Hoofdstuk 19


Riacella zwaait met haar zwaard naar de kop van een draak, terwijl ze met haar linker voorpoot een tweede draak bij de kop vasthoud. Haar zwaard hakt de onderkaak van de draak af. Riacella neemt de kop van de draak in haar klauwen in haar bek, en draait haar nek. Met een krak breekt de nek van de draak. Een tweetal draken komt dan in haar richting om haar uit te dagen. Sequoia vliegt over Riacella heen, en spuugt een groene vloeistof richting de draken. Beide draken storten naar de aarde. Dood. Riacella denk net dat ze gewonnen hebben, als ze meerdere vluchten draken over ziet vliegen. Bijna alle nesten in de stad staan in brand. Het grootste deel van de bevolking is al geëvacueerd. 'Terugtrekken! Er zijn te veel vijanden! Terugtrekken!'

Daarmee klapt Riacella haar vleugels in en duikt richting de grond. In de buurt kopiëren Sequoia en twee soldaten haar. De derde soldaat was eerder in het gevecht gesneuveld toen hij drie draken tegelijk probeerde te verslaan. Riacella' s wachters hielpen met het evacueren. Riacella duikt door het bladerdek, de drie draken haar volgend. Vlak boven de grond klapt ze haar vleugels uit, en remt zo snel mogelijk af. Als ze geland zijn, zoeken ze de boomdraken op. Op een paar oudere draken na is de hele bevolking gered. Een aantal paleisdraken dragen boekenrollen, en een van de draken heeft de wapens van de boomdraken in zijn klauwen. Een stuk verderop hebben een paar draken manden met voedsel bij zich. Na een tijdje zoeken hoort ze uit de menigte: 'Riacella! Je leeft nog! Wees alsjeblieft nooit meer zo impulsief.'

Cerciel komt op haar af stormen. Achter haar rennen de twee wachters. 'Je weet dat ik dat niet kan beloven. Onze huidige situatie is niet bepaald stabiel, en de voorzienbare toekomst zal daar geen verandering in brengen. Vergeet niet dat de clanvergadering alles kan veranderen. Dan komt daar nog bij dat ik niet weet hoe dit land in elkaar zit, ik nog steeds geen tactieken heb geleerd en nog steeds hopeloos in navigeren ben.'

'Daar heb je weer een serie punten. Wat is het plan nu?'

'Mijn idee is dit: jij zoekt contact met Rendal, en vraagt of we met de Boombloedclan zijn kant op kunnen komen. Vervolgens splitsen we de bevolking op in meerdere kleine groepen. We proberen naar die open plek te gaan waar we Stormvrucht ontmoette. Daar verzamelen we, en vliegen we naar Drakenhoorn.'

'Goed, maar we moeten snel zijn. Het zal niet lang duren voordat ze achter de afleiding komen en meer soldaten naar ons toe sturen.'

Daarmee rent Cerciel weg, en verdeelt de groep in meerdere kleine groepen.

Nadat de groep vlak bij de open vlek verzamelt is, neemt Riacella het woord. 'Ik weet niet hoe de Zilverbloedclan deze stad gevonden heeft, of waarom ze er waren, of zelfs wie hier achter zat. Maar ik zal wel beloven dat wie dit heeft gedaan er voor zal betalen in bloed. Als mijn plan lukt zullen jullie tenminste droog slapen vanavond en een warm maal in de buik hebben. Cerciel, heb je Rendal gesproken?'

'Hij weet dat we eraan komen. Hij heeft soldaten in onze richting gestuurd om ons te begeleiden. Ze zouden er binnen het uur moeten zijn.'

'Goed. We vertrekken in hun richting. Ik wil iedere draak die een idee heeft van de ligging van dit land voor me hebben.'

Alle draken nemen een stap achteruit. Een draak in de menigte zegt: 'Ik heb geen idee van de ligging, maar ik heb wel een kaart bij me.'

Een kleine boomdraak stapt naar voren, legt een rol papier neer en stapt weer naar achteren. Riacella rolt de kaart uit, en probeert de positie te bepalen. Ze weet Drakenhoorn zo te vinden, maar hun positie blijkt onmogelijk te zijn. Cerciel komt naast haar staan. Riacella verliest dan haar geduld. 'Argh. Dit is hopeloos!'

Cerciel bekijkt de kaart goed. 'Mijn grot ligt in deze streek, vlak bij de Kasteeltuin. Om hier te komen vlogen we over de rivier, ter hoogte van deze bocht. Dan draaide we af naar links, ongeveer 25 graden. Dus dat betekent dat wij rond dit punt zijn.'

Cerciel wijst meerdere punten op de kaart aan, en eindigt met een plek in een stuk bos dat aangeduid word als het Bosrijk. 'Dan moeten we naar de rivier vliegen, over de rivier naar de waterval, en de Drakenhoorn is dan in zicht bij de waterval.'

'Dat is onze route kort samengevat. Nu maar hopen dat deze boomdraken een beetje snel kunnen vliegen.'

'Laten we nu maar vertrekken.'

Na een tijdje komen ze de soldaten tegen. Het is een groepje van 10 soldaten, allemaal in pantser en met zwaarden op de rug. De voorste draak is Rellerciel. 'Koningin Riacella. Ik ben blij u nog in goede gezondheid te zien. Is dit iedereen?'

'Helaas wel. We hebben een aantal draken niet kunnen redden. Meerdere draken zijn gewond geraakt door vallende takken en Zilverbloedclan staarten.'

'Dan moeten we zo snel mogelijk naar de Drakenhoorn gaan. Kan iedereen nog verder vliegen?'

'Nee. Veel van deze draken hebben nog nooit zoveel gevlogen. Ze dragen bezittingen mee, en ze zijn uitgeput. We hebben op snelheid hierheen gevlogen vanwege het lak aan bescherming dat wij hier hebben.'

'Dan moeten we ze een pauze gunnen. Maar het moet een korte pauze zijn, want het is al middag.'

Riacella geeft het door aan de groep. De groep land opgelucht op de grond. Na een korte pauze horen ze vleugelslagen. Riacella is meteen op haar hoede. Van waar ze vandaan kwamen, komt een groep zilveren draken. Riacella roept de soldaten bij elkaar. Er zijn in totaal 5 zilveren draken die aan komen vliegen. Riacella laat haar soldaten zich verbergen, en verbergt zichzelf ook. Zodra de draken over zijn gevlogen geeft Riacella het signaal en de groep stijgt op. Riacella is de eerste die aanvalt. De zilveren heeft geen idee wat er gebeurt voordat Riacella hem aan haar zwaard rijgt. De soldaten rekenen snel af met de rest. Riacella vliegt meteen terug naar het kamp. 'Iedereen moet zich meteen klaar maken voor vertrek! We hebben zojuist een groepje scouts verslagen. We moeten onmiddellijk vertrekken voordat Zilverbloedclan erachter komt!'

Een aantal draken stijgen meteen op. Vlak bij Riacella ligt een jonge boomdraak rond een aantal jongen. 'Uwe majesteit. Deze kleintjes zijn uitgeput en kunnen niet ver meer vliegen. Ik kan er een dragen, maar wat moeten we doen met de rest?'

'Cerciel, verzamel een aantal draken die extra gewicht kunnen dragen. Breng de grootste van de jongen naar mij. Die mag meeliften op mijn rug.'

Cerciel stuurt een aantal wachters erop uit die grotere draken opzoeken. Vervolgens brengt ze een jonge mannetjesdraak naar Riacella. Ondanks dat het jong hooguit een paar weken oud is, is het al groter dan Riacella' s voorpoot en hij buigt zodra hij voor Riacella word gebracht. 'Sta op, kleintje. We hebben er geen tijd voor. Wat is je naam?'

'Stamvleugel, majesteit. Zoon van bladjager. Gaat u mij vermoorden?'

'Nee, Stamvleugel. Ik heb geleerd dat de acties van de ouders de toekomst van de kinderen niet vastlegt. Je kan zelf je eigen toekomst bepalen. Veroordeel nooit een kind aan de hand van de ouders. Maar dat is niet de reden waarom ik je heb laten komen. Ik hoorde van de oppas dat jij en de andere jongen geen energie meer hebben om te vliegen. Klopt dit?'

'Ja, majesteit.'

'In dat geval, klim omhoog.'

'Ik mag op uw rug meeliften? Op de rug van de koningin?'

'Ja, maar schiet op. En raak dat kleine draakje bij de basis van mijn nek niet aan, want het is niet bepaald stevig.'

Stamvleugel klimt op Riacella' s staart en loopt over haar ruggengraat naar een plekje boven haar vleugels. Vervolgens krult hij zich om een van Riacella' s stekels, en grijpt de stekel goed vast. 'Lig je goed?'

'Ik zal er niet afvallen. U kunt opstijgen.'

'Ik zal voor de zekerheid geen duikvluchten of kurkentrekkers maken, zodat je ook daadwerkelijk op mijn rug blijft liggen. En hou je goed vast, de rit kan ruw zijn.'

Ze klapt haar vleugels uit, en flapt met haar vleugels tot ze een redelijke hoeveelheid in de lucht is. Dan vliegt ze naar de voorkant van de groep en leid de boomdraken naar Drakenhoorn.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top