijven en verschrikt laat Nico je nu wel los. Zijn blik gaat naar het kantoor.
Zonder een stap dichterbij te zetten, en daarbij jou indirect ook tegenhoudend om verder te lopen, zegt Nico stroef: "Nee pap, ik wilde haar wat rust gunnen. Ze werkt veel te hard."
Met een arrogante snuif zegt zijn vader: "Ana heeft het maar makkelijk hier, zij heeft nog nooit in het Stookhok hoeven werken. Jouw voorspraak heeft haar behoorlijk geholpen, zoals je weet."
Onthutst kijk je van Nico naar Hemming. Wat bedoelt hij?
Hemming sneert verder: "Ach, heeft hij je dat nooit verteld? Jammer hoor, daar had hij vast en zeker punten mee kunnen scoren bij jou."
Voordat je hem wilt vertellen dat het zo niet werkt tussen jullie, dat jullie band puur platonisch is, kijk je Nico aan, woordeloos vragend om uitleg.
Nico kijkt terug, je kan de blik in zijn ogen niet anders omschrijven dan als 'schuldig'. Dat is althans voordat hij wegkijkt, naar de grond. Had hij, correctie: hééft hij gevoelens voor jou? Met een vlaag van paniek denk je aan jullie gesprek. Hoe je hem hebt verteld over jouw mate.
Je weet niet wat je moet zeggen. Wat je hier van moet denken. Je hebt op dit moment andere prioriteiten dan Nico.
Op dit moment heb je maar zo'n kort ogenblik om te bedenken wat je moet doen. Hoe je hém het beste kunt beschermen hier.
Je vraagt, terwijl je je best doet om onverschillig, over te komen: "Wat zijn jullie van plan met die gevangene?"
Hemming is in zijn element. Handenwrijvend komt hij dichterbij en zegt zacht: "Kijk, ik dacht: jullie zouden een mooi duo kunnen vormen in een Jacht. Mijn mensen hebben vers bloed en meer uitdaging nodig."
Zuur zeg je: "Je kunt toch gewoon wat nieuwe mensen uit het Stookhok plukken?"
Meewarig reageert Hemming: "Wat denk jij, dat zij nog wat waard zijn en voor een uitdaging kunnen zorgen? Deze verse gevangene komt als geroepen."
Op dat moment weet je enkele dingen ontzettend duidelijk. De gevangene in dat kantoor is Zane. Jij hebt zijn naam niet genoemd tijdens je gesprek met Nico. Je gaat toneel spelen tegenover zowel vader als zoon, want jij vertrouwt nu niemand meer.
Je hebt slechts enkele seconden de tijd om een pokerface op te zetten en het toneelspel van je leven te gaan spelen. Hemming wenkt jullie en stijfjes loop je het kantoor binnen, gevolgd door Nico.
*
Ontzettend geschrokken kijk je naar het zielige hoopje mens dat voor je ligt op het dikke tapijt dat de vloer van het kantoor bedekt.
Zijn hele lichaam is gekromd van de pijn en zijn gezicht is smerig en beurs. Hij kijkt door een klein kiertje van zijn ene oog die nog open kan terwijl de andere per seconde meer op lijkt te zwellen.
Zijn kleren bestaat slechts uit een gescheurde korte broek, waardoor je extra goed kunt zien hoeveel pijn hij moet hebben. Er lijkt niks gebroken te zijn, maar zijn lijf zit onder de bijtmarkeringen waardoor er grote delen bedekt zijn met dieprode korsten en blauwe plekken. Er sijpelt vers bloed uit meerdere wonden. Zijn oorspronkelijke blonde haren zijn grauw van viezigheid en zitten meer dan ooit door de war. Hij heeft ook behoorlijk uit een hoofdwond gebloed, waardoor de hele linkerkant van zijn haar en gezicht bestaat uit een grote donkerode - bijna zwarte plakkaat.
Hij heeft een boei om zijn enkel, net zoals jij, en hij wil bewegen en wat zeggen, maar zijn status weerhoudt hem daarvan. Hij kan slechts kreunen en zwakjes zijn hoofd opheffen.
Met zijn enkele oog kijkt hij jou gepijnigd aan. Geschokt, maar ook met hoop en blijheid.
Jij kijkt terug naar hem alsof je hem voor het eerst ziet. Jouw wolf doet in deze niet mee, net zoals de zijne, denk je. De boeien zorgen ervoor dat zij zich koest moeten houden en jullie zien elkaar op dit moment puur van mens tot mens.
Het intense gevoel van weleer kan je nog wel voor de geest halen. Die absolute zekerheid dat jullie bij elkaar horen en voor elkaar bestemd zijn. Maar nu heb je de kans om hem met andere ogen te bekijken. En dat doe je voor die enkele seconde dat het je gegund is.
Je ziet nog steeds hoe prachtig hij is en weer gaat worden als zijn wonden genezen, maar dan kijk je dwars door zijn buitenkant met al zijn kwetsuren en recht zijn innerlijk in. Door het ene kleine stukje wat je van zijn oog ziet, merk je zijn pure ziel op.
Je denkt aan het feit hoe hij je al die tijd is blijven zoeken en je ziet hoe hard hij gevochten heeft om bij jou te kunnen komen. Je voelt je hart in hetzelfde ritme bonsen als die van Zane en merkt uiteindelijk met een zonneklare zekerheid dat je wolf een hele goede keuze heeft gemaakt. Jij bent zijn mate en jij moet er alles aan doen om hem veilig en gezond - heel - te houden.
Je vergeet alles wat je bedacht hebt voordat je het kantoor betrad en snelt naar hem toe. Of tenminste, dat was het plan. Hemming vouwt zijn machtige arm om jouw middenrif en zegt grommend in je oor: "Laat hem liggen, waag het niet."
Je piept: "Maar hij heeft pijn."
Hemming negeert je reactie en zegt: "Ana, dit is Zane. De zoon van jouw Alpha. Heb je hem eerder ontmoet?"
Je haalt diep adem en zet je stalen gezicht weer op. Met een zijdelingse blik op Nico zeg je, je omdraaiend naar de Alpha die jou ondertussen weer los heeft gelaten: "Ik ken hem niet, ik heb hem nog nooit eerder gezien."
Je probeert een bepaalde blik naar Nico te zenden terwijl je dat zegt. Daardoor wil je uitstralen dat jouw woorden de waarheid zijn: jouw mate bevindt zich misschien ergens in de problemen, maar hij is in ieder geval niet hier.
Je weet niet zeker of jouw woorden goed overkomen op hem, je ogen worden namelijk naar die van Zane getrokken. De pijn die uit zijn blik straalt is erger dan even daarvoor. Dit keer mist de blijdschap en hoop. Je krimpt in elkaar en merkt hoe hetzelfde leed door jouzelf golft. Daardoor besef je hoe diep verraden hij zich moet voelen.
Hij kijkt je aan alsof zijn mate hem af heeft gewezen. Hij probeert zich nog meer als tot een balletje op te rollen en jij voelt je hart breken bij die aanblik.
Jij voelt je zelf ook verraden. Waarom vertrouwt hij je niet?
Nico maakt een verstikt geluid en verlaat het kantoor, zonder op de toestemming van zijn vader te wachten.
De peinzende blik die Hemming je toewerpt, bevalt jou niet.
In welke ontzettende warboel heb je jezelf nu begeven?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top