Hoofdstuk 22
POV Goldur
Tigerai ijsbeert al een hele tijd heen en weer in het vertrek. Mam kijkt naar haar handen die op haar schoot gevouwen liggen, terwijl Will op fluistertoon met Auron en pap praat. "Ze praten al een hele tijd." merkt Jenny op. Ik knik even, knijp in haar hand en ga verder met naar de grond staren. Het is nu al een week of twee geleden dat ze verdwenen zijn, of nou ja, ontvoerd. De wacht werd wakker en rende meteen het paleis in toen, met de melding dat een vreemdeling Tony en Silferina vastgebonden op zijn paard had zitten, hem neerschoot met een pijltje uit een blaaspijp en toen de wachter weer wakker werd, het drietal al verdwenen was. Het hele paleis was meteen in rep en roer, Will half in paniek en pap en mam helemaal over de rooie. Ik, Jenny en Tigerai hoorden het later pas, dus konden we later pas met de rest in de paniek en woede meedoen. Ik wilde er meteen weer achteraan, roepend dat ik mijn zusje niet nog een keer op die manier ging verliezen. Tot mijn verbazing was het Jenny die me terugtrok. "Ze heeft Tony bij zich." zei ze tegen me, terwijl ze me in een knuffel trok. "Samen kunnen ze het wel aan." Dat kalmeerde me enigszins, maar nu ze al twee weken verdwenen zijn begint het weer beangstigend te worden. "Goed." Het is Will, die zich nu eindelijk ook op ons richt. "Araluen is in rep en roer, maar tot nu toe zijn ze daar nog niet gevonden. In Faralla zoeken ze ook, maar Joris is ervan overtuigd dat ze daar niet zitten. Wat hij wel als tip gaf was: kijk in het buurland." Er valt een veelbetekenende stilte waarvan ik niet wist wat hij betekenen moest. "Hier?" vraag ik. "Dat kan toch niet." "Goldur." Tigerai schudt zijn hoofd. "Als koning Joris dat had bedoeld, had hij dat wel gezegd. Hij heeft het over Tirakné." Het duurde even, maar toen herinnerde ik me het land weer. "Oh nee." "Wat is er met Tirakné?" vraagt Jenny, die er niks van begreep. "Niks." antwoordt Will. "Dat is het probleem hem juist. We weten niks van het land, alleen dat het zich mysterieus genoeg aan het uitbreiden is. Er waren steeds meer landen die zich bij hen voegden, gewoon, uit zichzelf. Ik moet bekennen dat ik deze informatie ook nu pas heb, want het gebeurt alleen hier, maar het is wel zorgwekkend." Hij strijkt met zijn hand over zijn kin. "Alleen Faralla en Emara zijn nog uit de handen van de heerser daar, waar ook vrij weinig over bekend is." "Tirakné is altijd al een land van mysterie geweest." zegt pap. "Maar wat het zorgwekkend maakt is het volgende; Auron zei dat de Isitopes voor een 'baas' werkten, zo stond het in zijn rapporten. De rebellie hier gebeurde ook onder leiding van die 'baas'. Wat nu, als Tirakné die landen een voor een innam, maar dan zo stiekem dat het leek dat de landen zich gewoon bij hen aansloten?" Er valt weer een stilte, een pijnlijk geladen stilte. "Het verklaart waarom ze Silferina wilden hebben." merkt mijn broer zacht op. "Voor hetzelfde geld hadden ze mij of Goldur kunnen nemen, wij zijn losgeld waard. Wij zijn het land Emara waard." "En Tony is er waarschijnlijk per ongeluk in terecht gekomen, omdat we al naar haar op zoek waren en hij haar vond." voegt Will eraan toe. "Het klinkt best logisch." "Ja, leuk hoor, die logica." merk ik op. "Maar hoe bevrijden we ze daarmee?" "Niet." stemt Auron met me in. "Maar we kunnen nu even niet heel veel meer doen. Het is een gokje, en als ze dat gaan wagen betekent dat oorlog. En ik weet niet hoe dat met jullie zit, maar ik wil geen oorlog met heel Tirakné, wat echt heel veel is." "Arnaut wil vast wel helpen." zegt Will. "En als we het Joris vragen zal hij er zo bijspringen. Dat zijn al drie legers." "Ja, tegen zo'n twintig tot dertig." mompelt pap. "Ik ben het met Auron eens. Als we oorlog gaan voeren, moeten we écht zeker weten dat Silferina en Tony daar zijn." "Maar hoe komen we daar dan achter?" roept mam uit. "Weet je hoe groot Tirakné is? Is geworden dan." Ze zicht diep en leunt met haar hoofd op haar handen. Pap loopt naar haar toe en aait over haar rug. "Het komt goed lieverd." zegt hij haar. "We vinden ze wel." "Daar zit ik niet mee." Mams gezicht verduistert. "Ik weet dat we ze gaan vinden. De vraag is: in welke staat? Levend, gewond of..." Ze aarzelt even, om dan heel zacht het laatste woord te zeggen. "Dood." Er valt weer een stilte, pijnlijker dan die daarvoor.
POV Geldar
Ik kan het niet geloven. De rebellen hebben het meisje ook bevrijd, zonder dat dat mijn bedoeling was. Nu gaat mijn hoofd er zeker af. Grommend leg ik de pen neer waarmee ik de brief naar de Baas zat te schrijven. Er moet een andere oplossing zijn, iets wat makkelijker gaat. Iets waarmee geen van mijn mannen zijn hoofd bij hoeft te verliezen, of familieleden. Zoiets moet toch wel bestaan?
POV Jenny
Hobbelend op een paard denk ik aan wat er de afgelopen week allemaal wel niet meer is gebeurd. Goldurs vader heeft duiven naar Araluen gestuurd met het nieuws dat Silferina en Tony misschien in Tirakné zaten, en een met hetzelfde bericht naar Faralla. Daarna gingen we ons gereed maken voor een verkenningstocht, met een kleine groep die al van tevoren ging om te kijken of onze vermoedens juist waren en een het grote leger er later achteraan. Zo zouden we niet meteen de oorlog verklaren, maar toch het leger bij ons hebben als het nodig was. Ik, Goldur en de rest van zijn familie zaten bij de groep van het grote leger, Will was met de verkenners mee en reisde elke keer als boodschapper heen en weer, aangezien hij de enige was die het echt geruisloos kon. Ik maak me zorgen om mijn twee vrienden, maar weet ook dat ik niet heel veel meer kan doen dan hopen dat ze het nog goed maken en met de rest meereizen om ze te gaan bevrijden. Want bevrijden gaan we ze.
POV Silferina
De nacht was erg licht, met al die sterren die op de open vlakte in het bos schenen. Ik was buiten de tent gaan liggen, omdat ik dan bij Tony kon liggen en ik me minder opgesloten voelde. Tony had het niet erg gevonden, en Robert gaf na even mokken ook toe. Moe kijk ik naar mijn vriendje, die vredig naast me slaapt. Ik moet het hem vertellen, van zijn vader. Hij heeft het recht het te weten. Maar om hem daar nu voor wakker te maken... Ik zucht en draai me om, om niet heel lang daarna een paar armen om me heen geslagen te krijgen. "Wat zit jij te zuchten dan?" mompelt Tony in mijn oor. "Kan je niet slapen?" "Je sliep niet?" vraag ik verbaasd. Ik draai me om, om zo Tony's opgetrokken wenkbrauw te zien. "Nee, je ademde te luidruchtig daarvoor." Ik snuif. "Ha ha ha." "Ik zit je maar te plagen." Hij veegt wat haar uit mijn gezicht. "Ga je me nu dan vertellen waarom je zo zat te zuchten?" Ik kijk naar zijn nek, om maar niet in zijn ogen te hoeven kijken. Dan knik ik langzaam en probeer ik de juiste woorden te vinden om het te vertellen. "Het zit zo..." Tony kijkt me afwachtend aan, nieuwsgierig naar wat ik allemaal nog meer te zeggen heb. "Toen jij 'dood' was, en ik weigerde te eten... liet Geldar wat doorschemeren. Hij vroeg me wat jij in hemelsnaam in me zag, na een woedeuitbarsting omdat ik niet naar je wilde luisteren." Ik dacht even na, om er zeker van te zijn dat ik alles goed op een rijtje had gezet en het Tony zo accuraat als maar kon vertelde. "Toen vroeg hij wat ik in jou zag, waarna hij er iets aan toevoegde in de zin van 'voor ik zeven kleinkinderen heb'." Ik zag aan Tony's gezicht opeens dat hij snapte wat ik hem wilde vertellen en waar ik mee zat. "Toen ik hem vroeg waar dan op sloeg vertelde hij me jouw vader te zijn." eindigde ik zacht. "En ik weet niet of ik het moet geloven, want wie ontvoert en mishandelt zijn eigen kind? Maar als het waar is..." "Moeten we oppassen." vult Tony zacht aan. Ik pak zijn hand en knik. "Ik weet niet hoe ze dat hier op zullen vangen, maar waarschijnlijk niet met open armen. Nogmaals, wie weet liegt hij, want hij loog ook over dat jij dood was, maar voor het geval dat..." Tony haalde zijn schouders op. "Ach, het maakt toch niet zo heel veel uit." Hij grijnsde breed. "Ik beschouw hem niet als mijn vader." Maar ondanks die grijns en die woorden hoorde ik de twijfel die bij hem begon te spelen. Ik knijp zachtjes in zijn hand en sluit mijn ogen. "Nou ja, ik wilde het je in ieder geval even gezegd hebben." Tony knikte en drukte zijn voorhoofd tegen de mijne aan. "Zullen we dan gaan slapen?" Ik knikte, maar ondanks die belofte wist ik dat we allebei weinig slaap gingen krijgen vannacht.
Heyoo!
Ben er weer!
Soort van dan.
Met het geweldige idee van @lvdgragt heb ik het voor elkaar een hoofdstuk voor jullie te schrijven en iets van een idee te krijgen om dit boek te vervolgen en af te schrijven, maar om eerlijk te zijn ben ik ook nogal druk bezig met een aantal andere (nog niet gepubliceerde) boeken die mijn aandacht even opeisen en bergen huiswerk (ugh, school).
Ik zal nu het verhaal wel weer oppakken, maar dat ik snelle updates heb kan ik niet beloven.
De Grijze Jaagster gaat door, maar dan wat langzamer dan normaal. Als er al een 'normaal' was met dat onregelmatige publiceren van me 😂.
LOL (als je de betekenis vergeten bent, kijk dan even een hoofdstuk eerder)
xoxo_writer_xoxo
ps: heel erg bedankt voor je idee @lvdgragt ! Ik ben er erg blij mee en hoop dat ik hem een beetje leuk heb uitgewerkt
pps: anderen mogen natuurlijk ook met ideeën komen als ze dat nog willen. En als jij er nog meer hebt @lvdgragt , spam me desnoods maar helemaal vol 😜
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top