Hoofdstuk 12
Het lukte Eleanor amper om te ademen toen ze het veld op stapte. De plek was veranderd sinds de laatste keer dat ze hier was geweest. De kleine kapel was nog steeds begroeid met rozentakken, maar er waren geen bloemen meer. De bomen om hen heen waren van kleur veranderd, alsof er veel meer tijd voorbij was gegaan dan een paar dagen.
Maar het was niet de plotselinge verandering van de natuur, die haar longen bevroor. Het waren de botten.
Schedels hingen aan de bomen. Hun holle ogen keken vanuit het bos het grasveld in. Sommigen waren van wolven en andere wezens, anderen leken menselijker. Hun gelaten werden vergezeld met honderden botten die tegen de boomstammen waren gestapeld. Ze waren deels in de bomen gegroeid, alsof ze hier al jaren lagen.
Eleanor hoorde de grond onder haar voeten kraken. Toen ze naar beneden keek, zag ze ribben tussen het gras liggen. Dit was niet dezelfde plek als waar Renna gestorven was. Dat kon niet. Deze plaats leek alsof er een hele stad was gestorven. Honderden, misschien wel duizenden wezens. Was dit het werk van Soliste? Zouden haar botten straks op deze stapel liggen? Was dit het einde?
Dit was een vreselijke plek om te sterven. Toch deed Eleanor geen poging om haar handen uit die van de godin te bevrijden. Inmiddels wist ze beter. Proberen te vluchten was zinloos. Alles wat ze kon doen, was meespelen in deze misselijkmakende dans. 'W-waarom?' Probeerde ze nogmaals te vragen, haar stem was niet meer dan een piep.
'Omdat het beter is.' Solistes vingers brachten Eleanors vingers naar haar hart. 'Alles wat leeft moet sterven. Dat is hoe het werkt.'
'Is dat het echt?' Het snel kloppende hart van de godin maakte haar nerveus. Ze wilde hier niet zijn, maar de warmte van de godin trok haar naar voren. Eleanor wilde haar nagels in haar borst zetten, haar bloed proeven, gretig als ze was. Het verlangen maakte haar gek. Hoe kon ze tegelijk jager en prooi zijn?
Soliste schudde haar hoofd zacht. 'Je hebt nog zoveel te leren Eleanor.' Haar nagels streelden over haar sleutelbeen.
'Leer me het dan.' Een lichte pijnscheut schoot door Eleanors huid. 'I-is het zo verkeerd om te willen leven? Heb ik echt zoveel gebroken?'
'Zoveel vragen... Heeft iemand je weleens verteld dat je er te veel stelt.' Solistes leunde naar voren. Haar gezicht was minder dan een paar centimeter van Eleanor verwijderd. Toch glansden haar ogen, alsof ze in het volle licht stond, in plaats van Eleanors schaduw.
Eleanor knikte zacht. Haar lichaam beefde te veel om iets te zeggen. Ze wist niet wat ze nog moest zeggen, wat te vragen. Dit voelde akelig veel als het einde waar ze een paar dagen geleden nog zo bang voor was geweest. Nu wist ze niet wat ze voelde.
Woede, angst, verwarring, rust, pijn. Alle emoties waren verdoofd door Solistes aanwezigheid. De godin was als een zee die haar had overspoeld. Ze wist dat ze aan het verdrinken was, maar Solistes snel kloppende hart maakte alles zo levendig. Eleanors vingers bleven op Solistes borst rusten en Solistes handen verlieten hun plek op haar sleutelbeen niet. Ze keken elkaar aan, terwijl het bloed op hun huid mixte.
'Waar wacht je op?' Fluisterde Soliste. Langzaam zakte ze naar achter, tot ze op de steen van het altaar zat. 'Eet.'
Het woord stuurde een rilling over Eleanors rug. Ze wist zeker dat de godin het ook voelde, maar Soliste reageerde er niet op. Ze keek haar afwachtend aan. Haar zilveren ogen hongerig en haar nagels nog steeds op haar borst, maar ze bewoog ze niet naar binnen.
Verdwaast staarde Eleanor langs haar heen. Er was geen troon van doorns, geen bloedend hart dat op het altaar klaar werd gezet. Voor haar op de koude steen, zat de godin zelf.
Ze meende dit niet. Dit was een van haar vele spelletjes.
'Toe maar, het is oké.' Solistes vingers gleden over haar huid naar haar bovenarmen. Ze lieten ondiepe krassen achter. 'Een honger als de mijne kan niet gestild worden, alleen gestopt door iets groters.'
'I-ik ben niet groter.' Eleanor probeerde achteruit te stappen, maar de greep van de godin hield haar tegen. 'Ik ben een mens.'
'Je hebt me eens iets anders verteld, lief.'
Ze glimlachte en trok Eleanor naar zich toe. Opnieuw veranderde de wereld in witte mist. Dit keer hoefde ze geen stappen te zetten om de andere kant van de tussenwereld te bereiken. De koude mist waaide langs Eleanors lichaam tot ze in Solistes eetzaal zaten. Bloed droop op het witte tafelkleed.
'I-ik ben niet zo sterk als jij.' Eleanor trok aan haar handen van Solistes lichaam. De beweging trok de godin overeind. Gelijktijdig stapten ze door de witte mist naar een plek op een mistig eiland. In de verte klonken krijsende stemmen. Alsof het water zelf het in pijn uitschreeuwde.
Solistes hart riep terug. Het bonsde zo luid dat het de stemmen het zwijgen oplegde, dat het de woorden uit Eleanors mond trok. 'Jij bent precies wat ik je gemaakt heb. Jij bepaalt niet wie jij bent of waar je kracht eindigt.' De godin trok aan haar bovenarm. Opnieuw veranderde de wereld naar wit, alsof ze door de tijd dansten. Dansten of vechten.
Eleanor keek niet langer naar de bomen om hen heen of hun omgeving. Haar ogen waren op de godin gericht. Het luide kloppen, zorgde ervoor dat ze instinctief een pas naar voren zette. De wereld wervelde met haar beweging mee, alsof de tijd nu ook door haar vingertoppen vloeide. 'A-alsjeblieft, laat me gaan. Ik wil dit niet zijn.' Ze kon dit niet. Wat de godin van haar vroeg was te veel. Al schreeuwde haar instinct om te eten.
Soliste kwam tot stilstand. 'Dat hertenkalf wilde ook niet sterven. Toch at je. Waarom?'
'H-het zou altijd al doodgaan.'
Soliste glimlachte zwakjes. 'Dus waarom eet je nu niet? Je hebt de botten gezien en de schreeuwen gehoord. Dit zou altijd al sterven.'
Eleanor keek haar aan. 'W-weet je het zeker? Is er geen andere manier?'
'Voor mij niet, maar misschien kun jij hem vinden.' Soliste leunde tegen haar nagels in. De metaalachtige geur van bloed drong Eleanors neus binnen.
Haar instinct duwde haar vingernagels verder Solistes borst in. Het geluid van krakende ribben zorgde ervoor dat ze pauzeerde. Ze hield haar adem, wachtend op een woord dat haar zou stoppen, doorns die om haar lichaam wikkelden en haar achteruit trokken. Maar dat gebeurde niet. Langzaam verslapte het lichaam van de godin, terwijl bloed langs Eleanors arm droop. Het hart dat nu in haar vingers lag, klopte nog een laatste keer voordat het stilviel. Eleanor perste haar ogen dicht, terwijl ze het warme vlees naar haarzelf toe trok. Bloed droop langs haar kin, terwijl ze at. Hap voor hap, zonder op te houden of te kijken. Met moeite slikte ze het vlees weg. Ze proefde het niet eens. De enige smaak in haar mond was het zout van tranen, waarvan ze nu pas het bestaan ontdekte.
Ze voelde geen eens verdriet. Ze voelde alleen een hol en leeg gevoel op de plek waar haar hart zou moeten zitten. Met bevende vingers reikte ze naar haar borst. Ze ontdekte geen gat in haar huid. Alleen de krassen die Soliste had achtergelaten.
Voorzichtig opende Eleanor haar ogen. Met een brok in haar keel keek ze naar het levenloze lichaam voor haar. Hoe had ze dit kunnen doen? Waarom had Soliste haar gelaten? Was dit echt het juiste? Ze klemde haar kaken tegen elkaar.
Het was vreemd hoe onschuldig Soliste leek. Het bloed om haar mond leek haar eigen. Haar ogen staarden half open naar de hemel alsof ze om hulp smeekten. Als iemand dit zag zouden ze denken dat een jager een weerloos hert had neergehaald. Maar Eleanor was geen jager, ook al had ze bloed aan haar handen. Ze was slechts het wazige silhouet van een persoon dat tussen de grijze bomen stond.
Ze wilde hier niet meer zijn, maar weglopen voelde verkeerd. Ze wist niet eens waar ze heen moest gaan? Ze kon niet naar huis. Soliste had een hele harem vol met wezens afhankelijk van haar. En Daveny... zou hij nog leven? Hij zou weten wat te doen. Hij kende Soliste beter dan iedereen.
Ze nam een ademteug en keek naar het lichaam. Ze kon het zo niet achterlaten. Zelfs na alles wat Soliste had gedaan, voelde dat niet goed.
Met bevende handen reikte ze naar de bosgrond. Ze pakte een hand bladeren en strooide ze over Solistes lichaam. De grond onder haar voeten kraakte zacht. Langzaam verbogen de wortels onder haar. Ze duwden meer bladeren naar de godin toe.
Geschrokken veerde Eleanor naar achteren. De wortels schoten terug de grond in. Een vlaag misselijkheid overspoelde haar. Soliste was niet dood. Haar lichaam was dat misschien wel, maar haar hart bonsde nu samen met dat van Eleanor. Ze was niet meer dan hetgeen wat ze gegeten had.
Ze strekte haar vingers voorzichtig uit. Haar nagels glansden in het zonlicht dat tussen de bladeren doorstroomde. Met haar beweging volgden ook de wortels. Als slangen bedekten ze het lichaam. Eleanor bewoog haar vingers heen en weer. Enkele bladeren vlogen omhoog en dansten door de lucht. Zodra ze haar hand liet zakken, dwarrelden ze neer. Een voor een bedekten ze de laatste restjes wit op de bosgrond. Solistes oude gedaante verdween als sneeuw in de zon.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top