Hoofdstuk 25

Direct na het gevecht roept Riacella de generaals bij haar. De wachters van de Goudbloedclan en Werkbloedclan waren gewond geraakt, maar deze keer had Rellerciel vervangers klaar staan. De kapitein van Riacella' s persoonlijke wacht stond er op dat hij ook bij de vergadering mocht zijn, hoe vaak Riacella hem ook vertelde dat de generaals uit gezocht waren om hun betrouwbaarheid. Uiteraard wilde Rellerciel er ook bij zijn. Uiteindelijk zijn er dus naast Riacella 10 andere draken aanwezig. De tent waar ze de vergadering in houden is dus erg benauwd. Ondanks dat iedereen een respectabele afstand van Riacella houdt is de kapitein van de wacht nog geen hoornlengte van Riacella verwijderd en de rest van de wacht niet veel verder. Riacella begint de vergadering door over de rug van de Vuurbloedclan wachter te zeggen: 'Ik weet dat dit vreemd klinkt, maar die aanval heeft misschien in ons voordeel gewerkt. Ik zou graag jullie meningen willen horen.'

Rotsbreker, de Goudbloedclan generaal, is de eerste die reageert. 'Ik weet niet wat voor een voordeel u het over heeft, maar wij zijn vandaag een half bataljon verloren en ze weten nu ook de meeste van onze geheime wapens te identificeren.'

Riacella is blij dat hij het punt naar voren brengt. Ze laat het niet zien, maar Rellerciel heeft het door en schiet haar een vragende blik toe. Gelukkig heeft de rest het niet door. 'Je hebt een punt. Maar ik wil je er wel op wijzen dat het boomdraken gif geen bekende bescherming kent. Onze pijlen zijn iets problematischer, maar iedere vijand die de bogen heeft gezien heeft het moeten bekopen met de dood, dankzij Rellerciel' s briljante idee om elke boogschutter te begeleiden met twee zwaardvechters. Voor zover zij weten zijn onze pijlen naar hun geschoten met magie. Wat ons naar mijn derde punt brengt: we hebben geen magie gebruikt omdat alle draken die magie kunnen gebruiken in jouw bataljon zaten. Dus hebben ze geen idee. Dat was de eerste stap in mijn plan: verwarring zaaien.'

Rotsbreker en Rellerciel komen dichterbij, zover als de lichamen van haar wachters het toelaten. Elledoorn was de hele tijd bezig met het schoonmaken van haar klauwen (er zat een paar liter bloed op, wat aangeeft dat Elledoorn met tand en klauw van haar af heeft gevochten), maar kijkt nu op. Heriel gaat ongeïnteresseerd door met het schoonmaken van zijn zwaard. 'De reden waarom de aanval positief voor ons heeft uitgepakt, is omdat ik hun heb uitgevogeld. Ze zitten me niet tegen omdat ze mij ongeschikt vinden, of omdat ik te lang niks van me heb laten horen. Ze werken me tegen omdat ze mij willen beïnvloeden. Ze willen dat ik ze beter behandel dan de rest van de clans. Maar toen bleek dat ik de clans gelijk behandelde besloten ze dat ze liever mij gevangen zouden nemen dan het risico te lopen verliezen te lijden met mij. Als hun gevangene zouden ze mij alles kunnen laten doe wat ze willen, inclusief een voordeel over de rest van de clans krijgen. Ze hadden alleen verwacht dat mijn wachters er of niet zouden zijn of dat ze die uit konden schakelen. Het gif van de boomdraken kwam nu goed ten pas, en ze hebben verloren.'

'Hoe weet u zeker dat ze u niet wilde uitschakelen? En dat ze verloren hebben?'

'Toen ik de aanvallers bevocht, zag ik geen moordlust in de ogen. Ze zeggen dat de ogen de spiegel van de ziel zijn. In dit geval kon ik door de ogen mijn tegenstanders lezen. Het hield me niet tegen om ze af te maken, omdat ze nog steeds mij tegen proberen te werken. Uiteindelijk komt het er op neer dat ze mij niet bevochten omdat ze dat wilden, maar omdat ze mij nodig hebben.'

'En hoe zit het met het verliezen?'

'Ik heb opgelet waar iedere vijand vandaan kwam. Dit was het merendeel of zelfs alle soldaten in de stad. Het enige wat wij nog moeten doen is de stad innemen. Ze hebben de sleutel van de stad nog net niet op een zilveren plaat naar ons toe gebracht. Mijn plan gaat als volgt. We hebben hun troepen grotendeels uitgeschakeld. We hebben ook verwarring gezaaid. Heriel stuurt een aantal vleugels draken naar de "donkere" kant van de stad. Dat is de kant die we niet kunnen zien. Die vleugels moeten ervoor zorgen dat er geen vijanden ontsnappen en geen versterkingen binnen komen. De rest van Heriel' s draken gaan met hem naar de oostelijke kant van de stad. Rotsbreker neemt zijn draken mee naar de rechterkant. Elledoorn, wij vallen frontaal aan. Zodra jullie ons op zien stijgen, vallen jullie ook aan, Heriel en Rotsbreker. Als jullie vijanden gevangen kunnen nemen dan doen jullie dat, maar laat het geen levens kosten. Elk leven dat verspild wordt is een leven te veel. Rellerciel, ik wil dat zoveel mogelijk pijlen worden geborgen. Mijn pijlen kan je herkennen aan de groeven vlak voor de palmbladeren. Ik heb er een stuk of twaalf. En regel dat een smid nieuwe pijlpunten gaat maken, want niet alle pijlen zullen herbruikbaar zijn. Jullie kunnen gaan. En voor alles wat goed is, geef me wat ruimte. Ik ben dood op en we moeten nog een strijd leveren. Dus wek me als iedereen klaar staat.'

Na een paar uur word Riacella gewekt door de kapitein. 'Uwe majesteit, iedereen staat klaar. We kunnen beginnen met de aanval.'

Riacella schud met haar kop om de slaap te laten verdwijnen en gaapt. Twee uur is te weinig gebleken. Ze moet het er helaas maar mee doen. Buiten wacht Rellerciel op Riacella. 'Tijd om de stad voor u in te nemen. Bent u er klaar voor?'

Riacella schud met haar kop. 'Ik ben er niet echt klaar voor. De vraag is eerder: kunnen wij het aan?'

'Zolang iedereen zich aan het plan houd wel. Uw plan is goed gevormd. De stad zou zo ingenomen moeten zijn.'

'Dan gaan we door. Bedankt, Rellerciel. Veel succes, en blijf alsjeblieft in leven.'

'U ook veel succes. Oh, ik geloof dat deze van u zijn.'

Rellerciel geeft een bundel pijlen aan Riacella. Het aantal pijlen is dubbel zo groot vergeleken met eerst. 'Volgens mij heb je een foutje gemaakt. Ik had maar twaalf pijlen.'

'Nee hoor. We hebben acht pijlen gevonden die nog bruikbaar waren. De rest was ofwel gespleten ofwel gebroken. Daarom heb ik een aantal pijlen erbij gemaakt voor u. Nu zou u niet meer door uw pijlen moeten raken.'

'Bedankt, Rellerciel. Ik zal dit niet vergeten.'

Riacella vliegt over de stad. De voorhoede heeft al een drietal gebouwen in de brand gestoken. Riacella en haar groep schieten over de stad en schieten hier en daar naar soldaten. Riacella spot een van haar soldaten in de problemen. Ze schiet een pijl af. De pijl blijft in de muur achter de vechtende draken steken, en blokkeert de garde van de vijandelijke draak. De soldaat van Riacella gebruikt de tijd die hem gegund is met een harde klap tegen de buik van de vijand. De draak klapt dubbel. In no time landen er een aantal van Riacella' s soldaten rond het duo, en word de draak gevangen genomen. Bij de buitenwijken rondom de stad vinden meer van dit soort gevechten plaats. Hier en daar komen ze dode draken tegen, maar het merendeel van de vijanden word gevangen genomen. Dan focust het leger zich op de binnenstad. De stad is vreemd genoeg ommuurd. Hier en daar staat er een ballista op de muur. De ballista's zijn veel te klein voor draken om te gebruiken. Op verschillende plekken op de muur staan draken met speren. De draken hebben maar gedeeltelijke pantsers aan, net zoals het pantser dat Riacella aan had tijdens haar duel met Rellerciel. Alles vertelt haar dat deze draken geen vechters zijn. Ze geeft een paar tekens aan een commandant in de buurt. De commandant begrijpt wat ze bedoelt en voert de orders uit. Een paar minuten later zijn de draken van de muur ontwapend en gevangen genomen. Van een van de draken horen ze dat de draken die de stad verdedigen gewone burgers zijn wiens families gevangen genomen zijn door de Zilverbloedclan. Riacella neemt daarop een drietal vleugels draken mee en bestormt het paleis. Het paleis is een gigantisch stenen gebouw. Aan de weerskanten van de enorme deuren staan grote beelden van drakenkoninginnen. De beelden zijn bedekt met bladgoud. Een van de beelden is overduidelijk van een oude draak. Een ander beeld is van een draak die een stuk kleiner is dan Riacella. De deuren zelf zijn versierd met graveringen. Riacella druk zachtjes tegen de deur. De deur geeft geen centimeter mee. Ze ramt haar schouder een paar keer tegen de deur. Niks. Ze twijfelt hoe ze de deuren open moet maken. Dan krijgt ze een idee. Ze trekt haar zwaard. Dan graaft ze diep in haarzelf en vind de energie. Ze kanaliseert de energie naar haar zwaard. Het lemmet ontvlamt. Als het zwaard in de brand staat drukt ze het zwaard door de gleuf tussen de deuren. De deuren geven mee. Met wat moeite trekt ze dan haar zwaard naar beneden. Ze voelt een hoop weerstand, maar krijgt het zwaard naar beneden. Dan geeft ze een gigantische trap tegen de deuren aan. De deuren vliegen open en knallen hard tegen de pilaren aan de binnenkant aan. Een zilveren draak aan het einde van de hal wijst naar Riacella en stotterde: 'Sssss stop haaaaar....'

Met gemak verslaat ze wachter na wachter. Ze slaat ze waar ze maar kan. Als ze klaar is liggen de wachters bewusteloos achter haar. Haar eigen wachters komen binnen en stappen behendig over de lichamen heen. Riacella richt zich op de draak die de orders had gegeven. 'Jij bent precies wie ik zocht. Geef je nu over, en vertel me waar je jouw gevangenen bewaart. Dan denk ik er over na om niet elk bot in je lichaam te breken.'

'De gevangenen zitten in de kerkers onder het paleis. Doe me alsjeblieft niks.'

Cerciel en Rellerciel komen de hal ook binnen.Riacella ziet ze binnenkomen. 'Rellerciel, neem deze huilebalk mee naar dekerkers. Zorg ervoor dat de onschuldige draken vrij worden gelaten, en gooi hemin de cel. Als de wachters problemen leveren maak je ze af. Cerciel, stel hetpaleis veilig. De overwinning is van ons.'


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top