Chantal vliegt ver boven het landschap, haar vader op haar rug. Het is ondertussen een jaar geleden dat ze de sleutel heeft gestolen van Hades en het portaal heeft geopend. Een jaar waarin ze mensen in haar wereld heeft gelaten en de wereld twee doelen heeft gekregen. Het is nu een veilige leefwereld voor alle fantasiewezens en het is een wereld waar mensen elk karakter kunnen zijn dat ze willen zijn, waar ze vervolgens mee mogen vechten tegen andere mensen. Haar magie beschermt ze tegen pijn en schade, mar de gevechten zijn op elke andere manier realistisch. Ze is een held geworden, van zowel de draken als de andere rassen. De mensen in haar wereld accepteren de draken als intelligente wezens. Ze wordt uit haar gedachten getrokken door pap. 'Er is daar iets aan de hand.'

Hij wijst naar een rookwolk. Ze landt zo rustig mogelijk, zodat haar vader op haar rug kan blijven zitten. Ze loopt door een verbrand dorp heen. Overal zijn de wrakken die ooit huizen waren. Ze schrikt ervan. Hoe kan dit mogelijk zijn? Welk kwaad heeft hier gevochten? Ze stopt voor een ruime dat ooit een toren had moeten zijn. Ze ziet de lichamen van twee volwassen elven en drie kinderen liggen. Ze kijkt op als ze vleugelslagen hoort. Een draak met een vrouwelijke bereider landt voor haar. 'Koningin Chantal! We zijn aangevallen. We konden niets meer doen. Ik denk dat iedereen dood is!'

Chantal gebaart dat ze rustig moet blijven. 'Ik zie het, Sarasha. Wat heeft jullie aangevallen? Ik kan niet geloven dat het zomaar een beest was.'

Sarasha zucht. 'Het was die demon van een jaar geleden. Degene die je Gerard noemt.'