Vol trots kijk ik uit over het heuvellandschap. Mijn thuis. Ik moet moeite doen om niet te brullen van plezier. Overal kijken de beesten die deze plek bewonen omhoog naar mij. Ik ben hun koningin. Hun meesteres. Als ik iets zeg, dan doen ze dat. Als ik ergens mee zit dan komen zij me helpen. Dit is waar ik thuis hoor. Dit is mijn haven. De grote jagers van mijn territorium komen dan naar me toe. 'Heeft u iets nodig, mijn koningin?'

Ik reageer niet. In plaats daarvan spreid ik mijn vleugels en stijg ik op. Het gevoel van vliegen is altijd opwindend. Oh, wat hou ik ervan. Ik vlieg ver boven mijn territorium en kijk erover uit. Mijn huis. Ik ben hier trots op. Hoe lang ik hier aan gewerkt heb. Dit is mijn trots.

Ik wordt uit mijn gedachten gehaald door een geur die in de lucht hangt. De geur brengt mijn vechtinstinct naar boven. Het is een andere draak. Ik brul een uitdaging. Mijn uitdaging wordt beantwoord door de andere draak. Daarmee kan ik hem vinden, en opzoeken. Zodra ik hem in mijn ogen heb val ik hem aan.