✎ BDR || Moonchild

Dit was voor de boekenclub dahlia remix van @floralifex en yea, idk ik vind fantasy nooit zo'n fijn genre voor kort verhalen omdat ik alles vet veel wil uitwerken, maar ik denk dat dit nog wel meevalt?? En de cover was al een geheel plaatje maar ik vond de vibe gewoon leuk.

++ mijn hoofd werkte echt niet mee, ik had steeds 'i cant decide' van scissor sister in mijn hoofd maar dat gaat even heel ruw vertaald 'Ik weet niet of ik je in leven moet laten, of moet doden' maar op een vet blije toon dus yea idk het is een bop.

-

Hoog boven de lucht, net wat verder dan de wolken, zat een meisje die al haar eenzaamheid uitstraalde als licht op het donkere aardoppervlak.  Ze scheen boven de dorpstoren en jaagde de duisternis weg op de plekken waar ze bij kwam. 

De dorpelingen noemden haar Selene. Ze bewonderden haar als een godin, gaven haar giften en hielden feestdagen voor haar. De mensen zetten helderwitte beelden op en versierden haar met lauwerkransen die van de beste bomen waren gemaakt, bekleedden haar met de beste kwaliteit pelzen die ze konden bemachtigen. 

Maar zelfs met deze aandacht, voelde Selene zich eenzamer dan ooit. Want al waren de dorpelingen onder haar aan het dansen op de muziek, of dronken ze zich plat tot Helios haar plek weer moest innemen, de feesten waren toch meer voor de stervelingen zelf, dan voor haar. 

Nacht in nacht uit wachtte Selene met een smachtend hart, hopend dat er iemand was die haar gezelschap zou brengen door de nacht heen. Iets meer dan een snelle blik omhoog of een paar woorden van bewondering over haar licht. 

Tot de wind op een dag gehuil van ver meebracht.  Het meisje zocht de bron van het geluid met een klemmend hart en vond al gauw een jongetje midden in het bos. Hij staarde omhoog naar de grauwe lucht, waarin Selenes licht het enige was wat de duisternis verbrak. Zijn ogen glinsterden van de tranen en zijn onderlip die open gebarsten was, trilde. Selene was aangetrokken tot zijn blik, waarin een glimps van eenzaamheid in de twee bruine irissen van het kleine jongetje zat.

Selene klom voorzichtig omlaag, hopend dat ze de jongen niet wegjoeg. Ze nam houvast aan de takken en staarde terug naar de jongen, die zijn blik nooit van haar weg had gehaald. Onbewust hulde ze het kind in meer licht, plekken die niet belicht hoorden te zijn, ontvingen Selenes licht nu ze zo dicht op het aardoppervlak was. Ze wilde nog íets dichterbij komen, tot ze de sterveling kon aanraken.

'Ben je eenzaam?' vroeg ze dan aan het jongetje, maar de wind droeg haar stem weg. Hij zou haar niet kunnen horen, dus in plaats daarvan strekte ze haar hand uit. Met een vederlichte aanraking veegde ze de tranen van zijn wangen af. 

'Het is al goed, ik ben hier,' fluisterde Selene, al wist ze dat haar woorden niet zouden aankomen.  Ze liet haarzelf op het aardoppervlak vallen en hoopte dat haar licht, haar intenties zouden doorgeven. Met kleine stappen kwam ze dichter bij het jongetje en joeg ze de omringende duisternis weg.

'Ik ben bang! Papa! Mama!' Hij bracht zijn vuisten naar zijn ogen en begon janken, zijn schreeuwende stem bevatte alle frustratie die in zijn kleine lichaam paste. 'Papa!' Het meisje keek hem medelijdend aan, ze had tijdens haar zoektocht naar het jongetje twee mensen zien weglopen uit het bos en vreesde het ergste. 

Selene bleef bij het jongetje, probeerde hem te troosten met haar licht en aanwezigheid, maar hij stopte niet met huilen. Zijn kleine lichaam kon al het wenen na een tijdje niet meer aan, hij liet zijn armen vermoeid langs zijn lichaam hangen en tuurde door de bomen alsof hij nog geloofde dat er iemand aan zou komen. Zijn knieën begonnen te knikken terwijl zijn lippen blauw aanliepen. Met een plof liet hij zijn lichaam op de grond vallen.

'Ik ben hier,' mompelde Selene, die naast het achtergelaten jongetje kwam zitten. Ze trok haar benen omhoog en sloeg haar armen eromheen, met gespitste oren luisterde ze naar de ademhaling van het jongetje. Het jongetje lag bewegingsloos naast haar, alleen zijn kleine borstkas die op en neerging, gaf aan dat hij nog in leven was. 

'Het is oké. Ik zal je meenemen naar een andere plek. Ik kan je niet beloven dat het minder eenzaam is, maar ik ben er ook.' Selene draaide zich niet om naar het jongetje, ze wist dat haar woorden niet gehoord zouden worden, maar ze wilde het haarzelf beloven. Ze sloot haar ogen en liet de wind door haar asblonde haren blazen. 

De kou maakte de vingers van het jongetje grijs en Selene besloot dat ze hem nu kon meenemen. Met een wijsvinger op zijn ribben, net naast de plek waar zijn hart zat, liet ze haar licht in hem stromen, totdat hij genoeg had om op te kunnen stijgen.

De ogen van het jongetje sloten tot een vredige slaap, alsof hij nooit problemen had gehad. Zijn lichaam ontspande. Selene liet haar hand vallen, haar hoofd tolde nu ze een deel van haar licht weg had gegeven. Haar blik ging omhoog, de hemel had een extra lichtgevend puntje gekregen. Selene was nu niet de enige die 's nachts in de zwarte lucht hing, maar het jongetje was er nu ook, die zijn eenzaamheid liet doorschijnen op de dorpen. 

Selene liet zich in zijn licht omhullen en staarde naar de ster die was gevormd deze nacht, aan zichzelf belovend dat als ze de kans zou krijgen, ze dit nog een keer zou doen. Ze steeg weer op naar boven, ietwat duizelig van het proces.

Het meisje hield zich aan haar eigen belofte en ging op zoek naar meer kinderen en mensen die aan hun lot werden overgelaten. Ze verloste hen van een eenzame dood en gaf hun een kans om in de lucht te hangen met haar. Elk persoon gaf ze een deel van haar licht, gaf ze een deel van haarzelf. Ze wees de mensen een plekje in de hemel aan alsof het meisje verlichting aan het ophangen was in een boom. Met elke voorbijgaande nacht werd de hemel voller met puntjes vol eenzaamheid, terwijl Selene's licht afzwakte.

En de dorpelingen snapten niet waarom de hemel opeens vol lichtgevende puntjes zat of waarom er maar een kleine sik van Selene was te zien, in plaats van de volle maan die er normaal hing.

Selenes licht werd steeds minder, door het uitdelen, maar ook doordat ze zich minder eenzaam voelde. Want nu had ze duizenden sterren, die elk om haar heen straalden en haar herinnerden aan het volgende.

Al voelde ze zich eenzaam, ze was dat niet in haar eentje.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top