Hoofdstuk 11
POV Silferina
Die nacht trekken we verder. Tony's neus bloedde niet meer, en hij zei dat hij zich beter voelde, dus zijn we zo snel als we konden weer verder gegaan. Als we naar Emara gaan om een leger te halen moeten we nog een paas dagen reizen waarschijnlijk om bij een haven te komen, en dan nog twee à drie dagen op zee. En dan zijn we er nog niet. Het gaat waarschijnlijk even duren, dus de kans dat Will vermoord wordt wordt ook groter. Die gedachte liet rillingen over mijn rug lopen, maar ik schudde het vlug van me af, voor iemand het zien kon. Levis had het door, want hij stopte met lopen en keek me indringend aan. "Ga maar vooruit." zeg ik hem. Heel even bleef hij staan, maar daarna rende Levis weer verder, om het pad te verkennen. Ik ben dol op die hond, maar echt goed luisteren wil hij niet altijd. Tony zegt dat Levis wel naar hem luistert, maar dat was voor korte duur. Levis werd door Tony geroepen en kwam pas toen Goldur en ik ons er ook mee gingen bemoeien. We kwamen op de conclusie dat Levis wel luisterde, maar alleen luisterde als hij er zin in heeft. Half-doof zeg maar. Gelukkig ziet hij op momenten dat het ernstig is, behalve als er soldaten die hem pijn hebben gedaan voor hem staan, dat hij moet luisteren. Tony komt naast me rijden. "Ik heb me eens zitten afvragen, hoe zorgen we ervoor dat het leger Araluen in komt? Ik bedoel, even een leger het land in smokkelen is niet niks." Ik glimlach naar hem. "Weet ik, dus heb ik Celvar gevraagd of hij vrouwe Pauline, en desnoods wilde vragen aan Jenny of zij het wil vragen aan haar, wilde vragen of ze op een afgesproken tijdstip, die we bepalen in Emara, de haven wil ontruimen. Ik denk dat een diplomaat dat wel voor elkaar krijgen kan, en anders kan vrouwe Pauline het wel. Misschien loopt er iets mis, maar dat lossen we dan wel weer op. Rustig maar, ik en Celvar hebben alle mogelijke dingen die mis kunnen gaan besproken en behandeld, dus het komt wel goed." Tony knikt afwezig. "En als het dat niet komt? Als het niet goed komt en het geluk even niet aan onze zijde is?" Ik haal mijn schouders op, maar zo nonchalant is datgene dat ik nu ga zeggen helemaal niet. "Dan moeten we improviseren, of misschien zelfs sterven." Ik voel een rilling over Tony's rug heen gaan, maar het kan ook zijn dat het mijn eigen rillingen zijn, alweer, die ik interpreteer als die van Tony. "Improviseren?" vraagt Goldur, die er ook bij komt rijden. Ik knik. "Improviseren." zeg ik bevestigend. Het voelde alsof het een grotere waarde kreeg opeens, dat ene kleine woordje. Het blijft even stil. "Laten we maar hopen dat het niet zo ver komt." zegt Goldur na een tijdje. Ik en Tony zwijgen, maar we delen zijn hoop. Anders kan deze missie een heel andere kant krijgen, een minder leuke kant beter gezegd. En dat is iets wat we liever voorkomen, voor er dingen gebeuren die gevolgen hebben voor de rest van ons leven. Ik kijk even naar Tony, die naar de manen van Bellado staart. Dan kijk ik naar Goldur, die naar de horizon tuurt. Danser hinnikt even. Ik wil ook niet dat ze dood gaan, net zo min als dat ik wil dat Bellado en Levis dat gaan. Ik krijg een brok in mijn keel en klop Danser in haar nek. Ik wil dat niemand dood gaat, hoewel het paard van Goldur erop gefokt is. Het liefst wil ik helemaal geen offers hoeven brengen, maar met een plan en doel als dit is dat een beetje onmogelijk. Laat ik dan maar hopen dat het niet een van mijn dierbaren zijn.
POV Tony
Improviseren, het klinkt zo ontzettend stom, maar het is zo ontzettend van belang dat het niet gebeurt. Ik kijk even vlug naar Silferina, die Danser in haar nek klopt. Zij mag niet dood gaan, net zomin als Goldur, Danser en Bellado. Levis ook niet, maar die lijkt prima voor zichzelf te kunnen zorgen. "Ik denk dat het ons wel lukken gaat hoor." zegt Silferina opeens. Het wordt weer even stil. "Lief dat je ons op probeert te beuren Sillie, maar we weten dat er veel vanaf hangt." antwoordt Goldur na een tijdje. Silferina grijnst schaapachtig. Een lange stilte is het gevolg. Levis doorbrak het. Blaffend komt hij op ons afgerend. "Wat is er Levis? Wat heb je gezien?" vraagt Sil. Levis antwoordde niet, behalve als je blaffend rondjes rennen tussen de benen van Danser een antwoord noemt. Het sloeg helemaal nergens op. "Levis, kappen. Je verraad ons zo nog." zeg ik streng. Levis kapt niet, maar gaat blaffend weer vooruit. "Er zit maar een ding op." zegt Goldur, terwijl het geblaf van Levis wegsterft. "Erachteraan." Sil galoppeert er vandoor, en ik en Goldur gaan erachteraan. Levis staat langs de kant van de weg, op een gedaante die in het gras langs de weg ligt. Hij blaft ernaar, terwijl de gedaante niks doet. "Wie is dat?" vraagt Goldur. Silferina stijgt af, zegt "Blijf." tegen Danser en loopt op Levis af, met getrokken mes voor noodgevallen. Ik span ondertussen mijn boog, voor het geval dat. Goldur heeft zijn kan op zijn zwaard liggen. Als Sil naast de gedaante staat laat ze van schrik bijna haar mes vallen. "Wat is er?" vraag ik, maar ze antwoordt niet. Behalve als je knielen, naast de gedaante gaan zitten en zijn pols pakken een antwoord noemt. Het was geen antwoord op mijn vraag. Ik vloek en stijg af, ren naar Sil toe en schrik van wat ik zie. Het is een grijze jager, en hij ligt verminkt langs de weg. "Help me even. Haal wat verband en water. Hij leeft nog, maar als we niet opschieten niet lang meer." Levis likt het gezicht van de man, die kreunend bij begint te komen. "Blijf rustig en stil liggen. We halen verband voor je wonden en water om even te drinken." stelt Sil de man gerust. Ik ren naar de zadeltassen, leg Goldur vlug uit wat er aan de hand is en ren weer terug. Dan kijk ik toe hoe Sil het verband om de wonden van de man heen doet en hem voorzichtig wat water laat drinken. "Voel je je al wat beter?" vraagt ze na een tijdje. De man knikt, gaat zitten en doet zijn kap af. Ik schrik bij het zien van zijn gezicht. Het is Gilan, de commandant van de grijze jagers. Wat doet die hier?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top