De laatste loodjes

Je zit nog geen vijf minuten in de boom, als je, door een kijkgaatje in het bladerdek, een jager voorbij ziet sluipen.
Hij komt van dezelfde kant af als jijzelf en snuift enkele malen diep bij de lavendel. Tot je grote vreugde schijnt hij daarna inderdaad het spoor bijster te zijn en je geeft jezelf een mentale high five voor je lumineuze idee.
De jongeman - hij ziet eruit alsof hij van jouw leeftijd is - verdwijnt, na enkele aarzelende minuten rondscharrelen, uit het zicht.

Jouw adem, je merkt opeens dat je die al die tijd inhield, laat je met een zucht gaan en je leunt weer achterover, tegen de stam. Je hartslag komt langzaam tot bedaren.
De tijd tikt traag voorbij en langzaam maar zeker begin je in een goede afloop te geloven.

Dat had je niet moeten doen.

Op de open plek begint er namelijk, tot je grote schrik, opeens spitsuur te ontstaan. De jonge eenling is net een kwartier weg en weer voel je de adrenaline stromen als je harde stemmen hoort. Dit zijn er in ieder geval meer dan één.

"Deze is duidelijk helemaal verdwaald. Ze loopt behoorlijk in cirkels. Maar dat geeft niet, wij zorgen wel voor haar."

De rauwe stem klinkt vol zelfvertrouwen en ook de instemmende geluiden - en zelfs wat gelach - die daarop volgen, zorgen voor paniek bij jou.
Dit zijn er minimaal twee, maar volgens jou zelfs drie. Is het niet een beetje oneerlijk om in groepjes op jacht te gaan?

Wat je dan ziet, zorgt ervoor dat je in ieder geval dat laatste begrijpt. Er verschijnen drie mannen in je blikveld. Het kijkgaatje heb je voor de gelegenheid wat groter gemaakt, niet slim, maar je bent gewoon té nieuwsgierig.
Ze hebben een meisje op sleeptouw en zij ziet er deerniswekkend uit. Het is zo'n exemplaar die een kort rokje en pumps aan heeft getrokken en je gokt dat zij vanochtend vroeg al gepakt is. Maar deze mannen zijn haar mate niet, dat merk je wel aan het gedrag van allemaal. Niemand pakt haar liefkozend beet of zorgt goed voor haar, terwijl zij dat ook duidelijk niet verwacht.
Hoe de mannen met haar omgaan kan jij alleen maar omschrijven als 'onverschillig'. Aan haar zie je dat ze de moed heeft opgegeven om bijvoorbeeld weg te lopen. En bovendien, waar zou ze heen moeten? Ben jijzelf er niet ook al achter gekomen dat je geen kant op kan in deze gevangenis?

De jonge vrouw kan het allemaal niks meer schelen. Nu ze doorheeft dat ze even pauze kan houden, laat ze zich dankbaar en plompverloren op de grond zakken. Je ziet dat ze op blote voeten loopt die er vies en kapot uit zien. Als het meisje zelfs geen moeite doet om die te verzorgen kijk je met grote ogen toe. Je hebt zoiets voorspeld aan je broers en vader, maar toch schrik je, nu je het levende bewijs voor je ziet.

Je prent haar gezicht in je geheugen en doet dat ook bij de drie mannen. Ze zijn ouder dan Caleb en dusdanig wanhopig dat ze grijpen wat ze pakken kunnen. Het valt je nog mee dat ze er slechts één hebben weten te vangen. Je hoopt dat de anderen beter terechtgekomen zijn.

Eén van de drie heeft rossig haar en zijn gezicht is gestippeld door sproeten van dezelfde kleur. Nu je zijn gezicht zo duidelijk opneemt, merk je dat je zelfs een naam bij hem hebt. Jouw broers hebben het af en toe over Talmai 'de Rooie'.
Dan kan het niet anders dat de andere twee Pepijn en Jip zijn. Deze drie zijn gezworen kameraden en een beetje op zichzelf. Ze horen thuis in de hoofdpack, waar Zane thuishoort. Duidelijk is dat ze geen van drieën een mate hebben - en die wel willen.

Althans, voor het eerst bedenk je dat deze jacht ook verplicht is voor mannen. Maar als ze niemand willen, wat doen ze dan met dit meisje en jouw geur?

Door dat alles besluit je je gedeisd te houden. Ook dit groepje zal het opgeven en weer weg gaan.

Terwijl je op dat moment zelfs wat ruimte in je hoofd hebt om te bedenken hoe je naar de uitgang moet zien te komen terwijl je klaarblijkelijk verdwaald bent - hopelijk is de geur van dit groepje over enkele uren nog sterk genoeg om te kunnen volgen - als er iets verschrikkelijks gebeurt.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top