Hoofdstuk 1

Twee jaar later.

Jocelyn krimpt in elkaar van de pijn. De slag tegen haar achterhoofd kwam niet eens zo heel hard aan, maar omdat ze niet vrij is van kwetsuren, is elk extra pijnpunt al teveel.
Ze weet ondertussen wel beter dan geluid maken. Hoe stiller ze is, hoe eerder hij stopt.

De volgende trap komt in haar nieren terecht en ze valt voorover door de impact. Ze kan met haar handen nog net voorkomen dat ze frontaal op de harde stenen ondergrond terechtkomt, maar de half ingehouden schreeuw ontsnapt tegen wil en dank haar lippen.

De pijn is vlammend en intens, ze balt haar vuisten om te voorkomen dat ze over haar rug gaat wrijven. Het helpt namelijk niks en gebroken vingers is wel het laatste wat ze kan gebruiken.
Ze bijt op haar tanden om niet nog een kreet te hoeven slaken.
Dat is vergeefs en ze haat hoe zielig haar stem overkomt. Als een katje in doodsnood.
Haar vader neemt van de gelegenheid en haar kwetsbare houding gebruik om zijn voet vol in haar rug te zetten en haar een extra stoot na te geven.

Met haar adem in een kreunende zucht uitgestoten, ligt ze plat en weerloos in het halletje van hun huis. De smalle gang zorgt ervoor dat ze niet in een hoekje kan kruipen en hem daardoor zo min mogelijk van zichzelf kan tonen wat hij kan mishandelen.

Ze is er net te laat vandoor gegaan. Hij is haar achterna gegaan toen hij haar weg hoorde sluipen in de gang en heeft haar aan haar haren naar achter getrokken toen ze bijna de voordeur open wilde doen.

Maar ze was zo moe en ze is toen tegen wil en dank in slaap gevallen in het kleine hokje wat ze tegenwoordig haar slaapkamer noemt.
Ze weet maar al te goed wat voor dag het is, aangezien ze over enkele dagen achttien wordt. Haar moeder is nu twee jaar geleden heengegaan en als ze íets had moeten leren van vorig jaar, is het wel dat ze juist deze dag het beste niet in de buurt van haar vader moet komen.

Jocelyn is er op een pijnlijke manier achter gekomen dat ze inderdaad haar deel weerwolfgenen toebedeeld heeft gekregen. Waar haar vader haar die eerste dag vooral wegduwde en haar niet meer wilde zien, is hij al snel - te snel - tot inkeer gekomen wat betreft zijn gedrag.

Zijn dochter herinnert hem elke dag weer aan zijn geliefde vrouw en hoewel het ontzettend veel pijn doet, kan hij ook niet zonder haar beeltenis om zich heen.
De pijn van het besef dat Jocelyn een slap aftreksel is van de vrouw die hij het meest liefhad, is zodanig dat zij dat keer op keer moet bezuren. Zeker op haar sterfdag.
Haar kwetsuren herstellen niet zo snel als bij een volbloed weerwolf, maar in ieder geval wel een stuk sneller dan als ze volledig mens geweest zou zijn.
Als dat niet het geval was geweest, was ze haar moeder al snel gevolgd in het graf.

De Alfa geeft haar nog een trap na, maar omdat ze geen kik meer geeft en hij vanuit deze hoek haar gezichtsuitdrukking niet kan zien die ze daarom angstvallig voor hem verbergt, stopt hij er daarna mee. Hij trekt haar aan haar haren omhoog, wat ervoor zorgt dat ze onhandig omhoog moet krabbelen, met haar ene hand steunend op de grond en de andere over zijn hand heen om de pijn beter te kunnen geleiden.

Hij draait haar hoofd zodanig dat ze hem moet aankijken en hij ziet de pijn in haar ogen. De ingehouden tranen.
Omdat niks erg genoeg is om haar te laten vergelden wat zij hem heeft aangedaan, kijkt hij onheilspellend en met vlammende ogen terug. Met zijn tanden op elkaar geklemd, stapt hij intimiderend dicht tegen haar aan en hij sist in haar gezicht: "Waar was jij van plan om naartoe te gaan?"

Jocelyn voelt hoe groot haar ogen staan, hoe de angst van haar afstraalt. Ze vervloekt zichzelf erom. Dit voedt zijn woede alleen maar. Ze slikt even, om ervoor te zorgen dat haar stem niet zo zal bibberen en zegt zacht maar duidelijk: "Naar het bos, Alfa."

Ze zegt er niet bij dat het is om weg te zijn van hem in deze moordzuchtige stemming. Ze voelt hoe elk haartje van haar die hij vastheeft, pijnlijk straktrekt als hij zijn hand om haar paardenstaart geklemd houdt. Ze beweegt haar hoofd mee met zijn beweging, ze heeft geen keuze. Haar buik doet pijn van de spanning en ze wilde dat ze in elkaar kon krimpen. Zichzelf beschermen.

De Alfa zegt grimmig: "Zeker haar graf bezoedelen? Ik dacht het niet! Dat recht heb jij verspeeld, twee jaar geleden."

En haar meetrekkend aan haar haren, voert hij haar het huis weer in, terwijl hij ongeduldig haar hand van zich af schudt als ze het waagt om wat aan de priemende pijn te doen die hij haar bezorgt.

Ergens is ze opgelucht dat dit het 'slechts' is. Ze is de afgelopen jaren vaker bewusteloos geslagen dan ze kan tellen, en de hoofdpijnen die zich steeds vaker manifesteren, duiden op verwaarloosde hersenschuddingen. Hoewel ze ouder wordt, is ze er tot nu toe niet taaier op geworden. Het grove geweld waar hij haar keer op keer aan blootstelt, heeft elke keer een heftiger effect op haar pijngrens en vermogen om te genezen.

In stilte huilt ze om wat er van hen is geworden.

***

Het stroomt van de regen op haar verjaardag en volgens het weerbericht zal het de komende dagen niet beter worden.

Jocelyn heeft haar besluit genomen. Volwassen als ze nu is, heeft haar vader geen rechten meer op haar. De noodzaak dwingt haar er ook toe.
Ze denkt met een grimas op haar gezicht terug aan de vorige keer dat ze wilde ontsnappen. Wrang genoeg was dat ook op haar verjaardag, en dat heeft ze moeten bekopen met de ergste aframmeling tot dan toe.
Helaas is ze nu al veel erger gewend.

De begrafenis van haar moeder was op de dag dat ze zestien werd en toen hield ze haar blauwe plekken en blessures ook al verborgen voor de buitenwereld. Ze voelt de vreemde blikken nog steeds toen ze daar trillend half achter haar vader stond die de rouwende weduwnaar met verve speelde. Misschien was het feit dat hij dat niet hóefde te spelen, dat wat het eng maakte.

Waar hij er knap en gedistingeerd uitzag in zijn donkere linnen pak, viel zij behoorlijk uit de toon, waarvan de zinderende hitte van die dag nog naspeelt in haar gedachten. Haar kleding was eigenlijk te klein, maar wel het enige dat haar vader in zijn toorn heel had gelaten en enigszins geschikt was voor de gelegenheid. Maar een warm wollen vest aanhebben in dit weer, om de blauwe plekken te verbergen, zorgt niet voor begrip als men de reden niet weet.

Hij negeerde haar, maar zorgde ervoor dat hij zo overmand door verdriet was, dat iedereen hem dat zonder twijfel vergaf.
Jocelyn krijgt weer buikpijn als ze aan de snijdende opmerkingen van enkele dames op leeftijd terugdenkt. Vol verontwaardiging jegens haar, omdat ze haar moeder duidelijk niet de nodige eer bewees door in deze kledij te verschijnen en haar vader niet de troost te geven die hij onweerlegbaar nodig had, beseft ze dat dat al het eerste moment moet zijn geweest waar haar vader haar af wist te sluiten van de buitenwereld.

Ze heeft zich zo ontzettend alleen en verlaten gevoeld toen al haar zogenaamde vriendinnen haar stuk voor stuk lieten vallen.

De vorige keer was ze niet voorbereid. Ze greep die avond een tas, gevuld met haar schamele bezittingen en ging naar het bos. Dat laatste is onoverkomelijk, gezien hun dorp er compleet door is omgeven.
Ze had er geen rekening mee gehouden dat haar vader haar altijd even checkte voordat hijzelf ging slapen. Zodat hij ervoor kon zorgen dat ze geen domme dingen zou doen: zoals ontsnappen.

Hij had haar toen in zeer korte tijd al weten op te sporen door middel van zijn scherpe reukzin. Toen ze zijn gigantische zandkleurige wolf voor zich op zag doemen in het holst van de nacht, schreeuwde ze nog wel. Van schrik en van angst. Iets wat ze in de loop der jaren af heeft geleerd.
De machtige wolf liep met sluipende tred op haar af en ze wist dat ze geen kant op kon. Ze keek hem in de bloeddoorlopen ogen en zag niets anders dan razernij.

Ze heeft toen nog geprobeerd hem tot rede te brengen. In gesprek te gaan met hem. Maar hij kwam slechts dichterbij, zijn giftige blik strak in haar eigen bange ogen.
Ze heeft hem gesmeekt haar te laten gaan. Liever kwam ze om in de bossen, dan dat ze weer terug moest naar hun liefdeloze huis.

Maar hij heeft haar nodig. Als zij opeens is verdwenen, zullen er wél vragen worden gesteld. Niet dat iemand kan tornen aan zijn status, maar het is altijd beter om dat niet uit te proberen. Hij heeft al die jaren de schijn opgehouden, en zij heeft hem daarmee geholpen.
De pijn vlamt op de bekende plaatsen door haar heen als ze terugdenkt aan zijn straf. Ze drukt automatisch haar hand in haar zij. Haar andere arm vouwt ze strak om zichzelf heen.

Hij begon als wolf. Haar daarmee uitdagend om ook in háár wolf te veranderen.
Maar ze is er allang achter dat haar dat niet op eigen kracht gaat lukken. En als ze daarmee net zo meedogenloos wordt als haar vader, bedankt ze voor de eer.

De aanval in haar zij schokte haar eerst. Daarna begon de vlammende, allesverzengende pijn. Waarschijnlijk heeft ze een rib gebroken en ze voelde hoe haar huid scheurde. Hij veranderde al snel in zijn mens. Hij kon daardoor meer kracht gebruiken, zonder dat zij gelijk het loodje zou leggen. En pijn moest ze voelen, zonder eraan te sterven.
De stompen en slagen regenden dusdanig op haar neer, dat ze algauw niet meer op haar benen kon staan. Ze huilde en smeekte vooreerst, maar daar werd hij alleen maar furieuzer van.
Hoewel hij altijd de grens opzocht, ging hij er nooit overheen. Hij heeft haar nooit gebeten. 

Terwijl het bloed gestaag uit de diverse wonden sijpelde, werden de randen van haar bevattingsvermogen geleidelijk aan steeds rafeliger. En met een laatste machtige stoot op haar hoofd, verloor ze voor het eerst haar bewustzijn. Waarschijnlijk kreeg ze toen ook haar eerste hersenschudding.

Ze kwam thuis weer bij. In het kleine kale zijkamertje. Zonder bed, zonder spullen. Vies en met wonden die al langzaam begonnen te helen, maar alsnog hels klopten. Later kwam ze erachter dat hij haar niet beet zodat hij zijn gif niet door zou geven. Anders had ze - onvoorbereid en zonder liefdevol persoon die haar bijstond - waarschijnlijk het loodje gelegd door de ongewenste transformatie.

Daarna heeft haar vader haar van school gehaald. Als Alfa en rouwende weduwnaar was dat niet zo moeilijk te bewerkstelligen. De middelbare school zelf staat in Demena, de vriendschappelijke buurroedel, en waarschijnlijk de grootste reden dat hun eigen roedel: de Tamarisk-stam, het zo lang volhoudt. Demena betekent 'wolk' en de inwoners hebben inderdaad een luchtige, ietwat wazige persoonlijkheid die daarmee matcht. Echte hulp hoeft ze daar niet te verwachten. 

Ze heeft nooit een woord tegen iemand gezegd. Dat was niet geheel haar eigen keuze, maar ze heeft het gevoel gehad geen opties te hebben, aangezien iedereen haar had laten vallen als een baksteen.
Men had ook andere zaken om zich mee bezig te houden. Hun stam werd, in ieder geval vlak na de dood van Elodie, vaker aangevallen dan ooit. Toch zag Jocelyn dat niet als iets slechts, want het hield haar vader toen bezig met andere zaken dan zijn dochter. 

Maar daar kwam verandering in. Alfa Loran ging er op een gegeven moment bijna niet meer op uit om anderen te kwellen en liet de politiek over aan zijn ondergeschikten. Hij bracht meer tijd thuis door. Zíj kreeg toen alles over zich heen. Zijn driftige fysieke buien en zijn bijtende sarcasme.
De roedel voer er vanaf toen, ironisch genoeg, wel bij. Doordat hun Alfa geen ruzies meer uitlokte, zocht de oorlog hen steeds minder op en kwamen er nauwelijks meer schermutselingen voor.

Althans, niet voor het oog van de roedelleden.

***

Haar besluit om weg te gaan heeft twee noodzaken. Behalve het feit dat ze de overduidelijke aframmelingen moet zien te stoppen, heeft ze ook een gesprek afgeluisterd tussen haar vader en zijn tweede man in rang, Harold. En dat gesprek veranderde alles voor haar. Haar vader moet weten dat, ondanks zijn smalende woorden die hij haar keer op keer toesnauwt, ze desalniettemin zijn dochter is. Ze heeft weerwolvenbloed door haar aderen stromen, zoals haar snelle heling keer op keer bewijst. Maar doordat hij in ontkenning is, weet hij niet dat haar gehoor ook een stuk beter is in verhouding met dat van een volbloedmens.

Daardoor kon ze het gesprek opvangen dat ze niet had moeten horen. De conversatie die ervoor gezorgd heeft dat ze haar vage plannen - tegengehouden door angst - in te korte tijd moet zien te verwezenlijken.

Halfdood door het heftige pak slaag, die ze uiteindelijk toch nog gekregen heeft, waarna hij de deur uitging en de eer heeft bewezen aan haar moeder die hij zijn dochter ontzegt, hoorde ze uren later de voordeur opengaan en de twee stemmen van de machtigste mannen van het dorp bereikten haar oren.

Ze wist wel beter dan zich kenbaar maken en aangezien elke beweging pijn deed, bleef ze doodstil op de kille vloer liggen. Hoe een kamer zo ijzig aan kon voelen hartje zomer was haar sowieso een raadsel.

"Wat ga je met haar doen, Loran?" De stem van de rechterhand van de Alfa klonk grotendeels onverschillig, op dat ene stukje smerige opgewondenheid na.

Haar vader bromde wat, reageerde eerst niet. Toen zei hij - kristalhelder: "Ze wordt overduidelijk niet uit zichzelf haar wolf. Door haar positie als dochter van de Alfa is het echter uitgesloten dat ze mens blijft op deze manier. Ze zal de schrik van haar leven krijgen op haar verjaardag."

Alsof hij het zich opeens herinnerde, dat het onderwerp van hun gesprek in dit huis verbleef, werd zijn stem direct daarop zachter. Het bekwam toen tot zulke lage tonen dat Jocelyn er geen woorden meer uit op kon maken. Maar wat ze nu al heeft gehoord, was meer dan voldoende.

Het kippenvel dat zich over haar lichaam verspreidde heeft niks te maken met de ijskoude kamer.

Hoewel het fenomeen 'halfwolf' niet vaak voorkomt, is ze er zelf natuurlijk één en daardoor heeft ze, af en toe, wat daarop toegepaste verhalen opgevangen.
Sommige halfwolven kunnen niet uit zichzelf veranderen in hun wolf. Hoe meer wolvenbloed je in je aderen hebt, hoe makkelijker het gaat. Maar daar kan ook op een andere manier aan voldaan worden, en dat is als een weerwolf je bijt. Dat kan in zijn/haar menselijke gedaante, dat is zelfs aan te raden. In diens wolvengedaante kan diegene iets minder goed inschattingen maken waardoor de schade te groot kan worden.
Hoewel een weerwolf bij voorkeur in een keer in zijn alter ego zal veranderen om de pijn van de omvorming zo minimaal als mogelijk te houden, is het mogelijk om pijnloos tanden te laten groeien tot wolvenformaat. Die zijn - hoewel messcherp - hol, waaruit het gif stroomt dat dodelijk is voor een mens, maar omvormend voor iedereen met een wolf in zich. 

Vaak doet een geliefde dat bij diens zielsverwant. De hormonen stromen rijkelijk, waardoor de metamorfose in praktisch alle gevallen tot een goed einde komt. Een ouder kan het ook bij zijn of haar kind doen en ook dan speelt de (ouder)liefde een grote rol.
In bijna alle gevallen van een gedwongen verandering, leidt dit tot de dood.

De stem van haar vader was onverschillig genoeg om haar duidelijk te maken dat zoiets misschien wel een goede uitkomst zou zijn.
De rouwende weduwnaar, die dan ook zijn enig kind verliest: zijn positie zal dan beslist beklonken zijn en blijven. Morrende onderdanen zullen in hun schulp kruipen en hij zal heersen tot de dood. Iets wat in het door oorlog geteisterde land een uitzonderlijke prestatie was.
Nu zijn de tijden wel veranderd, verbetert, maar als deze tragedie haar vader niet was overkomen, betwijfelt Jocelyn zeer of er speciaal voor hem niet nog een uitzondering gemaakt zou zijn. Alfa Hemming heeft dat in ieder geval bewezen.

Ze voelt een intense golf van haat voor de man die ze geen vader meer wenst te noemen. Dat is een eretitel en die heeft hij zonder twijfel verspeelt.

Jocelyn lag daar op de kale vloer en maakte plannen. Ze heeft vijf dagen gekregen om een ontsnapping voor te bereiden. Vijf dagen zouden voldoende moeten zijn om haar ergste wonden enigszins te laten helen. Waarschijnlijk is dat ook de reden waarom ze die tijd krijgt.
De Alfa heeft altijd een luguber gevoel voor humor gehad. Wachten tot haar verjaardag is precies wat voor hem.

Maar de weergoden staan aan haar kant, want geen mens en geen wolf zal haar spoor kunnen volgen in deze heftige regenbui. Van een lieflijk zomers weertje is geen sprake.
Haar schamele bezittingen heeft ze dit keer met meer zorg uitgekozen, net zoals haar plan van aanpak een stuk uitgebreider is dan twee jaar geleden.

Ze weet waar ze heen gaat, en ze weet wat het haar kan kosten. De weg naar en door de bergen zal ze niet zonder kleerscheuren kunnen voltooien.
De kans dat ze het niet overleeft is aanwezig.

Als ze over de bergen weet te komen, wacht haar daar een geheel nieuw land. De bossen aldaar. Wederom een gevaarlijk terrein, aangezien daar ook weerwolven leven. De gestructureerde soort, dat wel. Ze heeft gehoord over de weerwolfprins die zaken van zijn ouders waar begint te nemen. Hij is net twintig, maar zorgt nu al voor zo'n verschil in hun 'mythische' wereld.

Misschien ontmoet ze hem wel.

Maar nee, ze heeft haar zinnen gezet op Havenpoort, aan het einde van het Duistere Woud: vanuit haar huidige positie gezien, in het uiterste zuiden. Het is een flink stuk lopen, ze zal maanden onderweg zijn op haar mensensnelheid, maar de mengeling van volbloed mensen en volbloed weerwolven - met misschien wel alles daartussenin - spreekt haar ontzettend aan. Ze weet dat ze nooit zal aarden in een plaats met alleen mensen. Daarvoor is die wereld haar te onbekend.

Ze zal er alles aan doen om gelukkig te worden. Of sterven terwijl ze dat nastreeft.

Jocelyn sluipt door haar huis en weet die uiteindelijk ongezien achter zich te laten. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top