Hoofdstuk 8
Mam lijkt niet blij. Ze zegt er niks over, maar ik zie het aan haar houding. 'Allemaal verzamelen, en snel een beetje.'
Ik kom uit mijn poel en loop vluchtig naar mam toe. Sarina komt naast mij zitten, en het broertje dat ik geholpen heb aan de andere kant. Mam gaat sacherijnig liggen. 'Goed. Nu jullie gegeten hebben is het tijd voor wat anders. Jullie moeten leren vechten. Aks waterdraken vechten wij in het water. Hup, het water in.'
Ik volg haar orders maar snel op. Ik heb misschien net mijn broertje verslagen, maar mam lijkt veel te sterk. Ik denk dat ik geen kans tegen haar sta. De andere zijn er ook al snel. In het water spreekt mam weer. 'Goed. Ik wil dat jullie in paren gaan vechten. Sanali, jij gaat met mij vechten.'
Ik kijk angstig naar mam. Wil ze nu echt dat ik tegen haar ga vechten? Om me heen zijn de paren al snel gevormd. Mam begint het gevecht meteen. Ik duik snel onder haar door in de hoop haar aanvallen te ontwijken. Helaas blijkt dat ze mij al kon voorspellen. Ik voel de druk op mijn staart en weet dat ze mijn staart te pakken heeft. Met een enorme snelheid slingert mam mij door het water tegen Sarina aan. Sarina gromt boos naar mij. Ik stuur haar een verontschuldigende blik en schiet terug richting mam. Ik laat haar mooi niet winnen.
Deze keer onderschat ik mam niet. Ik maak een schijnbeweging naar links voor ik over haar heen duik. Achter haar kop ga ik voor de vleugels. Haar vleugels geven haar een overmacht in snelheid en beweegbaarheid. Als ze die niet kan gebruiken, ook al is het maar voor even, dan kan ik sneller en beweegbaarder zijn. Dan heb ik een kans. Met mijn korte klauwen haal ik haar vleugels open.
Mam is spontaan woedend. Ze draait haar kop naar mij en bijt naar mij. Ik duik naar voren langs haar kop, om me vast te kunnen grijpen aan haar nek. Mam beweegt nu zo wild als ze maar kan bewegen. Ik moet serieus veel moeite doen om me vast te houden. Ineens zie ik het licht. Ik klauw mezelf naar voren, tot vlak achter mam's kop. Daar dek ik haar kieuwen af. Langzaam kalmeert mam. Als ze bijna bewusteloos is haal ik mijn klauwen weg.
Mam wil in eerste instantie niet met me praten. Ik zwem in plaats daarvan een stuk alleen. Maar waar ik ook heen ga, ik kom elke keer weer terug bij mam en de rest. Na een tijdje roept mam me bij haar. 'Waarom heb je mijn vleugels opengehaald, Sanali?'
Ik laat mijn kop iets zakken. 'Ik zag dat je veel sneller was door je vleugels. Ik moest een manier vinden om die snelheid weg te halen. Dit was de enige manier die ik zo snel kon bedenken. Zonder vleugels kon ik beter maneuvreren dan jij.'
Mam sluit haar ogen. 'Vergeet niet dat dit een oefengevecht is. We verwonden elkaar niet als het niet absoluut nodig is.'
Ik draai mezelf iets naar mam. 'Dan ben je het volgens mij zelf vergeten, mam.'
Een klein stroompje bloed loopt uit een van mijn vinnen. Een paar van de botten in de vin zijn gebroken, en een daarvan is door mijn vin heen gekomen. Zodra mam het ziet lijkt haar hele humeur te verdwijnen. 'Het spijt me, Sanali. Ik wilde je straffen voor je gevecht met je broertje, maar heb mijn wraak iets te ver door laten komen.'
Ik zwem naar de kant. 'Gebroken botten groeien sterker terug. Ik zal alleen even de botten moeten zetten.'
Mam legt de oefengevechten stil. Ze pakt me beet en brengt me naar het oppervlak. Vervolgens neemt ze mij en de andere jonkies mee naar een ander deel van de drakenstad.
Dit deel is groen. Het bestaat bijna alleen uit planten en bomen. Enkel door de geuren kan ik de soorten bomen al uit elkaar halen. Overal is begroeiing. Als waar we wonen al paradijs is, dan is dit het binnenste van paradijs. De vochtige lucht condenseert op onze koele schubben. Ik kan al drinken door slechts mijn tong uit te steken. Maar die kans heb ik niet.
Mam sleept me mee tussen de bomen door, naar de grootste boom. Het is een enorme eik. Mam slaat drie keer met haar voorpoot tegen de stam aan. Een enorme, oude draak die gemaakt lijkt te zijn van hout komt tevoorschijn. 'Sufalia, wat doe jij hier?'
Mam tilt haar deels gescheurde vleugel op om mij te laten zien. 'Mijn dochter is gewond geraakt, oh Oude. Ik heb uw hulp nodig.'
De oudere draak tilt mijn vin op en kijkt er even naar. 'De krachten die nodig zijn om deze botten te breken gaan voorbij de krachten die nodig zijn om honderd jaar oude takken te breken, Sufalia. Wat heb jij gedaan met haar? Ze heeft dit nooit zelf kunnen doen.'
Mam vertelt wat er gebeurd is. De oudere kijkt tevreden naar me. 'Zo, een vechtertje. Niet slecht. Maar Sufalia, je hebt het echt niet goed gedaan. Let op je omgeving. Ik heb je het al eerder verteld. Maar laat mij dit eerst eens repareren.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top