Hoofdstuk 8

'We gaan nu beginnen met jouw volgende les. Je weet nu hoe wij leven, en het is tijd dat je een ander aspect ervaart. Ik ga je leren om vuur te spuwen. Eerder vandaag heb je al gevoeld waar het vuurorgaan zit. Om het vuurorgaan te gebruiken, moet je eerst diep in ademen. Als je longen gevuld zijn, dan sluit je jouw longen, open je jouw mond en druk je met je middenrif op je longen. Het mond open doen is niet verplicht, maar vuur spuwen door je neus is geen prettige ervaring. De laatste keer dat ik het deed bleef die verbrandde geur een maand in mijn neus hangen.'

Elisabeth doet wat Cerciel vraagt. De eerste poging heeft geen resultaat, behalve dat ze naar adem moet happen. De tweede poging heeft al meer resultaat. Er komen een paar rookwolkjes uit haar neusgaten en mond. De derde keer is scheepsrecht. Ze haalt diep adem, en spant haar middenrif aan. Uit haar mond komt een vlam. Haar keel doet meteen pijn, en haar tong voelt verbrand aan. 'Niet slecht. Je kan dus al vuur spuwen. Het zal nog wel even duren tot je het in een gevecht kan gebruiken, maar je kan al een vuurtje stoken. Probeer het nog eens.'

Ze doet het nog een keer. Deze keer is de vlam al een stukje langer. 'Zeer goed. Probeer de vlam nu voor een paar seconden in stand te houden.'

Ze probeert het. Na drie seconden zijn haar longen leeg en stopt haar vlam. 'Het vuurspuwen gaat redelijk goed. We zullen de komende dagen er goed op blijven oefenen. Hoewel jouw kleinere longinhoud een probleem vormt. We laten het nu even zitten. Als een draak vuur spuwt, dan verdwijnt er vuur uit het vuurorgaan. Hoe groter een draak is, hoe meer vuur het vuurorgaan kan bevatten. Maar ook de grootste draken kunnen niet uren lang vuur spuwen. Omdat dit je eerste keer was, en je voor drakenbegrippen erg klein bent, is jouw vuurorgaan ook klein. Je hebt het meeste eruit gehaald wat er in zat. Als je wat meer groeit en vooral veel oefent zal jouw vuur heter en langer branden. Wanneer je ongeveer zo groot bent als ik nu ben, kan je al minuten per keer vuur ademen. En tegen de tijd dat je jouw volledige grootte hebt bereikt, kan je een kwartier lang vuur spuwen. Maar dat duurt nog wel even. Voor nu is het al een wonder dat je zo vroeg in jouw transformatie hebt geleerd om vuur te spuwen. Ik verwachtte het in een later stadia, omdat de meeste drakenjongen pas vuur kunnen spuwen als ze een jaar oud zijn.'

'Wat gaan we nu doen? Ik kan nu dus niet oefenen met vuur spuwen, en mijn vleugels zijn niet bepaald volgroeid.'

'Klopt het dat jouw vleugels op dit moment een soort stompjes zijn, met zacht weefsel er omheen?'

'Je beschrijft het zoals ik het zou beschrijven.'

'Dan verwacht ik dat over een dag of drie jouw vleugels lang genoeg zijn voor zweefvluchten, en over een week zijn ze volgroeid.'

'Heb ik dan geen staart nodig om mijn vlucht onder controle te houden? Want momenteel is mijn staart niet veel meer dan een stompje.'

'Ik stel mijn verwachtingen even bij: over 4 dagen ben je klaar voor zweefvluchten. Je hebt gelijk. Voor een draak is de staart belangrijk. Het is ons roer en ons wapen. Zodra je kan vliegen moet je leren om te vechten als een draak.'

Op dat moment voelt Elisabeth een steek in haar middelvinger. Ze kijkt naar haar rechter hand. Het uiterste puntje van haar middelvinger is zwart geworden. Cerciel kijkt bezorgt naar Elisabeth. 'Is er iets aan de hand? Heb ik iets verkeerds gezegd?'

'Nee. Ik voelde wat in mijn middelvinger. Volgens mij begin ik klauwen te krijgen.'

'Dat is geen moment te vroeg. Ik wilde het juist hebben over hoe je klauwen kon gebruiken. Kan je het meteen in de praktijk meemaken.'

Later die avond zitten Cerciel en Elisabeth te eten, als Kahless binnen komt. Buiten is het aan het regenen. Het is nog net zo warm als altijd. Elisabeth denkt even dat Kahless in de mensentaal gaat spreken, als ze zijn aanwezigheid in haar geest voelt. 'Sorry dat ik zo laat ben. Ik heb nieuws. Voor jullie allebei.'

Elisabeth is meteen nieuwsgierig. Wat voor nieuws zou er voor haar zijn? Ze is pas net een dag in de drakenlanden. Cerciel is niet erg onder de indruk. Blijkbaar verwachtte ze het al. 'Vertel het maar. Ik wil wel weten hoe het is gegaan.'

'Ik heb gesproken met de representant. Heriel wil Elisabeth graag zien. Als hij tevreden is hebben we mogelijk onze eerste bondgenoot. Hij wil ons bij de Wormpiek ontmoeten. Morgen ochtend, een uur na het opstaan. Ik heb hem nog niet verteld dat ze Elisabeth heet, uit angst dat hij haar niet meer wil ontmoeten.'

Cerciel is duidelijk tevreden. Aan de andere kant vliegen de vragen door Elisabeth' s hoofd. Waarom heeft Kahless haar naam niet bekend gemaakt? Waar is die wormpiek? Hoe kan Cerciel die tijdsaanduiding begrijpen? Waarom heeft ze bondgenoten nodig? Kahless ziet haar verwarring en geeft een teken aan Cerciel. Cerciel begrijpt het en vraagt aan Elisabeth wat er in haar hoofd omgaat. Ze stelt de vragen. 'Je stelt weer precies de juiste vragen. Eerst over die tijdsaanduiding. Wij draken hebben een bepaald instinct, waardoor wij allemaal ongeveer dezelfde tijd opstaan. Omdat je nog niet volledig in een draak veranderd bent heb je dat instinct niet. Dat zal voorlopig ook wel even zo blijven. Dan die bondgenoten vraag. Sinds onze laatste koningin is gestorven, is het koninkrijk in partijen opgedeeld. Elke partij heeft een eigen idee over hoe het nu verder moet met het rijk. Heriel is de leider van een van die partijen. Ik ben zelf ook een partijleider. Als we naast mijn partij vijf andere partijen aan onze kant hebben staan, dan kunnen we jou kronen en het rijk tot vrede brengen. De partij die Heriel leidt is redelijk groot, en hij is net als ik van mening dat er zo snel mogelijk een koningin moet komen. Je bent dus op een kritiek moment gekomen. Over de wormpiek kan ik zelf ook niks zeggen, omdat ik het niet weet. Ik denk dat het de locatie is van zijn kamp. Dan het laatste antwoord, en geloof me, ik vind het ook niks, maar je moet jouw naam veranderen. Wij draken zijn niet erg kieskeurig als het gaat om namen, maar Elisabeth is niet een naam die wij als draken een goede naam vinden. We kunnen die naam niet in de drakentaal uitspreken, en dat kan mogelijke bondgenoten afschrikken. En als je koningin bent zullen niet veel draken je als koningin Elisabeth aanduiden. Het spijt me dat ik dit moet brengen.'

Haar naam veranderen? En nog voor morgen ochtend? Hoe vindt ze een naam die passend is voor een koningin, die uitspreekbaar is in de drakentaal en die bondgenoten aantrekt? Dit is erg veel. 'Kunnen jullie mij helpen? Ik heb totaal geen idee wat voor namen draken hebben, want ik heb in totaal nu twee drakennamen gehoord. Drie als Kahless ook een drakennaam is.'

'Wij mogen ons er niet mee bemoeien. Het enige wat ik hierover zeg is dit: de naam moet uit je hart komen. Als het uit jouw hart komt, dan is de overgang makkelijker. Maar let op: je moet wel je hele leven die naam gebruiken. Dus kies wijs.'

Die avond laat Cerciel Elisabeth met rust. Ze trekt zich terug met Kahless om naar kaarten te kijken. Elisabeth staart naar het vuur, en denkt na over een naam. Wat is een passende naam voor een drakenkoningin? Als ze eerlijk is vind ze Cerciel al een koninklijke naam. Maar Cerciel is niet de koningin. En de naam is al ingenomen. Wat is nog meer passend? Ze denkt hard na, maar komt er niet op. Ze laat het even varen, en maakt haar hoofd leeg. Haar naam moet uit haar hart komen. Niet uit haar hoofd. Dan weet ze het.

Kahless en Cerciel staan voor een aantal kaarten in de literatuurgrot. Het is een van de grotten in Cerciel' s grot. Ooit was deze ruimte een slaapkamer, maar omdat Cerciel alleen woont heeft ze er boekenrollen verzamelt. Cerciel wijst een plek aan op de kaart. 'Zou dit de Wormpiek kunnen zijn?'

'Nee. Die piek is al lang geleden ingestort. Het heeft geen zin. We hebben geen idee wat een worm is, laat staan wat er zodanig op lijkt dat Heriel het zo noemt.'

Dan komt Elisabeth de kamer binnenstormen. Zodra Cerciel haar in het gesprek binnen laat, roept Elisabeth: 'Ik heb het! Ik weet mijn nieuwe naam!'

Cerciel maant haar tot rust. 'Rustig aan. Vertel het alsjeblieft. Ik vertel je wel of het in de drakentaal uit te spreken is.'

Elisabeth neemt een paar keer diep adem. Cerciel ziet een paar rookwolkjes uit Elisabeth' s neus komen. Dan spreekt ze weer. 'Mijn nieuwe naam is Riacella. Ik heb gedaan wat je zei. Ik heb mijn geest leeggemaakt, en liet mijn hart spreken. Dit is er uit gekomen.'

Cerciel denkt even na over de naam. Ze spreekt de naam uit in de drakentaal. Ze laat de naam over haar tong rollen. 'Riacella. Het valt redelijk uit te spreken. Het is een passende naam voor een drakenkoningin. Laat je vanaf nu bekend staan als Riacella. Mogen jouw vijanden onder jouw klauwen vallen en jou naam gevreesd en geliefd zijn. We hebben nu een probleem uit de weg geholpen. Kan je alsjeblieft helpen om de volgende catastrofe uit de weg te ruimen?'

'Wat is het probleem?'

'We hebben deze kaarten stuk voor stuk bestudeerd, en we hebben geen enkele plek gevonden die de Wormpiek kan voorstellen. Heb jij een idee? Een inzicht?'

Riacella gaat voor de kaarten staan. Ze bekijkt de namen. De letters hebben iets weg van het alfabet, maar ze heeft moeite om de woorden te lezen. Dan bedenkt ze zich dat de namen het eerste zal zijn geweest waar Cerciel naar heeft gekeken. Ze bekijkt de verschillende herkenningspunten. Weer geen resultaat. Ze krijgt een ingeving. Ze maakt haar geest leeg, zoals ze deed toen ze op haar naam kwam. Het lijkt alsof Cerciel en Kahless haar aanstaren. Ze negeert het, en maakt haar geest zo leeg dat het een bodemloze put lijkt. Dan ziet ze het. 'Het is de rivier. Zoek naar een piek bij de rivier. In de bovenwereld zijn er dieren die een beetje op slangen lijken. Ze zijn lang en dik, leven in de aarde komen vaak boven in de regen. Ze hebben geen gif of andere natuurlijke bescherming. We noemen ze wormen. De rivier lijkt op de kaart een beetje op een worm.'

Kahless en Cerciel zoeken meteen naar een piek. Dan wijst Cerciel een plek aan. 'Daar. De Duivelsklauw. Daar was een veldslag een tijdje geleden. Als je gelijk hebt is dat ons ontmoetingspunt. Goed gedaan, Riacella. Je hebt ons mogelijk gered.'

'Ik doe alleen maar mijn taak. Mijn volk helpen en dienen.'

Kahless lacht om die laatste opmerking. 'Je word al net zo welbespraakt als Cerciel.'

Cerciel dooft de vuurputten. 'Kom. Dan gaan we slapen. Kahless, omdat jij deze ontmoeting hebt geregeld moet jij er morgen ook bij zijn. Weet je waar de gastenkamer is?'

'Ik heb het nog onthouden van de vorige keer. Slaap wel, jullie twee.'

Ze wensen hem ook een goede nachtrust toe, en gaan vervolgens naar Cerciel' s slaapkamer. Ze gaan in de zelfde houding liggen als de vorige avond, en wensen elkaar een goede nachtrust toe. Slaap komt snel die avond.



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top