3// Konijn uit de Hoed
Nadat het bootje waarin Max en Annemarie zaten onder de waterval was gevaren, kwamen ze niet uit bij de grote rots erachter. Zeiknat van de waterval zagen ze iets wat het best te beschrijven is als een menging tussen een dorp en een Romeins legerkamp. Achter hen zagen ze dezelfde waterval stromen vanaf dezelfde rots. Ze moesten dezelfde afstand afleggen als ze vanaf het kamp naar de waterval moesten afleggen.
Ze kwamen steeds dichter bij de grote steigers, de huizen van afwisselend een en twee verdiepingen, de hogere gebouwen in het midden en het omringende groen. Steeds duidelijker werden de mensen die andere tieners uit de eerste boot hielpen, die van huis tot huis en tot de hogere gebouwen renden met spullen in hun armen en die op het omringende groen met toestellen in de weer waren.
Zodra Max en Annemarie zelf uit hun boot waren geholpen, waren ze allebei naar een groot gebouw met één verdieping geleid. Het bleek een ziekenhuis te zijn, waar ze werden afgedroogd en onderzocht op wonden, als ze die vonden verzorgden ze die meteen.
Max is al een tijdje klaar met haar behandeling en zit op de rand van de behandelingstafel. De tafel heeft een dunne laag van iets zachts, maar te weinig om lekker op te kunnen liggen. Voor het eerst in tijden zou ze nu een horloge willen hebben. De bus zou om één uur vertrekken, dus heel laat kan het nu niet zijn, denkt ze, maximaal drie uur.
Na wat lijkt eeuwen wachten komt er een vrouw van rond de twintig binnen. Ze sluit de deur met een harde klap achter zich. In tegenstelling tot de mensen die ze op het kamp had gezien in het donkergroen en de mensen die haar verzorgden in de wollen tenues, draagt ze een kort topje van bruin leer en een korte broek van zwarte stof. Met ook nog een ingevlochten vlecht tot de hoogte van haar schouders, is ze de eerste die de warmte serieus lijkt te nemen.
Ze gaat naast Max zitten en begint met praten: "We hadden het voorzichtiger willen brengen; eerst alles uitleggen, alvast een beetje trainen en als iedereen er klaar voor was dit hele gebeuren laten zien. Helaas bracht het ongeluk op het kamp dat plan een beetje in de puinhoop. Dus ik ben nu hier, om je alles uit te leggen." Ze kijkt Max glimlachend, haast grijzend, aan. "Ik heet trouwens Frederique," zegt ze en steekt haar hand uit. Terwijl ze handen schudden, zegt Max haar naam.
"Ik begin gewoon met vertellen en dan kan je tussendoor vragen stellen en alles, is dat goed?" vraagt Frederique en Max knikt.
"Zoals je verschillende volkeren op aarde hebt, heb je ook een bovennatuurlijk volk. Hoe dit bovennatuurlijke zich per persoon uit, is heel verschillend. Er zijn niet veel mensen waarbij het op dezelfde manier wordt geuit. Toch zijn ze op te delen in twee verschillende groepen. Je hebt mensen die eigenschappen hebben die gelijk zijn aan dieren: de 'Faunen'. Die kunnen dan heel snel rennen, in het donker zien, ultrasone geluiden uitstoten en weer opvangen, elektrische velden detecteren en noem maar op. Dan heb je nog mensen die de magie in hun lichaam hebben en die kunnen gebruiken, de 'Bliksemschichten', genoemd naar hoe die krachten eruit zien. Je hebt het vast zelf wel bij het kamp gezien. Dit zijn verschillende soorten krachten. Deze krachten verschillen in hoe je het moet gebruiken en wat die krachten kunnen doen. Volg je het nog een beetje?"
Max doet even niks, laat alles even op haar inwerken, en knikt vervolgens. Het zal vroeg of laat normaal voor haar moeten worden, denkt ze. Frederique vervolgt haar verhaal: "Alle bovennatuurlijke mensen leefden vredig naast elkaar in één land, totdat de Bliksemschichten de Faunen langzaam gingen onderdrukken. Het ging heel langzaam, de Bliksemschichten voelden zich superieur en deden het vanzelf en hadden het eerst waarschijnlijk niet eens door, maar uiteindelijk kwamen de Faunen in opstand. Er volgde een burgeroorlog, maar de Bliksemschichten overwonnen. De Faunen werden krijgsgevangenen. Toen moesten de Bliksemschichten gaan overleggen hoe ze het land verder zouden gaan besturen en wat ze zouden gaan doen met de Faunen. Er ontstond ruzie tussen twee groepen. De ene groep smokkelde uiteindelijk de Faunen hierheen. Dat was tevens niet het grootste onderdeel van hun ruzie. Dit was iets wat al veel langer aan de gang was." Frederique zucht even.
"Ik ben iets vergeten te vertellen," begint ze. "Aan de kleur die de krachten van de Bliksemschichten gebruiken, kan je zien wat voor kracht het is. Er zijn twee kleuren, wit en zwart. Wit is heel precies, het kan geen schade doen, behalve aan iets wat is gecreëerd door zwarte magie, en is makkelijk te beheersen. Zwart is erg ruw, het is woest, daardoor moeilijk te beheersen, en is veel duisterder. Het kan van elk goed ding iets slechts maken. Als je het niet goed beheerst, kan het doden kosten. Meestal hebben Bliksemschichten beide kleuren, waardoor de witte kracht de zwarte kracht kan onderdrukken.
In het land werd eerst altijd geleerd hoe je de zwarte krachten moest onderdrukken. De andere groep was het hier niet mee eens. Zij vonden dat de zwarte krachten meer mogelijkheden boden. De twee groepen gingen uiteen. De ene groep leerde hoe de witte krachten gebruiken. De andere groep spoorde iedereen aan de zwarte krachten te gebruiken.
Het ging al snel mis. Nu de witte krachten de zwarte krachten niet meer verminderden, werden ze oncontroleerbaar. Het kostte alle levens van de andere groep. De zwarte krachten werden met veel moeite verslagen. Door de vele training van het onderdrukken van de zwarte krachten waren de witte krachten heel sterk en dat werd hun redding. Door de grote concentratie krachten, ontsnapten er veel naar de rest van de wereld. De duistere groep was verslagen, dachten ze. Ze waren veel bezig met kinderen opsporen die door de verdwaalde krachten nu ook bovennatuurlijk waren geworden. Ze namen hen mee en trainden hen.
Normaal hadden Bliksemschichten een zwarte én een witte kracht, maar nu waren er ook kinderen dit alleen zwarte of alleen witte hadden. De met alleen witte worden meestal krijgsgevangene of vermoord bij de duisteren, andersom meestal met de alleen zwarte.
Intussen was de duistere groep weer aan het groeien. Zij spoorden ook kinderen op. Na een paar jaar botsten de twee groepen voor het eerst en meteen brak een oorlog uit. Die oorlog duurt nu al bijna tien jaar. Er komen steeds meer bovennatuurlijke kinderen bij en de doden blijven oplopen. Jij bent bovennatuurlijk, Max. Net als alle andere kinderen in dit kamp. Je kunt ons helpen de duisteren voor een tweede keer te verslaan. Wij leren jou dan eerst om je krachten te beheersen en te kennen. Help je ons?"
Max herhaalt alle informatie die Frederique haar heeft verteld. Frederique wacht geduldig terwijl ze dit nog twee keer extra herhaalt. Ze zucht. "Wat is er met de Faunen gebeurd?" vraagt ze dan. Frederique kijkt haar moeilijk aan. "Vermoord,' fluistert ze, "door de duisteren." Max knikt. Het blijft stil. Frederique dringt het antwoord op de vraag waarvoor ze eigenlijk kwam niet aan. Max denkt even na. "Frederique?" fluistert ze dan. Frederique knikt aandachtig. "Ik weet nog niet of ik me in deze oorlog wil bemoeien, is dat erg?" Het is stil; deze vraag had ze niet verwacht.
"Ik zou het risico niet wagen om nee te zeggen. De duisteren en deze kant, laten we ze de witten noemen, zijn eigenlijk precies hetzelfde, behalve dan dat ze een andere kracht uitbannen. Ze zullen je vermoorden, Max," zegt Frederique. Max legt haar hoofd in haar handen. "Oké dan," zegt ze.
Frederique neemt afscheid en loopt de kamer uit. Max begint lichtjes te panieken. Ze strijkt met haar hand over de handschoen. Ze zullen het niet zo lief nemen als ze ontdekken dat zij degene was die de Ignes losliet. Dit had ze nooit gepland. Straks moet ze gaan vechten voor mensen waarmee ze het helemaal niet eens is. Als ze niet eerst wordt vermoord.
Ze pakt de hoed van Storm van haar hoofd. Haar hand glijdt langs de binnenkant van de hoed. Op de een of andere manier mist ze hem. Ze zag hem niet eens een half uur, maar het voelt alsof ze verbonden zijn. De hoed is glad en strak van binnen, maar toch glijdt haar hand over een iets onregelmatiger stuk. Erboven, waar de gladde stof is vastgenaaid, is het kapot. Ze voelt nog eens aan het onregelmatige stuk en probeert het naar boven te duwen. Een stukje papier steekt aan de bovenkant uit. Nieuwsgierige kriebels woelen rond in haar buik als ze het papier uit de hoed haalt en open vouwt.
Als je maar lang genoeg ergens loopt, ontstaat er vanzelf een weg. Vaak gaat dat gepaard met veel moeilijkheden; er was niet voor niks nog geen weg. Veel mensen treden daarom in iemand anders' voetsporen.
Ik weet nog niet veel over wat ik met mijn leven wil gaan doen, maar weet één ding zeker: ik maak mijn eigen weg, hoe moeilijk het ook is.
-Storm Andersman-
Max houdt het papiertje voorzichtig in haar hand, alsof het glas is. Maar glas is nog nooit haar oplossing geweest. Dit papiertje wel. Ze gaat een derde partij in deze oorlog maken. Een partij die streeft naar het leren van gebruik van beide krahcten. De 'Gulden Middenweg' denkt ze glimlachend. Het is nog niet veel, maar dit was ook pas de eerste keer dat Max dit pas bewandelde. Nu staat ze stil, nog aan het begin, met nog kilometers pad te gaan. Ze weet dat ze het zal kunnen. Dat het niet onmogelijk is. Als anderen in iemand anders' voetsporten willen treden zal er immers altijd eentje de eerste meoten zijn.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top