Hoofdstuk 11

"Luna, je bent geboekt."

Geschrokken kijkt Jocelyn op en ziet Peaches vlak bij haar staan. Jocelyn was zachtjes het lied aan het neuriën dat ze zojuist ten gehore heeft gebracht en is bezig haar make-up bij te werken.

Hoewel ze kijkt alsof ze niet weet wat Peaches bedoelt, weet ze dat maar al te goed. Net zoals Peaches zelf, die haar vorsend aankijkt.

"Kan je het aan?" vraagt die zacht.

"Ik heb me er voor aangemeld, immers." Jocelyn voelt zich allesbehalve dapper als ze dit zegt, maar heft haar kin omhoog en balt haar hand om de make-upkwast, terwijl ze plompverloren wat poeder over haar gezicht uitveegt. De walm van een verse lading parfum hangt zwaar om haar heen.

"Je mag je gewoon terugtrekken, daar is niks mis mee." Jocelyn weet niet wat ze erger vindt: dat Peaches haar aankijkt alsof ze medelijden met haar heeft, of haar hart die tegen haar borstkas aan bonkt.

"Ik ga gewoon," zegt ze beslist, beide zaken negerend. "Ik moet me er even toe zetten, zeker. Maar dat moest ik ook bij het strippen en zelfs bij het zingen."

Peaches knikt peinzend, maar blijft haar blik strak op de bewegingen van de ander richten. "Je weet dat dit anders is. Hij kan en mag je aanraken, zoals je weet. Ik eh... ik heb hem gezegd dat je lapdance niet geweldig is, maar hij wilde per se jou."

Jocelyn knikt quasi-ongeduldig, maar bedenkt dan opeens iets. Verschrikt keert ze haar gezicht van de spiegel naar Peaches, maar die is haar voor. "Nee, hij hoeft geen seks. Hij gaf het zelf aan, alsof hij wist dat daar de grens ligt voor jou."

Er stroomt opluchting door Jocelyn heen, terwijl ze haar make-up goedkeurt. Een boeking in de privéruimte is erg lucratief voor de stripper. De kosten zijn hoog genoeg om het exclusief te houden en dat zorgt er voor dat dergelijke reserveringen niet heel vaak voorkomen.
Ook als er geen seks aan te pas komt.

"Hoe ziet hij eruit?" Jocelyn weet dat ze daar zo meteen zelf achter gaat komen, maar wil het toch graag van tevoren weten. Alsof ze zich zo beter voor kan bereiden.

"Ja, ontzettend knap, jaar of dertig." Peaches kijkt even dromerig, maar dan heeft ze haar blik weer strak op Jocelyn gericht. "Je weet wat dat betekent. Hij is een weerwolf en, doordat hij zonder problemen heeft betaald, waarschijnlijk een Alfa of iets in die richting."

Jocelyn dacht dat ze haar hartslag af had geleerd om te gaan racen, elke keer als het woordje 'Alfa' genoemd wordt, maar nu het toch nog onverwachts wordt gezegd, merkt ze dat de angst door haar lichaam schiet.

"Je kent hem dus niet?" Haar stem is iets hoger dan gewoonlijk, terwijl ze de woorden van Christel in haar binnenste blijft prenten. De Hanekam is praktisch onmogelijk te doorkruisen.

"Ik ken hem niet. Hij heeft donker haar en lichte ogen."

Direct ontspant Jocelyn. Haar vader heeft roodbruin haar en zwarte ogen. Ze knikt opgewekt. Ze is eraan toe om voor het grote geld te gaan.

***

"Kom maar, Luna. Hij bevindt zich al in de Scharlaken Kamer," Cherry ruimt net de rommel op die de man heeft achtergelaten en knikt Jocelyn bemoedigend toe. De zenuwen gieren door haar heen, maar ze klemt haar kaken op elkaar en lacht kort terug. Ze moet er even doorheen. Dit is goed voor de zaak en goed voor haar, dus waarom zou ze het niet doen?

"Hij heeft je voor een half uur geboekt," zegt Cherry dan. Een half uur lijkt kort, maar Jocelyn weet dat het eindeloos kan duren met de verkeerde persoon. Ze slikt en loopt ietwat houterig - haar handelsmerk, dus wat maakt het uit? - naar de deur toe en opent hem.

De kamer is rood, naar de naam. Buitenhaven beschikt over vier gelijkwaardige ruimtes, al vraagt Jocelyn zich af waarom. Ze heeft in de anderhalf jaar tijd dat ze hier is, nog nooit alle kamers tegelijk in gebruik gezien. Maar ze worden wel redelijk om en om gebruikt, dus ze schat dat het ook met de voorkeur van de klant te maken heeft. Zelf kent ze de Purperen Kamer het beste: daar warmt ze haar stem vaak op. Maar ze weet dat alle kamers met dezelfde meubels en attributen zijn aangekleed.

"Sluit hem maar achter je." Haar klant staat met zijn rug naar de deur en Jocelyn ziet alleen een breedgeschouderd persoon met vrij lang los en diep donker haar, met zijn handen achter zijn rug gevouwen, terwijl hij schijnbaar uit het raam kijkt. Als de zware fluwelen gordijnen - in dezelfde kleur als de bank - weggeschoven zijn van de muur aan de achterkant ziet men een raam, maar die is beschilderd met een naakt - in dit geval van een roodharige schone. De achtergrond is in dezelfde kleur als het behang van de betreffende kamer.
De wildheid van zijn gestalte roept een vage herinnering bij haar op, maar die is ook zo weer verdwenen.

Jocelyn luistert en loopt verder de kamer in. Links van haar staat een halfronde dieprode bank, met een glanzende paal ervoor, bestemd om aan te dansen. Rechts tegen de muur staat een kast waar enkele zaken in zijn opgeborgen, waaronder de muziekinstallatie waar zij zelf af en toe gebruik van maakt om rustig in te kunnen zingen, en verder liggen er kussentjes en dergelijke zaken om het de klant en de werknemer makkelijk te maken.
Niks geks, engs of gevaarlijks. Dat is voorbehouden aan de grote man die zijn gezicht nog steeds niet heeft laten zien.

"Ga maar zitten." Jocelyn is er van overtuigd dat dit niet de eigenlijke gang van zaken is, maar ze doet braaf wat haar gezegd wordt. Ze kan de man nu bijna op zijn profiel kijken, ware het niet dat hij iets van haar wegdraait.

Ineens vindt ze dat verdacht.

Terwijl ze pogingen doet om op te staan, keert de man zich echter al naar haar en Jocelyn slaakt een kreet van plotselinge en zeer heftige schrik.

Het is Hemming.

Alfa Hemming. In een flits komt die afschuwelijke herinnering bij haar naar boven. De man komt oorspronkelijk van déze kant van de Hanekam vandaan, zoals ze destijds ook te horen heeft gekregen. Hij weet waarschijnlijk een goede plek waar de oversteek door de Hanekam goed is te maken.
Ze is altijd bang geweest voor de komst van Loran, terwijl Hemming een veel reëler gevaar blijkt te zijn.

Ze springt overeind en rent, wankelend op haar hoge hakken, naar de deur toe. Ze heeft geen tijd om ze uit te doen, maar is door dat schoeisel veel en veel te traag.

Hemming lacht dan ook hardop en meelijwekkend om die armzalige poging, en onderschept haar zonder moeite: voordat ze ook maar in de buurt van de veilige deur komt. Hij sleept haar al spartelend terug naar de bank, waar hij haar hardhandig op neerzet. Jocelyn vergeet uit angst te schreeuwen, terwijl ze direct weer overeind poogt te krabbelen.

"Zitten blijven." De stem is gebiedend.

Jocelyn luistert niet. Hoewel ze makkelijk huilt, lukt het haar niet om maar een enkele traan te plengen terwijl ze, naar adem snakkend, van hem weg worstelt.
Hemming kijkt het even aan, maar is er dan duidelijk klaar mee. Hij geeft haar een tik tegen haar schedel, bij haar slaap, en er schiet gelijk een bonzende pijn door haar hoofd. Haar blikveld wordt korrelig in de randen en van tegenwerken blijft niet veel over terwijl ze bij bewustzijn tracht te blijven.

Bewegen zorgt voor extra pijn en Jocelyn is genoodzaakt om - doodsbang tot het uiterste - stil te blijven zitten bij de moordenaar van haar moeder.
Haar hand houdt ze tegen haar slaap en ze krimpt ineen op de bank, zo ver als mogelijk bij hem vandaan.

"Jocelyn," zegt Hemming. Als ze langzaam opkijkt, ziet ze hoe zijn lichte ogen haar gevoelloos opnemen. "Dochter van Alfa Loran en Luna Elodie."

Jocelyn zegt niks, terwijl haar hart blijft bonken, blijft ze hem aankijken. Het is het enige wat ze kan doen.

Tot haar verbazing zucht hij even, waarna hij naast haar komt zitten. Met haar hand tegen de pijnlijke plek aangedrukt, schuift ze nog verder naar het randje van de bank.

"Ga je me vermoorden?" Haar stem klinkt ijl in de verdere stilte.

Oprecht verbaasd kijkt hij haar aan. "Nee, waarom zou ik dat doen?"

Jocelyn laat de stilte voortduren.

"Ah, omdat ik jouw moeder om heb gebracht. Dat was niet persoonlijk, dat was puur zakelijk."

Jocelyn heft - met moeite - een wenkbrauw op.

"Het had alleen niet het gewenste effect. Door haar dood is het slechter gegaan met jullie stam. Loran hield ze blijkbaar alleen bij elkaar door haar aanwezigheid. Nu jij er ook niet meer bent, verwacht ik niet veel meer van hem. Ik heb daarom mijn samenwerking met hem stopgezet. De dood van de Luna was mijn armzalige betaling." Alfa Hemming gromt die laatste woorden en Jocelyn voelt een razernij door zich heen woeden als ze tot haar doordringen.

Zonder zich wat van de pijn in haar hoofd aan te trekken, iets wat ze meteen moet bekopen met een withete pijn bij haar slaap, vliegt ze op hem af en probeert hem hetzelfde leed toe te brengen als wat hij bij haar voor elkaar krijgt met zijn woorden. Alleen zij gebruikt haar nagels. Weer ontbreekt het haar aan tijd, daar is geen ruimte voor in haar hoofd, anders had ze haar pumps uitgetrokken en was hem te lijf gegaan met de naaldhakken.

Hemming weert haar moeiteloos af. Grijpt haar polsen beet en houdt haar klemvast. Jocelyn kan geen kant op en ze voelt de machteloosheid in zich pulseren. Ze slaakt een jammerkreetje, terwijl de verschrikkelijke herinnering van die dag meedogenloos voor haar geestesoog wordt afgespeeld. De impact die het op haar huidige leven heeft, drukt zwaar op haar.

"Weet je," mijmert Hemming, dwars door haar zwarte gedachten. "Ik heb geen moment meer aan je gedacht, totdat ik je net opeens zo verleidelijk zag dansen. Ik herkende je gelijk en besloot even een babbeltje met je te maken. Maar ik begrijp dat je absoluut geen bedreiging voor me bent en daarom laat ik je leven."

Jocelyn herkent haar eigen stem niet als ze er knarsend uitbrengt: "Ik kom achter je aan en ik zal je vermoorden."

"Prima, dan zal ik op je wachten."

De toon is onverschillig en Hemming verwacht duidelijk niet veel van die dreiging.

Tot haar verrassing merkt Jocelyn dat ze de angst, die ze al sinds mensenheugenis met zich meedroeg, kwijt is. Daarvoor in de plaats is een allesverzengende haat voor deze man gekomen.

Nu kan ze hem nog niet aan, maar die tijd zál komen.

En als die tijd komt, dan vermoordt ze hem.

Hemming kijkt naar de wisselende emoties op haar gezicht en laat haar langzaam los. En breekt een lach los op zijn knappe gezicht en hij bindt zijn haren weer in de man bun, die hij blijkbaar puur voor de gelegenheid los heeft gemaakt.

"Goed zo. Groei eerst maar wat meer, totdat je een waardige tegenstander zult zijn. Zo zie ik ze sowieso het liefst."

Met die woorden staat hij op en hij loopt naar de deur. Jocelyn sprakeloos achterlatend.

Uiteindelijk is het Cherry die de deur opnieuw opent, benieuwd waar zij toch blijft. Haar ogen staan vol vragen, zo benieuwd is ze naar deze ervaring voor Jocelyn.

"De klant is weggegaan, ik bedoel: echt weg. Hij heeft zijn spullen gepakt en is vertrokken. Is alles hier goed gegaan?"

Jocelyn kan alleen maar met koude ogen terugkijken en zonder een woord te zeggen loopt ze langs het rossige meisje heen. Vanuit haar ooghoek ziet ze de feestende menigte in de zaal, maar ze loopt linea recta naar de trap richting haar kamer en laat zich de rest van de werkdag niet meer zien.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top