Hoofdstuk 5


Het is een zilveren draak. Van wat Elisabeth heeft gelezen, kan de draak niet veel ouder zijn dan 8 jaar. De vleugels zijn groot voor het lichaam, en de vleugelspieren zijn zelfs van de richel al te zien. De onderkant van de draak is bedekt met grote platen die van de nek naar de staart lopen. Tegenover de platen lopen stekels over de ruggengraat. De klauwen zijn lang zoals mensenvingers, maar hebben in plaats van nagels lange klauwen, die gedeeltelijk terug getrokken kunnen worden in de vingers. Het meest verbazende deel is dat zowel de voor als achterpoten van de draak klauwen hebben die een gelijke functie hebben als duimen. 'Ik denk dat die draak Raciël is. Raciël is mijn baas.'

Kahless zwaait drie keer naar de draak. de draak beweegt een keer de kop naar beneden (wat lijkt op een knik), en vliegt dan naar hun toe. Wanneer de draak geland is, maakt de draak een brommend geluid. Elisabeth begrijpt er niks van, maar Kahless knikt met zijn hoofd. 'Elisabeth, we hebben een klein probleempje. Je bent nog niet volledig draak, dus je kan hun taal nog niet verstaan. Nu kunnen draken ook met hun geesten communiceren, maar je moet de draak toestemming geven. Deze draak heeft helaas moeite om jouw taal te verstaan, dus moet je toestemming in haar taal.'

'Hoe doe ik dat?'

'Doe mij na. Let op hoe je de klanken laat klinken. Als je een gorgel tussen een grom door laat komen veranderd de toestemming in een zware belediging.'

Kahless maakt een paar klanken. Met veel moeite krijgt Elisabeth het voor elkaar om de klanken te reproduceren. Wanneer ze de toestemming heeft gegeven krijgt ze weer het onbeschermde gevoel. Vervolgens voelt ze iets in haar geest wat ze nooit eerder heeft gevoeld. Het is een bewustzijn. Het bewustzijn voelt onbekend aan, maar tegelijkertijd ook bekend. Ze zakt op een knie. Dan spreekt het bewustzijn in haar geest. 'Is jouw naam Elisabeth?'

Even twijfelt ze hoe ze moet antwoorden. Kahless fluistert in haar oor: 'Je moet denken wat je wil zeggen. In dit geval denk je gewoon aan het woord 'ja'. In jouw geest wordt het vertaald naar een vorm die zij begrijpt.'

Ze doet wat hij zegt. Ze weet niet zeker of het over is gekomen, tot de draak weer in haar geest praat. 'Ben jij degene die Kahless heeft uitgezocht?'

Deze keer is ze sneller met antwoorden. 'Ik weet het niet. Hij zei eerst iets over dat ik de toekomstige koningin van de draken ben, en dat ik een uitverkorene ben, maar hij heeft niet gezegd dat hij mij heeft uitgezocht.'

'Mag ik jouw hand zien?'

Elisabeth steekt haar linkerhand uit. Daarop reageert de draak 'Niet die hand, de andere hand.' Elisabeth haalt haar rechterhand uit haar zak. Ergens in haar hoofd roept een stemmetje dat ze nooit haar hand verborgen kon houden. Niet voor wezens die met een blik al jouw gedachten konden zien. Ze steekt haar rechterhand uit. De gouden gloed en de schubben hebben zich al verspreid. De schubben nemen nu de volledige achterkant van haar hand in. De gloed heeft zich verspreid tot de eerste gewrichten van haar vingers en ongeveer een kwart van haar ellenboog. De ogen van de ring gloeien met een zachte blauwe kleur. 'Interessant. Jij ben de ware. Voor de eerste keer sinds het ontstaan van het ras der draken komt de koningin niet van binnen maar van buiten. Je hebt veel potentie, kleintje. Je mist veel kennis over ons, je bent erg onzeker en je bent nog ver van het draak zijn verwijderd, maar je hebt de ziel van een draak. Ik kan de sporen van magie door je lichaam voelen. Ik zal zeker niet buiten jouw training gehouden worden.' Even is de draak stil. Dan hoort Elisabeth een hoop gefoeter komen van de draak. 'Kahless, jij stomkop. Hoe overduidelijk moet het zijn? Het is overduidelijk dat zij de volgende koningin is, je hebt het zelf gezegd. En dan wil je haar in de grot van een blauwe draak laten overnachten? Het maakt niet uit dat ze nog geen draak is. Die hand zegt al genoeg. Morgen zal haar hand al volledig getransformeerd zijn, en de rest van haar lichaam zal snel volgen. Ze verdient beter dan die smerige grot van jou. Maakt niet uit dat er al voorbereidingen zijn gepleegd in jouw grotten. En ik twijfel ten sterkste of jij met je kleine armpjes veel kan doen tegen haar vijanden. Of ben je vergeten te vertellen dat ze die al had vanaf het moment dat ze geboren was?'

De draak is ondertussen wijder gaan staan. De kop en nek van de draak bewegen soepel naar beneden, en de draak drukt haar snuit tegen de borstkas van Kahless aan. Wanneer de draak haar uitbarsting heeft gehad, zet Elisabeth haar gedachten op een rijtje. Kahless woont dus hier in de grot van een blauwe draak, en de zilveren draak wil Elisabeth dus uit die grot houden om een bepaalde reden. Ze herinnert zich van wat Kahless haar vertelt heeft dat de zilveren draken boven alle kleuren behalve goud staan. Dat betekent dat Kahless dus door zijn woonplek onder de zilveren draak valt. En zij staat boven de zilveren draak, dus dan valt Kahless indirect onder haar. Kahless spreekt nu ook in haar geest. 'Ik heb haar inderdaad niet vertelt over haar vijanden. Dat kon ik niet zonder haar hierover te vertellen, en dan zou ze mij voor gek verklaren. Ik kan het niet veroorloven om de eerste drakenkoningin in 200 jaar tegen me in het harnas te jagen. Ze moest het met haar eigen ogen zien, en ik was van plan om zodra we aan zouden komen in mijn grot haar van de gevaren hier in te lichten. Maar jij geeft me overduidelijk de kans niet. En hoe wil je dat ik mijn taak als docent uitvoer als ze niet eens in mijn buurt is? We weten allebei dat mijn grot te ver weg ligt om dagelijks op bezoek te komen. En toen ik erop uit werd gestuurd om de volgende koningin te vinden werd mij vertelt dat ik de koningin mocht opleiden.'

'Je mocht HELPEN met opleiden. Niet alleen opleiden. Blijkbaar is niet alleen je lichaam achteruit gegaan, maar ook je geest. Je mocht helpen met opleiden als je de koningin vond en haar terug bracht. Je hebt haar gevonden, je hebt haar terug gebracht. Laat me nu doen wat mijn taak is. En waag het om in mij een strobreed in de weg te liggen, en ik verorber je als lunch. Vooral omdat je mijn lunch hebt onderbroken. En over het helpen met opleiden, je mag al blij zijn als je haar een week les mag geven. Kom morgen naar mijn grot, en dan bespreken we het.'

Daarmee trekt de draak haar kop weg bij Kahless. De draak wenkt Elisabeth met haar kop. Elisabeth komt dichterbij de draak. 'Kom dichterbij. Ik bijt niet. Jou niet, tenminste. Zou je het goed vinden om tijdelijk bij mij te leven?'

Ze moet er goed over nadenken. Als ze ja zegt, dan wordt ze opgeleid door een draak die weet waar ze het over heeft, en wiens positie ook passend is. Want een koningin leert tenslotte ook van haar adviseurs. Maar Kahless lijkt een idee te hebben wat de magie met haar doet, en hij heeft een beter idee van wat ze kan. 'Als ik ja zeg, mag Kahless dan helpen met mijn opleiding? Hij heeft een idee van mijn kennisniveau, en wat ik momenteel kan. Zelf weet ik niet wat ik moet weten, of wat er in de voorzienbare toekomst met mij gaat gebeuren. Ik weet niet eens de opbouw van deze plek en waar alles ligt. Ik ben dus zo goed als hulpeloos hier. En daar moet ik bijvoegen dat buiten wat literatuur waarvan ik twijfel of het draken goed weergeeft ik helemaal niks over draken weet. Niet eens wat het betekent om een draak te zijn, laat staan een drakenkoningin.'

'Ik zal sowieso overleggen met Kahless wat je allemaal moet leren, maar er zijn verschillende dingen die je al kan leren voordat we dat gesprek hebben gehad. En zolang je onderweg bent kan je weinig leren.'

'In dat geval wil ik graag met u mee. Maar hoe komen mijn spullen met ons mee? En hoe kom ik mee? Ik kan niet vliegen, en ik kan niet verwachten dat u de hele weg naar uw grot loopt.'

'Je kan wel vliegen, alleen niet zelfstandig. En ik stuur een draak om jouw spullen en Kahless op te halen. En noem me alsjeblieft geen u. Zo oud ben ik niet.'

Die woorden verbazen haar. Hoe kan ze vliegen met de hulp van een ander? Ze zou toch niet bedoelen dat ze Elisabeth in haar klauwen mee gaat nemen? Dan spreekt de draak weer in Elisabeth' s hoofd. 'Die gedachtegang zit op het goede pad. Alleen ga je op mijn rug zitten. Klauwen zijn voor vechten en jagen. Niet voor het dragen van toekomstige koninginnen. Laat me even goed erbij liggen. Luister alsjeblieft goed hoe je op mijn rug moet klimmen.'

De draak gaat languit liggen. Ze legt haar rechterpoot bij haar nek neer, als een soort opstapje. 'Klim op mijn klauw. Vervolgens loop je op mijn klauw richting mijn staart, zodat je de stekel bij mijn pootgewricht kan gebruiken. Vervolgens loop je over mijn bovenarm naar mijn schouder. Je moet bij de basis van mijn nek plaats nemen. Vertel het me wanneer je zit.'

Elisabeth doet wat de draak zegt. Het is een heel klimpartij om op de schouder te komen, en het helpt niet bepaald dat de draak lacht. 'Ik kan er niks aan doen. Je kietelt gewoon erg.'

Uiteindelijk weet ze de plek die de draak beschreef te vinden. Ze gaat zitten en geeft het teken. 'Hou je goed vast. Dit kan ruw zijn.'

De draak neemt drie grote stappen en slaat haar vleugels uit. Dan maakt ze een enorme sprong en flapt meerdere keren. Ze vliegen.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top