Hoofdstuk 7

POV Tony
Nadat Sil met de verkoper mee was gegaan tik ik Goldur aan. We rennen het steegje in. Silferina is zomaar meegegaan met een of andere verkoper die ze niet kent. Wie weet wat die voor een dingen gaat doen. Ze seinde ons wel dat het in orde was, maar ik geloof het niet helemaal. Als we uit het steegje zijn komen we in een lange straat. Sil is nergens te bekennen. Ik vloek. "We zijn ze kwijtgeraakt." zegt Goldur verbaasd. Ik wilde boos op hem worden, maar daar zou deze situatie niet beter van worden. Ik vloek nog een keer en begin de straat door de lopen. Goldur rent achter me aan. Silferina is nergens te bekennen, ook niet nu ik door de straat loop. Dat betekent dat ze of in de val is gelopen en nu serieus in gevaar is terwijl we haar niet kunnen bereiken, of gewoon weer terug is gelopen nadat ze het gevaar heeft afgewend en zoekt nu naar ons. Ik vloek in gedachten nog eens. Sil, waar ben je?

POV Silferina
De 'verkoper' brengt me naar een huis, loopt naar binnen en sluit de deur achter ons dicht. Ik kijk even via het raam naar buiten of niemand ons toevallig volgdde. "Leeg." meld ik. De 'verkoper' knikt, wenkt me en brengt me in de keuken, wat achterin het huisje ligt, zodat niemand ons door de muur heen kan afluisteren. Alle deuren worden vergrendeld, alle ramen verzegeld en alle muren nog even afgeluisterd op vreemde geluiden door hem. Dan doet hij zijn vermomming af en legt het op de keukentafel. Het is Celvar, de man die me hielp met boogschieten. Ik wist het door zijn aanwijzingen in de zinnen. Stap voor stap bijvoorbeeld, want dat zei hij ook over de tijd waarin ik schieten moet. "Goed, als het goed is kunnen we nu op fluistertoon praten, maar wel alleen op fluistertoon." fluistert hij gebiedend. "Heb je het zo overleefd? Door je voor te doen als verkoper?" Celvar knikt. "Waarom wilde je dat ik meekwam?" "Ik heb informatie voor je en informatie nodig. Zo hebben we een soort ruil, deal?" Ik knik. "Wat wil je weten?" "Waarom worden we opgejaagd?" Ik leg Celvar de korte versie van het verhaal uit, dat er iets op het paleis gebeurd is en wij jagers daar nu de schuld van krijgen. Celvar knarst met zijn tanden na het verhaal. "Dus daarom worden we vervolgd. Ik moet de rest waarschuwen, we moeten zo veel mogelijk jagers waarschuwen en de waarheid zien te achterhalen. Ik laat me niet zomaar pakken." Opeens krijg ik een idee. Ik grijns naar hem. "Dan heb ik goed nieuws voor je..."

POV Tony
Ik en Goldur rennen nog steeds door de straat heen en weer, iets gerichter nu. We kijken zo onopvallend mogelijk door de ramen van huizen naar binnen en blijven heen en weer lopen. Nog steeds geen Sil. Ik vloek in gedachten. "Laten we opsplitsen en een punt afspreken waar we elkaar over ongeveer een uur ontmoeten, dat is het beste wat we nu kunnen doen." zegt Goldur. Ik knik. "Goed, over een uur bij de fontein daar?" Ik wijs naar de grote fontein die ik via een steegje op het grote marktplein zie staan. Goldur knikt. "Tot over een uur!" Hij rent weg. "Tot over een uur." mompel ik terwijl ik om me heen kijk. Ik loop naar het steegje waar ik en Goldur Silferina heen zagen gaan. Misschien is er een geheime deur waar ze doorheen gegaan zijn. Als ik daar ben begin ik de muren af te tasten naar een deur, maar die zat er niet. Boos loop ik het steegje weer uit. Net als ik de andere kant op wil lopen zie ik een deur open gaan. Ik blijf staan en kijk. De deur blijft een paar seconden open, waarna Silferina eruit springt, naar iemand in de deuropening zwaait en mijn kant uit rent. Ik ren naar haar toe. "Sil!" Verschrikt kijkt Silferina op. "Toto. Wat doe jij hier?" Ik rol met mijn ogen. "Ik denk dat je dat wel weet. We lopen je al een hele tijd te zoeken! Waar was je?" Silferina grijnst schaapachtig naar me, op een leuke, schattige en mysterieuze manier. "Ergens. Kom, we gaan Goldur even zoeken." Ze wil weglopen, maar ik pak haar hand. "We hebben over ongeveer een uur afgesproken bij een fontein. Als we daarheen lopen komt Goldur vanzelf én kan je me vertellen wat er gebeurde." Ik kijk haar bijna smekend aan. Sil schudt haar hoofd. "Nee. Dat vertel ik je als we alleen zijn. Echt alleen. Ik, jij en Goldur, verder niemand. Dat is van groot belang." Ik heb de neiging mijn wenkbrauw op te trekken, maar ik denk dat Sil dat niet echt op prijs zal stellen, dus laat ik het maar. Ik hoor het straks wel.

POV Silferina
Tony had niet gelogen toen hij zei dat ze bezorgd waren geweest. Na ellenlang te hebben gewacht bij de fontein kwam Goldur aangelopen. Hij plette me bijna in zijn omhelzing. Nu rijden we het dorpje weer uit, met extra eten en drinken dat we op de markt gekocht hebben met het geld dat heer Roderick ons gegeven had. We rijden een bos in, en meteen voel ik me thuis. Omringd door bomen, zonder pottenkijkers en nieuwsgierige mensen. Alleen. "Waar was je eigenlijk?" vraagt Goldur, waarmee hij de stilte verbrak. Oh ja, bijna alleen. Ik draai me naar hem om. "Vanavond. Vanavond vertel ik het, als we een slaapplaats hebben gevonden. Laten we die eerst gaan zoeken als je het niet erg vind. Dat soort dingen duren lang." Goldur haalt zijn schouders op. Tony kijkt me bezorgd aan. Ik glimlach naar hem. Hij glimlacht even terug, een bezorgde glimlach, alsof hij ergens bang voor is. Misschien voor datgene wat ons nu te doen staat, datgene dat ik met Celvar heb afgesproen. Daar zou ik ook de rillingen van hebben gekregen, als het niet mijn eigen idee was. En het beste idee, dat moet wel even gezegd worden. Het beste en slimste idee om uit te voeren in deze situatie. Met wat aanvullingen van Celvar.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top