5.3
Vermoeid maar ook voldaan verliet ik de bibliotheek. Mediteren kostte meer moeite dan je zou verwachten van iets waarbij je alleen stil zit, maar juist daardoor voelde het zo goed dat ik het nu achter de rug had. Nestor zei dat ik het prima had gedaan voor een eerste keer, en dat we morgenavond weer verder zouden gaan. Aan zijn manier van lesgeven kon ik wel wennen. Hij mocht dan wel streng zijn, hij liet het ook merken als hij ergens tevreden over was.
Na de meditatieles had hij me een boek gegeven waarvan ik de eerste pagina's moest lezen terwijl hij het avondeten maakte. "Als beloning" mocht ik, nadat ik het had gevraagd, ook nog zelf een boek uitzoeken om te lezen. Van die kans maakte ik dankbaar gebruik door het bestiarium dat ik had gezien mee te nemen. Hopelijk kon ik daarin iets vinden over het monster dat ik bij Miranda had gezien en gaf dat me een eerste aanknopingspunt om Nestor om hulp te vragen.
Daar had ik tot nu toe nog even mee gewacht omdat ik wist wat de reputatie van Miranda in het dorp over het algemeen was. Ze stond bekend als een lieve vrouw. Volgens de verhalen was ze een wereldreiziger die enkele jaren geleden haar overspelige man had verlaten om in Kartes, een stad aan de andere kant van het land, een nieuw bestaan voor zichzelf op te bouwen. Omdat ze het als een belangrijke taak zag om goed voor kinderen te zorgen, had ze toen het huidige weeshuis opgezet in het klooster. Tot haar komst moesten de wezen een bestaan voor zichzelf regelen op straat, omdat niemand voor ze wilde zorgen. Miranda bracht daar echter verandering in. En hoe weinig de meeste Kartezers ook gaven om de wezen van de stad, iedereen (waarschijnlijk inclusief Nestor) had respect voor Miranda vanwege wat ze gedaan had. Het zou nog een lastige klus worden om anderen ervan te overtuigen dat ze een gevaarlijke heks was. Daarom moest ik het goed opbouwen; een beetje bij Nestor peilen wat hij wel en niet zou geloven, hier en daar een hint geven dat er iets aan de hand was, en dan vragen of hij Miranda wilde confronteren om haar plan te dwarsbomen. Maar dat alles kon niet te lang wachten, want het zou nog maar enkele weken duren voor haar plan in werking trad.
Terwijl ik wachtte op een kans om Nestor te overtuigen, ging ik zoveel mogelijk kennis proberen te verzamelen. Ik sloeg het bestiarium open op het bureau van mijn slaapkamer en begon te bladeren. Het duurde niet lang voor ik had gevonden wat ik zocht. Het boek was gesorteerd op alfabet en het monster dat ik zocht—Aurox' soort—stond er inderdaad in, onder de letter C. Ik begon te lezen.
Cocharae (enkelvoud: Cochara) zijn monsters van het gevaarlijkste soort. Ze bestaan al honderden jaren en zijn bekend om hun bloeddorstige aard. Ze hebben een arm met schubben en een arm zonder schubben, maar beide armen hebben klauwen in plaats van handen. De geschubde arm wordt gebruikt in man-tot-man-gevechten, de menselijke arm wordt gebruikt om magie te bedrijven. Alle volwassen Cocharae hebben volgroeide en volledig functionele vleugels op hun rug. De hoorns op hun voorhoofd geven aan welke elementaire magie de Cocharae bezitten; is de voorste hoorn het grootste, dan is dat vuurmagie, bij de tweede, derde en vierde hoorn horen respectievelijk watermagie, windmagie en aardemagie.
Cocharae staan bekend als echte mensenhaters. Tot ons geluk zijn ze momenteel opgesloten in de Anderwereld en kunnen ze daardoor geen schade aanrichten.
Daarna bladerde ik nog door de rest van het boek heen om te kijken of ik een afbeelding van een mensachtige vis met drietand kon vinden, maar dat lukte helaas niet. De alfabetische lijst liep maar tot en met monsters waarvan de soortnaam met een M begon. Op de laatste pagina stond: de overige tot nu toe bij de Patronusorde bekende wezens staan omschreven in het tweede deel van dit bestiarium. Die moest ik dan later nog maar eens opzoeken.
Wat me opviel, was dat er, in tegenstelling tot bij veel andere monsters, bij de Cocharae geen habitat genoemd stond. Dat gaf me het perfecte excuus voor de eerste poging tot peilen en de eerste hint. Ik kon Nestor vragen of er een kans was dat die Cocharae bij ons in de buurt zaten.
Dus zogebeurde het dat ik een halfuur later aan de eettafel, nog voordat we ons tegoed gingen doen aan Nestors overheerlijk ruikende vleesragout, mijn moed bijelkaar raapte om hem naar de Cocharae te vragen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top