Hoofdstuk 4

Elisabeth had nooit gedacht dat uit huis trekken zo veel moeite kost. Met haar moeders hulp pakt ze haar koffers in. Ze neemt al haar bezittingen mee. Na een paar uur heeft ze alles in een paar koffers gepakt. Dan bedenkt ze iets. 'Hoe krijgen we dit allemaal in de auto? De motor ligt in de achterkant, en ik twijfel of mijn koffers in de voorkant passen.'

'Jouw koffers passen achter de stoelen. Laten we nu gaan. We hebben nu nog de kans.' Hij komt wat dichter bij Elisabeth en fluistert in haar oor. 'Je rechterhand begint te glimmen. We moeten weggaan voordat jouw moeder het ziet. Hou je koffer zodanig vast dat jouw rechterhand verborgen is, anders ziet ze het. We moeten wegwezen voordat er schubben verschijnen op plekken die niet zo goed te verbergen zijn.'

Ze pakt haar koffer. Na uitgebreid afscheid van haar moeder genomen te hebben legt ze haar koffers in de auto. Dan geeft Kahless plankgas en verdwijnen ze uit de straat. Zodra ze op de snelweg zijn, neemt Kahless opgelucht adem. 'Ik dacht even dat jouw moeder niet zou tekenen. Dat zou de situatie veel ingewikkelder maken. We moeten nu naar mijn villa gaan, en beginnen met jouw opleiding.'

'Hoe moet ik eigenlijk in deze wereld blijven leven als ik een draak ben? En waar zijn die draken dan? Ik kan weinig bedenken dat zo opvalt als een groot goud vliegend wezen. Behalve misschien plankgas rijden in een Ferrari in een land waar Ferrari' s zeldzaam zijn.'

'De eerste vraag kan ik nog niet beantwoorden. Je moet het antwoord namelijk met eigen ogen zien om het te geloven. Hetzelfde geld voor de tweede vraag. Maar over dat plankgas rijden: ik heb geen keus. Met de minuut word onze situatie tijdgevoeliger.'

Precies op dat moment klinkt er een sirene, en ziet Elisabeth blauwe zwaailichten achter hun. De politie. Wat een timing. Kahless zet de auto aan de kant. Hij stapt uit. De twee politieagenten doen het ook. Een van de agenten fluit naar de auto. 'Zo, meneer. Plankgas rijden in je nieuwe auto? Je reed 100 kilometer per uur over het limiet heen. Dat gaat je op het minst een nacht cel kosten, en je auto.'

Kahless reageert niet op de agent. Het lijkt even erop alsof hij niks doet, maar dan beweegt Kahless sneller dan het oog kan bijhouden. Een moment staat hij met zijn armen naast zijn zij, en het volgende moment houdt hij een zwaard rechts boven zijn hoofd vast, en storten de agenten neer. Kahless haalt vervolgens zijn mantel over het bebloede zwaard heen, en stopt het zwaard terug onder de mantel. Vervolgens rijdt hij plankgas weg. 'Je hebt zojuist twee agenten vermoord?! Kon je niet met ze praten?! Ze hadden on kunnen helpen! En de manier van hun dood zal elke agent in dit land achter ons aan brengen.'

'Nee. Ze hadden ons niet kunnen helpen. Die agenten zouden ons veel tijd hebben gekost, die we niet hebben. Dit is niet het eerste bloed dat om jou word vergoten, en het zal ook niet het laatste bloed zijn. Ik moet je beschermen tegen iedereen die kwaad in de zin heeft. En over de manier waarop de agenten zijn gestorven: hoewel ik hun kelen heb doorgesneden zal het voor de rest van de mensen lijken alsof ze zijn neergeschoten. Het zal worden verweten aan drugsbendes, en er worden meer manschappen achter de bendes aan gestuurd. We zullen dus relatief veilig zijn.'

'Kon je ze niet verdoven? Of met de platte kant van jouw zwaard tegen hun hoofden aan slaan?'

'Nee. Dat zou namelijk vragen achter laten. Met verdoven zouden ze misschien een detail kunnen herinneren. En als ik ze knock-out zou slaan met mijn zwaard zou ik de eerste geraakt hebben tegen de tijd dat de tweede het doorheeft en zijn pistool zou trekken. Dan ben ik dood, en jij hebt geen docent of ook maar een idee waar je heen moet gaan.'

Elisabeth zegt vervolgens niets meer. Ze denkt na. Waar is ze aan begonnen? Wie is die Kahless? En is hij echt een koelbloedige moordenaar, of zit hij er mee? Na een tijdje zegt Kahless weer wat. 'Ik vind het niks om levens te slopen. Ik had gehoopt dat we zonder politie naar mijn villa konden komen. Die twee agenten wilde ik niet doden. Maar voordat ik mijn zwaard trok schatte ik de situatie in, en vormde ik meerdere situaties in mijn hoofd. Ik bedacht wat ik allemaal kon en hoe ik op de situatie kon inspelen. Uiteindelijk besloot ik voor de snelle manier. Ik kon namelijk horen aan de agenten dat ze in vuurgevechten zijn geweest, en er niet over zouden twijfelen om iemand anders neer te schieten als ze zelf in gevaar komen. Er was voor mij geen andere manier. En ik zal de komende tijd nachtmerrie' s krijgen van deze moorden. Ik ben een hoop, maar geen koelbloedige moordenaar.'

Even later nemen ze de afslag. Vervolgens rijden ze over landwegen. Na een afslag genomen te hebben, rijden ze over een grindpad. 'We zijn nu op mijn landgoed. Het grote huis dat je zo meteen voor je ziet is mijn villa, het huis daar links van is het huis van de dienaren, maar die staat grotendeels leeg. Er staat ook een stal rechts van het huis, en hoewel die wordt onderhouden staan er geen paarden in.'

Elisabeth laat het even inzinken. Dan bedenkt ze zich: ik zal in een stal leven. Daarom zei hij er niks over. Ik ben straks niks meer dan een rijdier van een moordenaar.

Ze stappen uit. Er komt een man uit het landhuis die de koffers uit de auto haalt. De man vraagt aan Kahless waar de koffers moeten. 'Zet ze maar aan de zijkant van de hal. Ik regel de rest wel. We gaan eerst een hapje eten.'

Ze eten zwijgend de lunch. Er staan veel gerechten op de tafel. Elisabeth heeft moeite met eten, ondanks dat haar ontbijt drie uur eerder een enkele boterham was. Het valt haar op dat Kahless vooral vleesgerechten pakt, en groentes helemaal vermijd. Ze wil er een opmerking over maken, en Kahless ziet het. 'Ik kan je daar ook weinig over vertellen. Laat ik het zo zeggen: over een uur weet je meer. Ben jij klaar met eten?'

'Ik krijg voorlopig geen hap meer door mijn keel. Dus je kan beginnen met je uitleg.'

'Ik zal tot we op onze bestemming zijn niet zo veel uitleggen. Ik zal het vooral laten zien.'

'Ik begin mijn vertrouwen in jou een beetje te verliezen. Er komen steeds meer geheimen bovendrijven, en elk geheim laat me meer twijfelen. Dit is de laatste kans die ik jou geef. Als ik over een uur niet weet wat ik wil weten ga ik terug naar huis.'

'Over een uur accepteer ik met plezier jouw excuses, en smeek je mij om te mogen blijven. Pak jij even een van jouw koffers? Dan pak ik de ander.'

Ze pakt de kleinste van de twee. Kahless pakt de ander zoals hij had beloofd. Kahless gaat Elisabeth voor. Ze lopen naar de centrale trap, en vervolgens opent Kahless een deur onder de trap. Hij gebaart Elisabeth om voor te gaan. Kahless volgt haar naar binnen en sluit de deur. Het is meteen pikdonker. Dan komen er een paar vonken van achter Elisabeth. Vervolgens ontvlamt er een fakkel die Kahless aan het aansteken is. 'Ik heb geen extra licht nodig, maar ik denk dat jij het wel kan gebruiken.'

Ze denkt even zijn gezicht te zien. Maar zo snel als ze het ziet verdwijnt het ook weer. Ze schrijft het toe aan haar verbeelding. Haar moeder heeft ook altijd gezegd dat ze een rijke verbeelding heeft. Kahless gaat weer voor haar lopen. Ze lopen een lange trap af. Elisabeth kan niet zien waar de trap eindigt, als de trap al eindigt. Na een tijdje draaien de treden een stukje naar links. Ze blijven afdalen. Even later houdt de draaiing op. 'We zijn nu halverwege. We kunnen het beste even een adempauze inlasten. Het zal nog even duren voordat we bij onze bestemming aankomen.'

'Waar gaan we in godsnaam heen? De kern van de aarde?'

'Je zit er niet ver vanaf. Waar we heengaan zitten we iets dichter bij de kern van de aarde, waardoor er het hele jaar door een gematigd klimaat is. Laten we verder gaan.'

Het volgende kwartier houden ze nog een paar adempauzes, maar ze blijven doorlopen. Uiteindelijk zien ze licht aan het einde van de tunnel. Wanneer ze dichterbij komen dooft Kahless de fakkel. Dan lopen ze de tunnel uit.

Ze staan boven op een richel. Beneden hun ligt een gigantisch bos. Zowel voor hun als links van hun gaat het bos door zover als ze kunnen zien. Een stukje verderop ziet Elisabeth een rivier van diep blauw. Boven hun is een grote rode bol. Verbluft realiseert ze zich dat het de aardkern is. En voor hun, jagend in het bos, is een draak.



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top