Raging storm
/Lana p.o.v/
Gister was een hele rare dag. Er gebeurden allemaal dingen die eigenlijk nooit hadden moeten gebeuren. Het ergste daarvan was denk ik nog wel de kus met Jace. Niet dat het een slechte kus was, absoluut niet. Maar het was ook een kus die gevoelens in me losmaakte waarvan ik nooit heb geweten dat ik ze heb gehad. Maar ik zal ze ook nooit kunnen uiten, Jace zijn hart ligt immers bij Lucy, wat van stomme dingen hij nu dan ook mag doen. Ik heb hem zelf gezegd dat hij haar niet op mag geven, ze horen immers bij elkaar, ze zijn mates. En mijn gevoelens zullen daar niks in kunnen veranderen. Ik kan mijn beste vriendin toch niet verraden. In gedachten verzonken kijk ik uit het raam naar buiten, er trekt een storm over ons heen vergezeld met zware onweer. Grote flitsen verlichten de lucht dan ook zo nu en dan. Het is een prachtig gezicht, maar ik zou nu niet buiten willen lopen. Als ik de klok hoor slaan besluit ik dat het tijd is dat ik naar beneden ga en het avondeten ga maken, Jace kennende zal hij wel gaan zeuren dat hij honger heeft. Ook hij is vandaag amper van zijn kamer afgeweest. Toen ik hem vroeg waar hij mee bezig was, zei hij dat hij me dat later na het een wel zou vertellen. Omdat ik absoluut geen zin heb om te koken haal ik twee pizza's uit de vriezer beneden en verwarm ik de oven voor. Daarna stop ik ze erin. Dat is makkelijk. "Jace, het eten is bijna klaar!" roep ik naar boven. Tien minuten later zitten we met zijn tweeën op de bank pizza te eten. Maar ik zie aan Jace dat hij zich nog steeds niet helemaal op zijn gemak voelt na gisteren. "Jace, vergeet gisteren alsjeblieft, het was echt niks. We hadden beiden te veel punch op," zeg ik serieus tegen hem, maar diep vanbinnen pijnig ik mezelf ermee. Ik zie hem alleen maar even knikken, daarna eten we weer in doodse stilte verder. Als alles op is ruim ik de borden snel op en ga ik weer zitten."Goed, vertel me nu maar eens wat je aan het doen was op je kamer,". Bij die woorden kijkt hij op en glimlacht hij zwakjes, "Ik heb een plan gemaakt, een plan om Lucy terug te halen," antwoordt hij. En dan begint hij me het hele plan te vertellen. Hij heeft gehoord dat er overmorgen in de nacht een groots feest gehouden gaat worden, daar kunnen we haar mee proberen te nemen. Er zullen zoveel mensen zijn dat het niet op zal vallen.
/Lucy p.o.v/
Lichtelijk bang, maar ook gefascineerd kijk ik naar de bliksemschichten die de lucht verlichten om de zoveel seconden. Mijn vroegere ouders zeiden altijd dat het de engelen waren die ruzie hadden. Vaak staat er wat te gebeuren als je er getuige van bent. Plotseling is er een lichtflits vlakbij mijn raam en de knal verdooft me en ik voel mezelf in elkaar krimpen. Het glas in het raam springt kapot door de knal. En voor mijn ogen wordt het zwart. Er verschijnt een beeld voor me, ik hem mijn trouwjurk aan, maar ik ben niet op het paleis. Nee, ik sta in het bos tussen de gekleurde bladeren. Ik zie er zo gelukkig uit, en voor me staat een jongen. Een jongen die ik ken, het is Jace, de weerwolf jongen die mij ooit kwam bezoeken. De jongen die me ongemakkelijk liet voelen in zijn bijzijn, alsof ik iets vergat. De gekwelde blik in zijn ogen deed mij zelfs pijn, ik had hem ernaar willen vragen, maar ik was te zwak en hij was te snel weg. Dan zie ik het beeld veranderen en Jace en ik kussen elkaar, een warm gevoel trekt door mijn lichaam. Maar dan klinkt er een akelige gil doorheen en ik sper mijn ogen wijd open. Gejaagd haal ik adem. Wat was dat. Langzaam ga ik weer overeind staan en ik kijk weer naar buiten, het onweer is weg. Als er een pijnlijke steek door mijn hoofd trekt grijp ik me vast aan het kozijn. De dichte mist in mijn hoofd lijkt wat dunner te worden. Ik denk aan Jace en zie een prachtig veld en meer voor me, samen zitten we te kijken naar de zonsondergang, maar meer herinner ik me nog niet. Het is wel duidelijk dat Jace veel meer voor mij betekende dan dat ik dacht. Ik moet hem vinden en vragen naar de waarheid, hij zal het vast nog wel weten. Als wij meer voor elkaar betekenden dan snap ik die gekwelde blik ook. Dan heb ik misschien zijn hart gebroken. Even kijk ik naar het raam, ik kan hier ongemerkt wegkomen. Zal ik het doen?. En zonder nog na te denken over enige consequenties spring ik het raam uit. Het is hoger dan ik dacht, maar ik kom wel goed op de grond neer. "Het spijt me Meliorn, maar ik moet de waarheid weten," fluister ik zacht, waarna ik het donkere bos in ren. Het stormt nog steeds, maar ik ben niet bang, ik heb een doel. Mijn jurk blijft hakken aan vele takken en ik hoor hem scheuren aan alle kanten, maar niks houdt me meer tegen. Ik dacht al dat ik iets belangrijks was vergeten. Enge schaduwen achtervolgen me, en ja, ze zorgen voor de rillingen bij me. Je bent een vampier Lucy, je kunt alles aan. Mijn neus vangt ook allerlei geuren op, geuren van bloed. Sommigen heerlijk zoet. Zo zoet dat ik er dorst van krijg, maar ik moet nu verder. Ik moet Jace vinden. Pas als ik diep in het bos ben besef ik me dat ik niet eens weet waar ik moet zoeken. Ik weet niet eens waar hij woont. Wat minder zeker van mezelf blijf ik maar doorlopen. Op een gegeven moment voel ik dat gevoel in mijn lichaam weer, het gevoel dat ik had toen hij dicht bij me was. In de verte zie ik ook wat lichtjes, zou ik er zijn. Zou ik een dorp hebben gevonden. Snel loop ik door en ik kom inderdaad aan in een dorp. Ik heb alleen geen idee wasr ik moet zoeken. "Jace!" roep ik terwijl ik door mijn knieën zak van vermoeidheid. Vrij snel zie ik een deur openklappen en er komt iemand naar buiten gelopen. "Jace, wat doeje?" hoor ik een meisje vragen. "Ze is hier Lana, ik voel haar aanwezigheid," hoor ik een stem antwoorden. Even later zie ik dat de jongen Jace is. "Ooh goden, Lucy, wat zie je eruit," zegt hij geschokt, waarna hij me optilt. Ik sta het maar toe. "Is ze echt door die storm hiernaartoe gelopen?" hoor ik Lana ongelovig zeggen. "Jace, ik moet de waarheid weten," zeg ik tegen hem. En dan worden zijn ogen groot, "Je weet het weer,".
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top