Hoofdstuk 5

Jonathan is woedend. Zelfs wanneer we drie jaarsalarissen aan prijzengeld binnen halen weigert hij om normaal naar mij te doen. 'Wat was jouw plan? Ze gewoon maar alleen aan te vallen en hopen dat ze kunnen? Was dat jouw plan? Je was er bijna aangegaan! Wat had ik dan tegen jouw vader moeten zeggen? Dat jij gedood was omdat ik je niet kon beschermen?'

Ik grom tussen mijn tanden door. 'Ik wist zelf niet wat ik aan het doen was. Ik kon mezelf niet tegenhouden. En trouwens, ik hield het prima zelf vol.'

Jonathan reageert nog bozer. 'Ja, terwijl je keihard ingemaakt werd! Je ging er bijna aan, mevrouw! Is dat echt wat jij wil? Doodgaan? Ben je daarom met mij meegegaan op reis?'

Ik trek zeer snel mijn rapier en richt die op hem. 'Denk je dat echt? Ik probeer jouw leven makkelijker te maken en je helpt me niet eens met vijf bandieten. Ik versloeg er vier alleen! Jij had met gemak die laatste kunnen doden!'

Jonathan praat niet meer tegen mij. Het valt me nu op dat het halve dorp naar ons kijkt. Ik trek hem daarom snel een steeg in. 'Luister. Om de een of andere reden had ik een idee dat ik ze aankon. Ik wist dat ze angsthazen waren. Ik wist wat ik deed.'

Jonathan lijkt nog steeds boos. 'Daar gaat het niet om! Die rovers hadden het waarschijnlijk nodig voor hun families! Jij hebt nu meer mensen de dood in gejaagd!'

Ik geef hem een klap voor zijn kop. 'Weet je waarom er een prijs op zijn hoofd stond? Omdat hij zijn team elke keer vermoord na een overval. Hij doet het niet voor de gezinnen! Hij doet het voor zijn eigen gewin! Zijn doel ik alleen maar winst maken!'

Jonathan laat zijn hoofd iets zakken. Dan kijkt hij me weer aan, nog steeds bozig. 'En waarom vertelde je mij niet over jouw dromen van de vliegende hagendissen?'

Zijn woorden zijn in eerste instantie raadselachtig. Pas als ik het begrijp reageer ik. 'Bedoel je mijn dra...'

Voordat ik mijn zin af kan maken legt Jonathan een hand over mijn hond. 'Zeg hun naam niet. Alleen hun naam zeggen kan hun al tevoorschijn brengen. Wil jij een van hun nu hier hebben? En ja, ik bedoel die dromen.'

Ik haal mijn schouders op. 'Ik heb die dromen al jaren. Al mijn hele leven. Volgens mijn ouders moet ik me er niks van aan trekken. Mezelf wegcijferen voor het welzijn van mijn volk.'

Jonathan slaat hard met zijn vuist op de muur achter me. 'Je bent nu in de echte wereld, Sariel! Dit soort dingen zijn belangrijk! Als je dit soort dingen niet verteld dan kan het onze levens kosten! Dromen kunnen voorspellend zijn!'

Ik schud mijn hoofd. 'Niet mijn dromen, Jonathan. De laatste keer dat de... persoon in mijn dromen werd genoemd in literatuur is honderden jaren geleden. Hij is waarschijnlijk dood.'

Jonathan gaat over me heen staan. 'Over welke vliegende hagedis droom je?'

Ik sluit mijn ogen om terug te kunnen denken aan mijn droom. Als mijn ogen weer open willen zeg ik een woord. 'Ragnolar.'

Jonathan valt naar achteren. 'Van alle draken die ooit geleefd hebben droom jij van Ragnolar? De grote tiran? Hij die de mensen in een eeuw van angst heeft gebracht?'

Ik knik. 'In mijn dromen liet hij een andere kant van zich zien. Hij was diep rood, maar in het ochtendgloren leek het meer karmijnrood. En ik... ik was zijn mate. Een turquoise draak. Waar Ragnolar er niet van hield om vroeg op te staan, waar ik al vroeg buiten de grot stond. Hij hield echt van me. Hij noemde mij zijn schoonheid. Zijn trots. Dankzij mij leefde we in een paradijs, zei hij.'

Jonathan brengt zichzelf tot rust. 'Dan was jij Solasinia. In jouw dromen ben jij Solasinia. Solasinia stierf voordat Ragnolar een nest kon krijgen. Toen hij haar verloor werd hij gek van verdriet. In zijn gekte viel hij het mensenrijk aan. Dat is wanneer zijn tirannie begon.'

Ik moet terugdenken aan een van de boeken die ik ooit gelezen had. 'Solasinia is nooit gestorven. Ze had haar dood in scene gezet. Niet omdat ze weg wilde gaan van Ragnolar, maar omdat ze zelf stervende was. Ze moest weg om haar leven te redden. Ze was nog kort bij de mensen geweest om ze te waarschuwen voor het gevaar van Ragnolar, voor ze zelf verdween. Volgens een legende in mijn familie was ze naar de noordelijke bergen gegaan, om de geboorteplek van de goden te vinden. Waarschijnlijk in de hoop om te ontsnappen aan de dood.'

Jonathan kijkt me vragend aan. 'Bedoel je dat Ragnolar's gekte gedeeltelijk de schuld is van Solasinia? Maar waarom heeft ze dan nooit haarzelf laten zien? En waarom is haar niet overlijden nooit bekend gemaakt aan het publiek?'

Ik moet flink nadenken voor ik een oplossing heb. 'Ik denk dat ze voorgoed wilde verdwijnen, om welke reden dan ook. Misschien was dit ook de reden waarom niemand buiten mijn familie erover wist. Dat ze het verborgen wilde houden, zodat Ragnolar haar niet terug kon vinden.'

Jonathan zucht. 'Ik hoop dat Ragnolar niet hetzelfde trucje heeft uitgevoerd, en dat Solasinia niet expres chaos wilde veroorzaken. Als een van de twee waar is dan kunnen we net zo goed onszelf nu ophangen. Dan hebben we twee boze draken achter ons aan zitten, of erger...'


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top