Hoofdstuk 7


Celine

Ciel had inderdaad uitgelegd hoe transformatiemagie werkt. Het heeft veel te maken met wilskracht. Ik focus me op hoe ik wil worden. Precies zoals ik eerst deed met mijn schubben. Ik krijg het voor elkaar dat ik enorm veel krimp en mijn staart verlies, maar de vleugels en schubben blijven. Blijkbaar is het pak erg sterk, te sterk om direct tegen te werken. Daarom moet ik hier maar vrede mee sluiten. Ciel kijkt naar het resultaat. 'Niet slecht voor een eerste keer. Want dit is toch je eerste keer?'

Ik knik. 'Ja. Ik heb wel al eens mijn kleur veranderd, maar nog niet mijn vorm. Het is dus een soort van mijn eerste keer.'

Ciel is tevreden. 'De eerste keer is altijd het lastigst. Het is erg lastig om iets te doen waar je nog nooit iet mee gedaan hebt. Het is alsof je een nieuw lichaamsdeel hebt waar je nog nooit mee gewerkt hebt. Het went wel, maar niet erg snel. Maar goed, geniet van je vlucht met Lugia.'

Ik klim op de rug van Lugia en spoor hem aan. Lugia spreid zijn vleugels en stijgt op. Ik moet moeite doen om er niet af te vallen, maar het gaat best goed voor een eerste keer. Door mijn eerste vlucht in mijn hoofd te houden weet ik hoe Lugia ongeveer beweegt tijdens het vliegen. Ik weet te voorkomen dat hij mij slaat. Na een korte vlucht dirigeer ik hem naar beneden. Ik kan het niet lang meer volhouden om zo te blijven. Zodra hij geland is spring ik van zijn rug. Ik land hard in het gras. Ciel kijkt naar me. 'En? Hoe ging je eerste vlucht?'

Ik zucht. 'De vlucht ging prima. Alleen het mensachtig blijven kostte me ongelooflijk veel moeite. Nog even en ik zou al mijn energie verliezen.'

Mijn drakenvorm trekt tijdens het praten helemaal terug. Ciel schud haar kop. 'Het is lastig om de magie van de draken direct tegen te werken. Maar uiteindelijk zal het wel lukken. De magie van het kostuum zal misschien afnemen, maar jouw magie zal zeker toenemen. Je zal krachtiger worden en de magie tegen kunnen werken. Misschien zal je zelfs een echte draak worden en zo de magie op kunnen nemen en naar eigen doel kunnen aanpassen.'

Misschien heeft ze gelijk. Maar voor nu zit ik vast in deze vorm. Ik moet er maar het beste van maken. Ik loop weer naar mijn tijdelijke woonplek terug. Natuurlijk volgt de Lugia mij. Dat stomme beest denkt dat ik zijn meester ben. Ciel sluit de deur achter me. 'Ik moet je iets vragen over die mensen. Waarom blijf je hier als je de vrijheid hebt?'

Ik ga liggen op een van de hopen Stroo die Sila en Bernard voor me neergelegd hadden. 'Tja. Ik weet het zelf ook niet echt. Een van de redenen was dat de laatste keer dat ik probeerde te ontsnappen ze beiden me tegenhielden. Ook hebben ze me geholpen: ik lag eerst ver van de bewoonde wereld zonder enige controle over mijn lichaam, en Bernard heeft mij controle over mijn spieren gegeven. Tenminste, hij heeft me controle over de spieren gegeven die ik nodig heb om op de grond te lopen. Jij hebt tenslotte de vleugels en staart aan mij gegeven.'

Ciel knikt. 'Ik begrijp dat je dankbaar bent. Maar ik zou al lang geleden weg gegaan zijn. Ze hebben hun nut gehad. Nu is het tijd voor iets nieuws.'

Ik kijk naar mijn vleugels, die ik nu net zo gemakkelijk kan bewegen als ik adem kan halen. Ik klap er een paar keer mee, voor ik ze weer dicht doe. 'De wereld is voor me open gegaan. Ik kan overal heen gaan, als ik maar wil. Maar ik voel een bepaalde verantwoordelijkheid voor ze. Ze hebben mij geholpen maar vertelde ook dat de drakenschatten die ik nu bezit een serie evenementen in gang hebben gezet die de wereld kunnen verwoesten. Ik maak me zorgen erover. Bernard weet hoe ik dit tegen moet werken.'

Ciel legt een vleugel op mijn voorpoot. 'Ik was niet altijd een feniks. Deze nekband geeft mij bepaalde krachten. Alle magie die ik gebruik komt ervan af. Zonder de nekband ben ik slechts een ander mens. De eerste keer dat ik de band om deed veranderde ik in een zwarte draak. Af en toe doe ik het nog steeds, maar niet veel meer. Sinds kort gebruik ik mijn magie alleen nog maar voor goed, waardoor mijn aura veranderd is. Als ik nu als een draak rond ga vliegen dan vermoord ieder duister wezen in de wijde omtrek me. Als feniks sta ik nog een kans. Als feniks, als ik sterf, dan kom ik terug. Als draak ga ik voorgoed dood.'

Een paar dingen spoken door mijn hoofd. Ze is dus een draak geweest, en ze is al een tijdje een feniks. Ze kan herboren worden als ze dood gaat. Maar hoe oud is ze dan? 'Mag ik vragen hoe lang je hier al rondloopt of vliegt?'

Ciel kijkt me eerst boos aan. Dan zucht ze. 'Ongeveer duizend jaar. Maar sinds de laatste keer dat ik herboren ben en nu zit ongeveer vijftien jaar.'

Ik glimlach zover als het gaat. 'Geen wonder dat we het zo goed kunnen vinden. We zijn ongeveer even oud, als je in lichamen rekent. Ik ben zeventien.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top