Hoofdstuk 37

Met angst en beven ziet Jocelyn toe, zonder dat ze daar ook maar iets aan kan doen, hoe de blikken van hem naar haar gaan. Degenen die wakker zijn, zijn overduidelijk verbluft en weten even niet goed wat ze met de twee nieuwelingen aan moeten. Jocelyn ziet ook hoe Max iets ineen duikt. Ook hij voelt dus hoe de sfeer veranderd door hun abrupte aankomst.

Een vrouw met blonde krullen en een zachte uitdrukking op haar gezicht richt zich tot Jocelyn en vraagt, na een grondige onderzoekende blik: "En wie ben jíj dan?"

Het is tijd om zich volledig in de ruimte te begeven. Jocelyn voelt de spanning door zich heen kolken en met een zenuwachtige uitdrukking op haar gezicht stapt ze naar voren. Ze weet dat zij hier niet populair kan zijn, als hulpje van Isabel. Het is misschien het beste om dat maar gelijk te zeggen. Direct door de zure appel heen bijten.
Zacht, haar blik naar de grond, zegt ze: "Ik ben Jocelyn, ik werkte voor Isabel."

Schuw kijkt ze om zich heen. De gekaapte mannen zitten er als decorstukken bij en zijn op de een of andere manier heel goed te negeren.
Het zijn de bewegende personen die een gevaar voor haar vormen. Ze voelt zich niet fijn in het middelpunt van alle aandacht.

Gelukkig neemt een ander het over.
"Heh?" De dochter van Isabel, Rosalinde, laat namelijk van zich horen. Vreemd genoeg ziet ze eruit alsof ze haastig wat aan heeft gedaan, aangezien de kledingstukken behoorlijk met elkaar vloeken qua kleuren en stijl. Heeft ze nou slippers aan? Zo warm is het nou ook weer niet.

"Waar komen jullie vandaan?" Degene die eerst sprak heeft duidelijk alles erg goed op een rijtje. Snel focust Jocelyn weer op die vrouw, ze lijkt even oud als zijzelf. Onderzoekend kijkt de vrouw naar de gang achter de twee nieuwkomers. Als Jocelyn van de weeromstuit ook omkijkt, ziet ze dat de muur op zo'n manier is gecamoufleerd, dat de gang minder in het oog springt dan ze dacht.

Er vanuit gaande dat deze vrouw een inwoner is van Middelpunt, heft Jocelyn haar mondhoeken zo hoog als ze kan en geeft aan: "Die gang eindigt in de spookvallei," om maar direct de naam te noemen die men eraan heeft gegeven.

Max beweegt een beetje, maar houdt zich stil. Jocelyn ziet dat en verklaart - de grijns is nog steeds niet van haar gezicht: "Ja, sinds een jaar spookt het daar. Er gebeuren gekke dingen en niemand durft zich daar meer te vertonen."
Hij zal vast wel snappen dat zíj daar verantwoordelijk voor was.

De blondine vult aan: "Ja, we hoorden de afschuwelijkste geluiden. Maar dat was niet het engste." Haar blik is nog steeds onderzoekend en Jocelyn voelt zich niet fijn dat zij het onderwerp van dat onderzoek is. "Het feit dat het gekrijs en de vreselijke stemmen werden afgewisseld door het mooiste gezang, was iets wat ons werkelijk angst aanjoeg."
Ze fronst nu. "Ik begrijp dat jij dat allemaal op je geweten hebt?"

Jocelyn beweegt ongemakkelijk en kijkt opgelaten. Het was niet haar bedoeling dat haar eerste blik in de echte wereld, sinds een jaar, voor een dergelijke ophef zou zorgen. Dit lijkt op een sub onderwerp. Het is niet nodig om het hier langer over te hebben.
Kort zegt ze: "Ja, dat was ik allemaal. Dat gekrijs heb ik in jullie hoofd geplant."
Ze vindt het niet nodig om te benoemen dat zij ook dat zingen op haar geweten heeft, maar bloost onwillekeurig. Ondanks de situatie is het een compliment aan haar zangkunsten.

De andere vrouw echter, heeft dat wel door en de plagende toon is voor iedere wakkere persoon duidelijk hoorbaar: "En dat gezang deed jij ook, maar je durft nu niet meer te zeggen dat jij zo mooi kunt zingen?"

Jocelyn wordt zo rood als een tomaat. Gelukkig redt Max haar uit deze benarde situatie en hij zegt nuchter, terwijl hij naar zijn zielsverwant kijkt: "Maar goed, we komen uit de spookvallei, en we zijn hier om jouw moeder aan te vallen, Rosa. Wat vind je daarvan?"

Geschokt schudt Jocelyn haar hoofd. Max mag qua subtiliteit wel iets meer zijn best doen.

Rosalinde kijkt bedenkelijk, maar uiteindelijk zegt ze rustig: "Oké, er is hier van alles aan de hand, en ik snap er niks meer van." Ze kijkt naar Max: "Jij gaat mijn moeder aanvallen omdat ze al deze arme mensen onder haar invloed heeft en jou, Joris en anderen in een kopermijn heeft laten werken tegen jullie wil."
Terwijl Jocelyn onwillekeurig naar die Joris kijkt; hij zit vlak bij de mooie blondine, merkt ze de wanhopige blik van Rosalinde vanuit haar ooghoeken op: "Maar dat kan niet. Ze is mijn moeder."
Haar stem wordt steeds zachter en ze kijkt hulpzoekend om zich heen.

Iemand moet haar vertellen dat dit inderdaad allemaal op een groot misverstand berust. Er is alleen een groot nadeel, indien dat gebeurt. Want wat zij net zei, is helaas de waarheid: de harde, onverbiddelijke waarheid.
Max is al driftig aan het knikken naar gelang Rosalinde haar woorden vormt, maar aarzelt als ze die laatste woorden uitspreekt. Hij wilde duidelijk al positief reageren, maar houdt zich nu in. Hij kijkt moeilijk, maar stapt wel naar voren. Naar haar, om haar handen in de zijne te nemen. Rosalinde lijkt te ondersteboven van dit hele gebeuren en zal dat willoos toelaten, daar is Jocelyn van overtuigt.

Maar is het nodig dat Max met het slechte nieuws komt? Jocelyn kijkt naar dit jonge paartje. Zij hebben, net zoals zij en Sander, opstartproblemen met hun liefde. Toch schat Jocelyn deze situatie heel anders in. Hun problemen komen meer van buitenaf. Een misdadige moeder die haar dochter in het ongewisse laat en, alsof dat niet al erg genoeg is, ook haar zielsverwant tot slaaf heeft gedwongen.
Jocelyn kan zich zo voorstellen dat zij ook wat te bespreken hebben. Het is verstandig om dan goed te beginnen.

Wat zou zíj kunnen doen om het hen makkelijker te maken? Jocelyn denkt haastig diep na.
Het is natuurlijk zo dat, van alle aanwezigen hier, zíj degene is die een kans maakt om het met succes tegen Isabel op te kunnen nemen.

Ze slikt, ze is niet goed in confrontaties. Maar Isabel gaat niet goed om met de haar gekregen krachten. Ze misbruikt ze en anderen zijn daarvan de dupe.
Het vage schuldgevoel dat ze al bijna een jaar met zich meedraagt - immers: zijzelf is momenteel ook niet heel veel goeds met haar gaven aan het doen - schudt ze van zich af.
Misschien heeft ze haar krachten wel gekregen voor dit specifieke moment.
Jocelyn stapt naar voren en zegt: "Misschien kan ik helpen?"

Mensen schuiven onrustig, maar lijken blij te zijn dat zij een antwoord heeft op deze puinzooi.

***

Jocelyn wil verder praten, maar schrikt dan op: een nieuwe verandering zorgt ervoor dat ze op haar hoede blijft: de grot verduistert ineens. Vanuit haar positie aan de achterkant van het oppervlakte ziet ze hoe een persoon het binnenkomende zonlicht tegenhoudt. Hoe laat zou het nu zijn?

Rosalinde draait zich om, ook zij heeft de verandering in zonlicht opgemerkt, en maakt gelijk duidelijk wie er binnen is gekomen: "Mam!" Haar stem klinkt geschrokken.
Jocelyn herkent de nieuwste binnenkomer nu ook en voelt hoe haar handen klam worden. Over iets nadenken of over iets praten, is iets heel anders dan een dergelijk baldadig, gevaarlijk plan daadwerkelijk uitvoeren.

Is zij klaar om het tegen deze machtige vrouw op te nemen?

Jocelyn kijkt zwijgend naar Isabel. Zij ziet er machtiger uit dan hoe zij haar ooit heeft gezien. Isabels ogen smeulen en haar houding is trots. Het lijkt wel alsof ze gegroeid is, zoveel kracht straalt er uit haar.
Haar blik lijkt het leven uit iedereen in deze grot te zuigen. Wat heeft zij gehoord, voordat zij de grot betrad?

Jocelyn heeft nauwelijks de tijd om over dergelijke zaken na te denken. De oogopslag van Isabel is dermate mesmeriserend dat iedereen daarvan fysiek onder de invloed raakt. Met een machtige beweging, gewoon met die allesoverheersende ogen, zorgt ze ervoor dat de picknicktafels met een noodvaart tegen de bedden aan schuiven. Pijnkreten klinken op, net zoals het geluid van splinterend hout. Iedereen raakt bekneld aan de lange kanten van de grot, tussen en achter de meubels die zonder meer bruut aan de kant zijn geschoven.
Vanuit haar ooghoeken ziet ze toe hoe de wakkeren zich los proberen te rukken, maar dat is tevergeefs.

Jocelyn is de enige die nog overeind staat. Lijnrecht tegenover Isabel, maar wel achteruit geschoven naar de achterwand. Ze moet ruimte creëren. Haar hele wezen is bevangen door angst, maar ze weet ook: als ze nu niks doet, dan is het te laat. Eerst trillen haar handen licht, maar algauw worden ze vast. Zeker.
Haar eigen kracht wordt nu ingezet tegen die van Isabel. Dat is eigenlijk ook wat het is: een krachtmeting, gelijk aan handje drukken.

Doordat Isabel geen tegenstand had verwacht, heeft ze direct succes.

Het lukt haar om zoveel ruimte te krijgen dat ze weer normaal kan staan. Ze maakt daar onmiddellijk gebruik van door te blijven duwen tegen de kracht die vanuit Isabel komt. Jocelyns handen voelen heet, alsof het geleiders zijn, maar dat is nog niks vergeleken met haar ogen, die vuur lijken te spuwen.
Jocelyn tast in haar binnenste. Ze moet dit gevecht, met alles wat ze heeft, uitvechten. Selenes complete gave moet in zijn geheel gebruikt worden, anders redt ze het niet. De omgeving is gekrompen tot een oppervlakte van enkele meters, slechts zij en Isabel zijn overgebleven, staande in een tunnel. De rest van de grot is verdwenen. Het voelt alsof ze zweeft.

Isabel is niet blij.
Ze gilt: "Jij... bitch! Ik geef je een huis, een hobby. En zo betaal je me terug? Door me in het bijzijn van mijn dochter af te vallen? Te verraden voor iedereen!"

Jocelyn raakt verontwaardigt. Ze weet het voor elkaar te krijgen om te snuiven en zegt dan op snijdende toon, terwijl haar ogen heftig smeulen: "Je hebt me gebruikt. Net zoals je alle andere mensen hier hebt gebruikt, inclusief je dochter. Hoe kún je?"

Ze tast opnieuw in haar binnenste. Er blijkt daar nog een laag te zijn. Ze heeft meer kracht van Selene gekregen dan ze dacht. Zonder verder na te denken, raapt ze woest alles bij elkaar en werpt de kracht mentaal rechtstreeks naar Isabel. Op dit moment is ze vastbesloten om de ander te vernietigen en daar heeft ze alle kracht voor nodig die ze heeft.

Dan kreunt Rosalinde hard. Het klinkt afschuwelijk en rochelend, en dat heeft het gewenste effect. Zowel Jocelyn als Isabel worden zich ineens bewust van hun omgeving. Ze zijn niet in hun zelfgevormde koker, afgesloten van de wereld. Ze bevinden zich nog steeds in de grot en anderen lopen gevaar door hun ondoordachte krachtmeting. Geschokt merkt Jocelyn dat iedereen als het ware tegen de muren aan geplakt zijn en blauw aanlopen. Toch weet ze dat het nu haar tijd is om actie te ondernemen.

Wanhopig gooit Jocelyn haar laatste krachten naar Isabel, die naar haar dochter kijkt en duidelijk aarzelt.
Jocelyn heeft niet de intentie om Isabel te doden, maar wel om haar bewust te maken van haar daden. De vierentwintigjarige voelt hoe iets krachtigs haar verlaat en ze kijkt met grote schrikogen naar haar handen - een duidelijk zichtbaar onderdeel van haar lichaam - die allebei ineens een felle gloed uit lijken te stralen. Het ziet eruit als een heftige lichtflits.
Een bonkende hoofdpijn kondigt zich dan abrupt aan. Gevolgd door een vreemde leegte. Jocelyn merkt hoe ze wankelt en valt. De steenachtige bodem doet pijn aan haar lichaam.

Dan wordt alles zwart.

—> einde van deel 3 <—

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top