Hoofdstuk 12

Draconi Elementalis of Elementdraak. Zelfs onder de draken is deze soort een geval apart. De Draconi Elementalis kan namelijk kiezen welk element hij of zij belichaamt, en kan dit element elk moment aanpassen. Het maximum aantal elementen per keer is wel een, maar dit maakt niet uit in het geval van de Elementdraak. Ze kunnen in enkele seconden van element veranderen, en hun lichaam wordt aangepast aan het element dat ze kiezen. Hierdoor zijn ze veelzijdig en zeer moeilijk te doden. Elementdraken hebben wel veel training nodig om de handigheid te houden.

Rosteranar

Na een paar volledige inspecties van Kolena laat ze Ronestar zijn poot weghalen. Zodra mijn kop vrij is laat ik hem merken dat ik er niet blij mee ben. 'De volgende keer dat jij mijn kop tegen de grond aan werkt, bijt ik de poot eraf waarmee je mijn kop vastdrukt.'

Ronestar stapt angstig naar achteren. Kolena knikt glimlachend. 'Er is tenminste niks mis met je humeur, Rosteranar. Dat moet ik je wel geven. Weet je zeker dat je een mens bent?'

Ik knik. 'Ik ben opgegroeid als een mens. Mijn ouders zijn mensen. Voor die stomme draak mij beet had ik nog nooit iets met een draak te maken gehad, dus ik ben zeker dat ik een mens ben.'

Kolena is even stil. 'Weet jij nog hoe de draak eruit zag die je heeft gebeten?'

Ik heb al zo lang niet meer terug gedacht aan die dag dat het is weggezakt. Het voor de geest halen van dat ene moment dat mijn leven voorgoed omgooide is ook lastig. 'Het was donker toen ik naar huis fietste. Een draak, iets groter dan jij, vloog over en landde in de buurt. Toen ik er langs fietste zag ik de kop. De kop had drie sets hoorns, die dubbel gekromd waren. De draak was bijna nachtzwart, ongeveer de kleur van Santala. Dat was wanneer een tak onder mijn voeten kraakte, en de draak mij zag. Hij ging meteen in de aanval. Vlak voor hij me in de bek nam zag ik de twee rode ogen. Zijn tanden waren gekromd, maar dat zijn ze volgens mij bij iedere draak.'

Kolena denkt even na. 'Was het een lange beet, alsof hij je wilde doden of eerder een korte beet?'

Die weet ik wel meteen. 'Het voelde erg lang aan, maar zodra hij merkte dat ik niet vocht liet hij me los en vloog hij weg.'

Ze knikt. 'Ik weet welke draak jou heeft gebeten. Mijn compagnon...'

Nu ben ik de weg helemaal kwijt. Ronestar heeft Borner als compagnon, maar Kolena is zijn mate. Hoe kan zij dan een eigen compagnon hebben, en hoe kan het dat ik geen van beide ooit heb gezien in zijn huis heb gezien? Ronestar ziet de verwarring. 'Kolena, je kan nu dus zien dat hij echt een mens is. hij begrijpt het mate gedeelte niet.'

Kolena legt het uit. 'Als een draak een mate kiest, dan kiest hij of zij die mate voor het leven. Pas als een van de twee sterft mag de achterblijvende draak een nieuwe mate kiezen, maar dat doen ze vaak niet. Het deel waar ik denk dat jij verwarring ziet, is het compagnon gedeelte. Als twee draken maten dan delen ze al hun bezittingen. Maar hun woonplekken zijn al gedeeld bezit met hun compagnons. Dit is de reden dat elk huis veel te veel slaapkamers heeft voor hun bewoners. Elk huis is erop berekend dat er twee paren draken in wonen, met aparte kamers voor hun kinderen. Nu zijn Ronestar en ik al enkele jaren samen, maar we hebben geen kinderen. Ik kan zijn compagnon ook niet aan, wat je waarschijnlijk wel begrijpt. Daarom slapen we nog los van elkaar. Maar uiteindelijk zal Ronestar ook intrekken bij mij, en krijgen wij ons eigen nest. Hoe dan ook: het systeem lijkt moeilijk, maar is eigenlijk simpel.'

Mijn gedachten gaan terug naar haar compagnon. Hij of zij heeft mij dus gebeten. Maar ik weet nog steeds niet wie hij of zij is. 'Zou ik jouw compagnon mogen ontmoeten?'

Kolena kijkt schichtig mijn kant op. 'Hoe weet ik zeker dat je hem niet wilt vermoorden? Of hem terug wil pakken omdat hij jou heeft gebeten? Of dat je hem gaat martellen?'

Ik haal mijn schouders op. 'Ik heb geen bewijs. Ik wil alleen degene ontmoeten die mij heeft gebeten, om erachter te komen waarom hij me gebeten heeft. Ik ben niet wraakzuchtig.'

Terwijl ik spreek lichten mijn schubben weer op. Kolena knikt. 'Dat was genoeg bewijs. Als iemand de waarheid spreekt en bewijs nodig is, lichten de schubben op. Dat is een oud stukje magie van de vroege draken. Ik neem je mee naar mijn compagnon. Kan je vliegen?'

Ik lach daarom. 'Ik heb in de lucht al eens hard gevochten, ja. Maar als ik jouw mate en mijn compagnon mag geloven kan ik niet eens opstaan! Dus ik heb geen idee!'

Onesela en Ronestar kijken schaamtevol naar de grond. Kolena, Borner en Santala proesten het uit. Stalesena lacht zwakjes mee. Als Kolena bijkomt gebaart ze mij dat ik haar moet volgen. Zonder enige moeite sta ik op en volg ik haar. Een vluchtige blik naar mijn romp laat me zien dat een dunne glanzende laag op mijn schubben zit. Zodra mijn blik op mijn romp valt groeit het lichtaura weer en wordt ik weer omgeven door een palet van kleuren. Kolena kijkt om en ziet het. 'Nu weet ik waarom de Draconi Poralba als kleurrijk worden omschreven. Hoe heb je dat gedaan?'

'Ik doe het gewoon. Het gaat automatisch. Ik kan ook mijn humeur in mijn aura laten terugkomen. Dus dan zou mijn aura rood zijn geweest toen Ronestar zijn klauw op mijn kop had, en grijs toen ik vertelde over de dag dat ik gebeten werd.'

Ze knikt. 'Dat is lang geen slecht trucje. Maar mijn compagnon wacht. Dus we moeten opschieten.'

Onesela en Santala dirigeren iedereen mijn kamer uit en doen de deur dicht. Als we langs het mandje met de sleutels komen grijp ik snel die van mij eruit. Ik hoor Santala uitvallen tegen Stalesena, maar let er niet op. Kolena springt snel de lucht in. Een korte aanloop later volg ik haar. We vliegen richting het huis van Ronestar, en landen er in de buurt. Het huis van Kolena is iets kleiner dan dat van mij, maar niet minder indrukwekkend. Zodra ze de deur opendoet roept ze naar binnen. 'Kental, ik ben thuis! Er is iemand die je wil ontmoeten!'

Binnen vraag ik me af hoe Kolena ooit de deur open heeft gekregen. Overal in het huis liggen sierraden en andere dingetjes. Er zijn zoveel schatten dat ik me afvraag hoe iemand anders ook maar iets van goud kan hebben. Ik wordt uit mijn gedachten getrokken door een blauwwitte draak die de trap af rent. Ik kijk Kolena verbaasd aan. 'Dat is niet de draak die ik had gezien.'

Ze zucht. 'Je kijkt naar een Draconi Elementalis. Die kunnen van element wisselen, en als ze een element kiezen verandert hun lichaam van vorm en grootte. Nu heeft hij voor ijs gekozen, omdat hij weet dat ik ijs een irritant element vindt.'

De elementdraak kijkt naar me, snuffelt kort aan mijn poot, kijkt angstig naar me en schiet ervan door. Daarmee laat hij mij en Kolena verbaasd achter. Kolena neemt me mee naar boven, waar ze naar een van de slaapkamers loopt. Met een knal ramt ze de deur open. Binnen zie ik een draak liggen, maar het is niet dezelfde. Of tenminste: ik denk niet dat het dezelfde is. De draak heeft zwarte schubben, en is veel groter dan de draak van daarnet. Als Kolena naast hem staat zie ik dat de draak iets kleiner is. Aan de andere kant ruik ik nu dezelfde geur als de draak van daarnet, de vleugels zien er op de kleur na hetzelfde uit als de vleugels van de draak van daarnet en de kop ziet er hetzelfde uit. Zodra de draak mij ziet duikt hij een hoek in. Ineens besef ik me dat dit lichtaura het niet bepaald beter maakt. Daarom laat ik het oplossen. Dan ga ik een kleine afstand van de draak afliggen. 'Ik doe je niets. Ik wil alleen weten waarom je mij hebt gebeten.'

De draak kijkt op. 'Je wilt me echt niet terug pakken? Omdat ik je gebeten heb?'

Ik schud mijn kop. Dan zucht de elementdraak. 'Toen ik je beet was ik licht gewond. Ik was op weg naar huis na de zoveelste vergadering met de mensen. Irritatie naar de mensen vulde mij. Ze leken helemaal niet bereid om de problemen op te lossen. In mijn woede stormde ik de vergaderzaal uit, waarbij mijn vleugel gewond raakte. Toen ik landde dacht ik dat ik daar veilig was, tot ik de tak hoorde kraken. Ik dacht meteen dat iemand me had gevolgd om me te vermoorden. Toen je niet terug vocht vloog ik weg in schaamte.'

Ik knik dat ik het begrijp. 'Ik heb tegenwoordig een soortgelijk probleem. Sinds de laatste volle maan ben ik een Draconi Poralba. Als ik geïrriteerd ben, dan verlies ik mijn grip op de bliksem. De eerste dag dat ik een draak was, was ik thuis bij Ronestar toen zijn compagnon binnen kwam vliegen. Toen ik hem mijn naam vertelde lachte hij me uit. Ik werd er zo boos om dat ik mijn eerste bliksem gebruikte. Het kostte me bijna de levens van Ronestar en Borner.'

Kolena lacht erom. 'Ik wist dat die Borner een lastpak is, maar zo erg? Heeft hij dan geen interesse in persoonlijke veiligheid?'

Dan komt het plezier ook bij mij. 'Het kan nog erger. Ronestar liet mij de sleutel van de Sterdraken zien. Jammer genoeg liet Ronestar me niet Borner opeten. Maar ja, Borner heeft uiteindelijk wel weer alles terugbetaald.'

Kolena knikt. De Elementdraak komt nu uit de hoek en steekt een klauw uit. Hij streelt de schubben achter mijn kop. Dan kijkt hij naar de vele kleine plekjes op mijn lichaam waar wonden zaten. 'Hoe kom je aan al die wonden en littekens?'

Ik wijs elk plekje aan en vertel waar het vandaan komt. Als ik klaar ben zucht hij van verwondering. 'Zoveel wonden en het doet je niks?'

Ik schud. 'Ik voel er bijna niks van. Er is waarschijnlijk iets mis met mijn zenuwstelsel, want sinds ik een draak ben heb ik bijna geen pijn gevoeld, geen hitte en geen kou. Ik kon gewoon een brandende Vuurdraak vasthouden.'

Kolena tikt op een paar schubben. 'Geen wonder. Die schubben van jou zijn verschrikkelijk hard. Kostte het Stalesena niet drie pogingen voor ze die markering op je had geplaatst?'



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top