Hoofdstuk 11 (Tes)
Het moment dat het groene licht aangaat springt het merendeel van de draken de lucht in. Niet Sanilish en ik. Wij wachten tot de lucht veilig is, voor we ook beginnen met racen. We beginnen meteen al met een achterstand. Niet alleen begonnen wij als laatste, maar we moeten nu ook vijf seconden inhalen voor we gelijk staan aan de nummer elf. Ik druk mezelf tegen de rug van Sanilish aan en spoor haar aan sneller te vliegen. Zij bromt dat ze het begrijpt en pakt de snelheid op.
Ik weet dat het een race van vijf rondes is. Maar ik wil niet als laatste eindigen, en niet weer crashen. Ik ben bang dat de volgende crash die Sanilish maakt haar laatste crash zal zijn. Gelukkig laat Sanilish zien dat zij niet bang is. Ze zet haarzelf zo volledig in dat we voor het einde van de eerste ronde al de eerste twee hebben ingehaald. Zodra ronde twee begint zet ik het geheime wapen van Sanilish en mij in: ons zadel. Ik leun ver in bij elke bocht, zodat wij de bochten afsnijden. De kurkentrekker gaan we lager en dieper dan alle andere racers. Zelfs de haarspeldbochten kunnen we sneller en scherper nemen dan wie dan ook.
Pas wanneer ronde vier begint zie ik wat er aan de hand is. Ik ben iedereen al gepasseerd behalve de nummer een. Zodra ik dat zie zet ik mijn ogen op mijn doel. Ik moet die eerste plek innemen. Sanilish en ik gaan nu nog dieper onze bochten in. We proberen alles nog sneller te doen. Ik verlies mijn oog op de nummer een terwijl ik me tot het uiterste concentreer. Een rode waas vormt zich voor mijn ogen. Ik moet winnen. Ik moet iedereen laten zien dat ik het nog in me heb. Ik kan niet Stola voor niks laten sterven.
Een hoorn haalt mij uit mijn concentratie. Ik kijk verbaasd op, om te zien dat de race is afgelopen. Links boven mij zie ik het bord met de resultaten. Ik lees van onder naar boven de resultaten. Eerste plek: Tes. Ik geloof mijn ogen niet. Ik heb gewonnen. Ik heb serieus gewonnen. De euforie neemt het over van me. Ik heb het niet door dat Sanilish landt voor mijn tent, of dat ze mij naar binnen brengt, of zelfs dat mam en pap door de verzamelde menigte binnenkomen. Zelfs de felicitaties komen niet binnen. Het lijkt allemaal een droom. En in die droom komen drie woorden steeds in mijn gedachtes naar voren: ik heb gewonnen.
De raceleiders komen uiteindelijk ook mijn tent binnen. Een van hun spreekt me aan. 'Tes, over vijf minuten is de prijsuitreiking. Je wordt op het podium verwacht met jouw draak.'
Ik knik kort. Zijn woorden komen maar half binnen. Nog steeds blijven dezelfde drie woorden in mijn hoofd hangen. De woorden die ik niet had verwacht ooit te kunnen denken. Niet na de aanslagen. Mam leunt voorover in haar rolstoel. 'Ik ben blij dat ik het personeel zover heb gekregen om hun vrij op te geven hiervoor. Jou zien racen is alsof ik naar een pure harmonie kijk. Jij en Sanilish bewegen als een in elke bocht. Zelfs na dat ongeluk vanmorgen bleef je doorzetten. Jullie twee zijn echt een bijzonder duo.'
Een van de ziekenhuispersoneel spreekt. 'Betaald worden om naar de race te gaan, om vervolgens in de tent te kunnen staan met de winnares? Dat is een hemelse dag.'
Pap draait zich om naar de broeder. 'Ik weet dat jij het allemaal geweldig vindt, maar kan je even ons een momentje gunnen met onze dochter? Ze heeft net haar leven geriskeerd om te bewijzen dat zij het nog in haar heeft.'
Mam pakt mijn hand. 'Tes. Wanneer jij zometeen op het podium staat, kijk dan even rond. Kijk naar jouw fans. Onthoud hun gezichten. Als je dan ooit de grotere races gaat racen dan weet je wie er loyaal zijn aan jou.'
Ik knik. Dan spreekt pap. 'Dit is jouw moment, Tes. Je hebt lang hiervoor gewerkt. Nu kun je de vruchten van je werk plukken. Geniet ervan zolang je kan.'
De raceleiders vertellen korte verhaaltjes bij elk van de podiumplekken. Als het mijn beurt is wordt ik een partij verrast. 'De afgelopen weken heeft het ongeluk haar achtervolgt. Alles van aanslagen op haar leven tot het verlies van haar trainingsmaat. Toch heeft ze doorgevochten. Zelfs haar ongeluk vanmorgen hield haar niet van de overwinning. Dames en heren, jongens en meiden. De winnaar van de regionale race: Tes!'
Sanilish en ik lopen het podium op. We lopen naar de plek voor de eerste plaats. De derde en tweede plaats staan al op het podium. Sanilish houdt haar kop hoog. Zodra we op de eerste plek staan komt een van de raceleiding naar ons toe. Ze draagt twee medailles in haar armen. De een doet ze om mijn nek, voor ze mij feliciteert. De ander doet ze om de nek van Sanilish. Sanilish verbaast het publiek dan door kort haar nek te buigen voor de ambtenaar. Dan komt een tweede ambtenaar met een grote beker. In de beker zit een grote berg prijzengeld. Als ik het geld zie valt mijn mond open.
Dan komt een derde ambtenaar. De ambtenaar houdt een gouden ticket voor me. 'Dit is een toegangsbewijs voor een race in de hoofdstad, over drie maanden. Omdat je deze race gewonnen hebt krijg je dit toegangsbewijs. Hiermee mogen jullie drie gratis meedoen.'
Ik pak de ticket aan. Ik wist dat deze race een grotere prijzenpot had dan de andere races, maar dit had ik niet verwacht. En de race in de hoofdstad heeft nog een grotere prijzenpot. Ik kan bijna niet wachten tot ik in die race kan rijden. Maar vandaag heeft wel een probleem naar voren gebracht. Het is zeer lastig voor Sanilish en mij om de parcours te volgen. Enkele keren ging het bijna mis en een keer ging het gewoon mis. We moeten trainen met strakke parcours. Maar hoe...
Zodra ik van het podium afstap besef ik me hoe. Het geld in de beker is ruim genoeg om niet alleen een nieuw huis te laten bouwen voor pap, mam en mij, maar ook om een raceparcours te kunnen bouwen. Dit is alles wat ik nodig heb. Ik loop dan naar mam en pap toe.
'Heb je zoveel gekregen? Dat is een jaarsalaris voor ons! Wat wil je allemaal hiermee doen?'
Ik tel het geld uit. 'Ik bedacht me dat we best een nieuw huis kunnen laten bouwen met dit geld, en de restanten kan ik gebruiken om een raceparcours te bouwen om te trainen. Sanilish en ik zijn nog niet goed genoeg voor de echte races, denk ik.'
Mam zucht. 'Dat huis is echt niet jouw taak, Tes. Er is daar een verzekering voor. Die betaalt waarschijnlijk de schade aan ons. Dat zal genoeg zijn om een nieuw huis te bouwen.'
Ik zucht ook. 'Dan ga ik maar weer sparen. En nu maar hopen dat het geld niet weer in rook opgaat.'
Pap lacht zacht om die verwijzing. Gelukkig kunnen mam en pap er een beetje luchtig over doen. Mam knikt. 'Met wat geluk is het ergste al voorbij. We hebben veel pech achter de rug. Nu kan het maar een kant op, en dat is omhoog.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top