Hoofdstuk 3

De Sterdraak. De kleinste drakensoort die nog leeft. De sterdraken vallen vaak al te herkennen aan hun zeer kleine lichaam en grote vleugels, maar hun donkere kleuren met tussendoor lichte schubben zijn ook erg herkenbaar. Deze draken kunnen zichzelf ook onzichtbaar maken, maar er zijn drakensoorten die een onzichtbare draak nog wel kunnen voelen. Sterdraken hebben een zeer scherp gehoor en kunnen zeer goed zien, dus als je er een ziet kan hij je waarschijnlijk ook horen.

Rafael

Als mijn vragen eindelijk een beetje beantwoord zijn duikt Borner onder de klauw van Ronestar vandaan. 'Maar wat is nu jouw naam?'

'Het is Rafael. Dat had ik je toch vertelt?'

Borner is meteen weer aan het lachen. Zelfs de klap die hij krijgt van Ronestar is niet genoeg om hem te laten stoppen. Uiteindelijk beukt Ronestar tegen Borner aan, waardoor Borner door de kamer heen schiet en eindigt met zijn kop tussen een paar dikke boeken. 'Wat mijn compagnon op zijn zeer ontactische manier wilde duidelijk maken: dat is geen goede drakennaam. Hoewel je als een draak van de Vechtklasse redelijk veel respect zal ontvangen, zal dit respect verdwijnen als ze jouw naam horen. Namen bedwingen respect. En Rafael bedwingt geen respect.'

Dit drakengebeuren wordt zuurder met elk gesprek. 'Dus ik moet mijn naam veranderen, ondanks dat het mijn geboortenaam is?'

Ronestar knikt, zijn gezicht droevig. 'Een drakennaam is vaak indrukwekkend. En helaas is Rafael niet zo indrukwekkend.'

Daarmee loopt hij weg, met Borner in zijn klauw. Ik wordt alleen gelaten in de bibliotheek om na te denken over mijn naam.

Na een tijd nadenken komt het als een soort impressie. Ik zie mijn naam als een serie beelden, waar alleen maar een woord aan gekoppeld hoeft te worden. Dan weet ik het eindelijk. Met mijn naam vers in gedachte loop ik de gang op. Zodra de deur achter me dicht is heb ik het gevoel dat ik bekeken wordt. Als een soort instinct weet ik waar het vandaan komt. In de hal, die vol staat met porselein, boekenkasten, schilderijen en andere breekbare spullen, loop ik in eerste instantie richting de kamer waar ik verblijf. Als ik vlakbij mijn kamer ben duik ik naar rechts en grijp ik de spionerende draak bij de keel. Tenminste, ik denk dat het de keel is, tot de draak zichzelf zichtbaar maakt en het blijkt dat het de romp is van Borner. 'Wordt dit soms een gewoonte in dit huis, dat ik continu vastgegrepen wordt?'

Zodra ik doorheb dat het Borner is laat ik hem los. Hij klapt met zijn vleugels en stijgt op van mijn klauw. 'Bedankt dat je me ook laat ademen. Iets wat die stomme Ronestar vaak vergeet. En waarom ben jij uit die bibliotheek gekomen? Ik dacht dat je nog bezig was die slome hersens van je een naam te laten bedenken.'

Ergens heb ik zin om Borner een schok te geven. Maar voor nu besluit ik om de vriend van Ronestar met rust te laten. Zijn tijd komt nog wel, en dan wenst hij dat hij me nooit zo had beledigt. 'Ik ben uit die bieb gekomen omdat mijn "slome hersens" ondertussen al een naam hebben bedacht. Eentje waardoor jij respect voor me gaat krijgen. Maar eerst wil ik Ronestar vinden. Dus kan jij me vertellen waar hij is, of moet ik je eerst weer grijpen en de kennis uit je schudden?'

Borner vliegt ervandoor, waardoor ik moet racen om hem bij te houden. Nu begrijp ik waarom ze hem de "Scoutklasse" hebben gegeven. Uiteindelijk storm ik door een paar deuren een enorme eetzaal binnen, waar Borner gewoontjes naar Ronestar vliegt. Ronestar lacht. 'Kon hij het weer eens niet laten om je voor gek te zetten?'

Die laatste opmerking laat mijn woede weer ontvlammen. Zodra ik het eerste gekraak hoor bedenk ik me hoe de laatste keer al te dichtbij is, en gebruik elk trucje dat ik ken om mijn woede te onderdrukken. Met veel moeite lukt het dan ook. 'Nee. Hij kon het niet laten. Als ik ooit een compagnon moet kiezen wordt het geen Sterdraak, kan ik je nu al vertellen. Veel te snel, veel te luidruchtig en vooral veel te irritant. Ik moet er niet aan denken samen te werken met zo'n draak.'

Ronestar lacht. 'Daar heb je wel gelijk. Sterdraken, vooral deze, hebben een manier om het bloed onder de schubben vandaan te trekken. En er zijn al aardig wat draken die de Sterdraken niet uit kunnen staan. Je moet dan ook de sleutel kennen. Let op.'

Borner kijkt angstig. 'Oh, nee. Niet weer!'

Hij probeert weg te vliegen, maar Ronestar is veel sneller. Hij grijpt Borner uit de lucht en laat de gladde kant van een van zijn klauwen achter de kop van Borner glijden. Zodra hij dat doet krult Borner zich op en valt in slaap. Ineens ziet hij er niet meer zo irritant uit, maar juist schattig. Zodra Borner slaapt vraag ik aan Ronestar: 'Mag ik m nu opeten?'

Ronestar houdt Borner dicht bij hem. 'Dacht het niet. Dan vertrouwt hij me nooit meer. Hoewel het aanbod erg verleidelijk is... Maar doe het maar niet. Straks overleeft hij het nog.'

Dan kijkt hij me serieuzer aan. 'Zo, je hebt hem volgens mij niet achtervolgt omdat hij je alleen maar bespiedde, of wel?'

'Nee. Ik weet mijn naam. Het is Rosteranar.'

Ronestar kijkt me verbaasd aan. 'Rosteranar. Dat is de naam van een van de grootste draken in de geschiedenis. Rosteranar verzamelde de draken onder een vlag toen de draken in de problemen waren. Hoe kwam je op die naam?'

Nu moet ik weer terug denken. 'Toen ik de naam bedacht kreeg ik een serie beelden in mijn hoofd. Elk van de beelden gaf een idee. Pas toen ik alles bij elkaar deed begreep ik het. De beelden gaven mij mijn naam.'

Ronestar kijkt bedachtzaam voor zich uit. Het lijkt alsof hij niet meer bij zinnen is. Na een tijdje, wanneer ik me zorgen begin te maken, komt hij weer bij. 'Dat is een van de meest speciale manieren die ik ooit heb gehoord. Volgens mij was Rosteranar ook zo op zijn naam gekomen. Oh, sorry. Jij bent Rosteranar.'

Ondertussen komt Borner bij in de klauw van Ronestar. Als Borner wakker is ligt Ronestar hem in. 'Borner, je hebt wat gemist. Ontmoet Rosteranar.'

Ronestar gebaart naar mij. Borner kijkt kritisch naar me. 'Rafael heeft een nieuwe naam gekozen? Wat een verassing. We hebben dus een herboren Rosteranar hier staan. Eens zien of hij net zo wijs is als wij hopen.'

Daarmee wordt ik nieuwsgierig. 'Wat is er dat jullie een wijze draak nodig hebben?'

Ronestar en Borner kijken elkaar aan. Ronestar geeft de indruk dat hij diep nadenkt, voor hij zegt: 'Loop even mee.'

Hij brengt me weer terug naar de bibliotheek. Daar legt hij naast het boek over de drakenrassen een tweede boek neer. 'Dit boek vertelt over onze geschiedenis. Elke verandering in de tijdlijn wordt erin genoteerd door onze geschiedenisbewaarder. Het hoofdstuk waar jij naar wilt kijken is ongeveer in het midden.'

Ik sla het boek open, iets voorbij het midden. De bladzijde zijn leeg. Door terug te bladeren kom ik bij het hoofdstuk waar Ronestar op doelt. 'Hoofdstuk 138, de vijfde drakenoorlog. Deze keer is het een meningsverschil over de tempel die de oorlog ontketend. De factie van de draak met de naam Korganar is van mening dat de centrale tempel gewijd moet worden aan de voorouders, dus dat de seizoenen en hemellichamen weggehaald moeten worden. De rest is juist van mening dat de tempel goed genoeg is zoals hij is en dat het veranderen onze voorouders zou beschamen. De draken van Korganar zijn nu afgesplitst en voeren nu regelmatig aanvallen uit op onze stad. Volgens de berekeningen zou onze laatste leider, de grote Rosteranar, al jaren geleden herboren moeten zijn. Helaas heeft geen enkel drakenjong die naam gekozen. Het vooruitzicht is nu zeer bleek, vooral met onze beste vechters nu ofwel verdwenen ofwel aan het vechten om te overleven.'

Ronestar knikt. 'Dat is onze status. En daarom ben jij zo belangrijk. Jij bent, door jouw naamkeuze, de volgende leider. En we moeten je dus zo snel mogelijk aan onze leidster laten zien.'

Borner knikt. 'Dat niet alleen. We moeten regelen dat je zo snel mogelijk alles leert wat een draak moet leren. We hebben alleen een klein probleem: niemand van ons beheerst bliksem of licht. Dus je moet dat alleen leren.'

Ronestar douwt nu met zijn hoofd tegen mijn achterste aan, om me zo snel mogelijk aan het lopen te krijgen. Borner vliegt aan alle kanten om me heen, in de hoop dat ik er nog sneller van ga lopen. Waar de haast vandaan komt weet ik niet, maar ik werk maar mee.



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top