Hoofdstuk 24


Via de muur klim ik omhoog. De muur is ruw, maar terwijl ik klim zie ik dat ik de eerste ben die via deze route gaat. Niemand voor mij heeft deze route genomen. Als ik halverwege de muur ben maak ik de fout om naar beneden te kijken. Ik wordt spontaan door een golf hoogtevrees geraakt. Maar ik moet doorzetten. Ik ben een draak. Als volwassen draak zal ik veel langer veel hoger door brengen. Ik adem diep in en klim door. Met mijn verzurende spieren klim ik tot ik een meter of drie boven de hand van het beeld ben, en ongeveer anderhalve meter van de hand vandaan. Ik schat in hoeveel ik nog ongeveer moet klimmen om de sprong te kunnen maken. Ik kom erop uit dat ik het niet kan redden.

Dan krijg ik weer een moment van helderheid. Ik kan mijn vinnen gebruiken. Om zeker te weten dat ik het red klim ik iets hoger. Ik haal nog een paar keer diep adem voor ik de sprong maak. Dan gooi ik mezelf de lucht in, trek mijn klauwen in en draai me in de lucht om. Zodra ik recht in de lucht ben spreid ik mijn vinnen om me te helpen in de lucht te blijven.

Dan zie ik wat voor een gigantische fout ik heb gemaakt. Ik ben te hoog gesprongen. Ik klap mijn vinnen in om te proberen hoogte te verliezen, maar ben te laat. In een wanhoopspoging grijp ik met gestrekte klauwen naar de hand van het beeld.

Ik haal opgelucht adem als ik raak grijp. Eerst bungel ik aan een klauw, maar als ik naar boven grijp met mijn andere krijg ik de hand goed te pakken. Dan wordt ik geraakt door een golf pijn. Weer slaan de herinneringen van mijn oude leven toe. Als een golf van pijn komt het. Ik kan me niet inhouden om een kreet van pijn te slaan. Beneden hoor ik Sarina roepen. 'Iemand moet haar helpen! Ze is in de problemen!'

De oudere lijkt in paniek te raken. 'Maar dat mag helemaal niet! Bij de test staat ze er alleen voor! Straks wordt een te zwakke draak een volwassen draak!'

Sarina gromt. 'Wat is belangrijker? Dat een draak die sterk is volwassen wordt of dat een draak met een goed hart het overleefd?'

Terwijl de oudere erover nadenkt vecht ik met de herinneringen. Deze keer zal het me lukken ze te overwinnen. Met al mijn macht douw ik ze weg. Met de korte tijd die ik krijg daardoor klim ik op de hand. Eenmaal op de hand laat ik de herinneringen over me heen spoelen als een rivier. Ik hoor ondertussen het geklap van een stel grote vleugels. Als de pijn wegtrekt kijk ik op, om de oudere op de arm te zien staan. 'Sanali, gaat het een beetje?

Ik knik. 'De herinneringen kwamen weer. Precies toen ik mezelf net had gered van de val kwamen ze. Ik kon mezelf amper redden.'

Hij roept opgelucht naar beneden. 'Ze is in orde! Het waren slechts de herinneringen!'

Dan vliegt hij ervandoor. Ik kijk nu rond in de hand. Nergens zie ik een object liggen dat ook maar iets zou kunnen doen. Alleen de fijn gebeeldhouwde hand. Ik kijk teleurgesteld rond. Dit kan niet kloppen. Ik moest in de uitgestrekte hand zoeken.

Dan zie ik de andere hand. In de hand ligt de staf, maar op de een of andere manier lijkt het alsof die ook uitgestrekt is. Zo snel als ik kan klim ik over de arm, rug en nek naar die hand. Ik raak de staf voorzichtig aan. In mijn klauwen krimpt de staf spontaan.

Pijn schiet door mijn rug heen. Dit is niet de pijn van mijn herinneringen, maar een nieuwe pijn. Een scherpe pijn die een tinteling met zich meebrengt. Als ik omkijk zie ik hoe vleugels vormen die gelijk zijn aan de vleugels van de luchtdraak oudere. De vleugels vormen snel. Het moment dat de pijn ophoud reageren ze ook al op mijn commando's.

Met de staf in mijn klauwen spring ik naar beneden en open ik mijn vleugels. Tijdens de korte vlucht sluit ik even mijn ogen, om een informatie overbelasting te voorkomen. Daardoor merk ik het niet dat iets of iemand mij uit de lucht grijpt. Als ik mijn ogen open zie ik de schitterende, lichtblauwe ogen weer. 'Sola! Je bent weer gekomen!'

Sola lacht. Ze is weer als draak gekomen. 'Inderdaad, Sanali. Je hebt het goed gedaan. Slim van je, om je vinnen te gebruiken als vleugels. Hoe voel jij je?'

Ik kijk om naar mijn schitterende vleugels. Dan kijk ik haar weer aan. 'Geweldig. Ik voel me geweldig. Zelfs terwijl ik nog geen drie minuten geleden aan de hand van jouw beeld hing met de herinneringen die me aanvielen.'

Ze geeft me een zachte glimlach. 'De herinneringen zullen voorlopig nog wel blijven. Maar langzaam zullen ze wegtrekken terwijl jouw nieuwe leven zijn grip krijgt. Blijf om je heen kijken, naar iedereen die om je geeft, en al snel zul je de kracht hebben om ze te weerstaan.'

Ik kijk naar mam, Sarina en Sentar. Dan zucht ik. 'Misschien zal ik wel nooit genezen ervan. Ze zeggen ook wel dat littekens nooit volledig verdwijnen. En deze littekens zitten diep in me gebrand.'

Sola laat een klauw over mijn kop glijden. 'Zo moet je niet denken, mijn stem. Je bent sterk. Ik laat deze littekens niet blijven. Misschien moet je gewoon wat vaker met de draken van de begroeiing afspreken. Die kunnen wonderen werken. Daarover gesproken, ben je er klaar voor?'

Ik knik zacht. Dan pakt Sola met haar enorme klauw een van mijn voorpoten beet. Ze streelt de voorpoot zacht. Dan fluistert ze zacht. 'Sanali. Na je geobserveerd te hebben heb ik besloten jou als mijn stem te nemen. Accepteer deze bond tussen jou en mij, draak en godin. Deel mijn krachten, versterk mijn zwakke punten. Wees mijn connectie op deze wereld.'

Ik leg mijn andere voorpoot op haar klauw. 'Ik accepteer de bond en de verantwoordelijkheid die het met zich meebrengt.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top