Friend or Enemy?
/Meliorn p.o.v/
Geruisloos als een windvlaag loop ik het vertrek uit waar Lucy ligt. Die stomme wolven hebben niet naar mijn orders geluisterd, eentje heeft haar zelfs gebeten, de idioot. Maar Xavier heeft er ook mooi de hoogste prijs voor betaald, de dood. De echte, gruwelijke, kille dood. Maar nu zit ik opgeschept met een ander probleem. Een verloofde die langzaam is aan het sterven door een wolvenbeet, die als het sterkste gif is voor ons, en het tegengif dat ik voor haar moet halen. Als het Lucy niet was geweest had ik het nooit van mijn leven gedaan, maar voor haar doe ik alles. Ze mag dan misschien niet van mij houden, ik houd wel zielsveel van haar, en ooit, ooit als die weerwolf dood is zal ze ook van mij gaan houden. We zullen de eeuwigheid met elkaar delen. Eerst moet ik echter haar tweede verloofde zo ver zien te krijgen dat hij mij vrijwillig zijn bloed afstaat, en dat gaat moeilijk worden, dat is wat ik nu al zeker weet. Hij zal woest zijn omdat ik haar weer heb meegenomen. Maar geef nou eens zelf toe, een prinses hoort toch niet rond te dwalen in de bossen met een stelletje ongemanierde honden. Streng kijk ik wat wachters aan die mijn hint meteen snappen, ze moeten haar kamer bewaken. Niemand mag erin komen, wie weet wat voor een effect dat op haar zal hebben. Het erge is dat ze eerst vreselijke dromen zal krijgen van dat gif, het zal zich langzaam door haar hele lichasm verspreiden, de wond zal groter en groter worden en steeds erger gaan ontsteken, de koorts zal alsmaar hoger worden en uiteindelijk wordt dat misschien haar dood. Een gruwelijke dood, dan word je nog liever verbrand, geloof me. Ik loop het paleis uit richting de stallen waar mijn ravenzwarte hengst, Lucifer, staat. Hij heeft me goed geholpen in de oorlog, en dat zal hij nu vast weer doen. Bovendien weet hij precies waar hij heen moet als hij mij ooit kwijtraakt. Vlug zadel ik hem op waarna ik opstijg en hem in een gallopje het bos in laat rijden. Nu moet ik die wolf zien te vinden. In zijn eigen dorp was hij in elk geval niet, want dat heb ik in vuur en vlam gezet, maar ik heb hem nergens gezien terwijl hij toch wel de Alpha is van die roedel, of was, want zijn roedel bestaat nu niet meer. Net zo opgegaan in de vlammen als hun dorp. Daar had ik Lucy niet gevonden, ze waren dus wel ergens anders. En er is eigenlijk maar één plek waar ze nog hadden kunnen schuilen. Er is immers nog maar één andere roedel intact in die omgeving. Volgens mijn voorgevoel moet hij daar wel aanwezig zijn, het kan haast niet anders. Samen met Lucifer vlieg ik haast door het enorme bos heen, als je niet zou weten dat we in dit bos zijn, zou je er ook nooit achterkomen. Elke seconde telt echter, met elke seconde bestaat de kans dat Lucy haar geheugen verliest, of misschien zelfs wel haar laatste adem uitblaast. Het is aan haar hoe lang ze het volhoudt. Eindelijk zie ik wat huisjes opdoemen in de verte, hondenhuisjes. Ik moet toegeven, het is best wel een schattig dorpje, en ooit zal het ook onder mijn gezag komen te staan. Net voor het dorpje stap ik van Lucifer af en ik maak hem vast aan een boomstam, dan vind ik hem later tenminste terug. Samen met een kristallen flesje loop ik het dorpje in. Meteen zie ik wat mensen angstig naar me kijken, iets dat me blij maakt want ze weten dus wie ik ben. Die wolven kunnen maar beter angst voor me hebben. "Mama, die man is eng," hoor ik een meisje zachtjes tegen haar moeder zeggen. Glimlachend kijk ik haar aan, maar ze begint meteen te huilen. Stom kind, denk ik terwijl ik verder loop. "Jace, ik weet dat je hier ergens bent, ik beveel je nu naar buiten te komen!" roep ik met de stem van een ware vorst. Even gebeurt er niks, maar dan vliegt er een deur open en komt er een boze Jace naar buiten gestormd, en nog een ander meisje dat me boos aankijkt en gevaarlijk naar me gromt. Voordat ik het weet heeft die jongen me bij mijn hals vast en het enige dat ik kan doen is schaapachtig naar hem grijnzen. "Dat was een snelle reactie voor een hond," mompel ik. Laag en kwaad hoor ik hem naar me grommen, "Waar is ze Meliorn, zeg op, of ik rijt je keel aan stukken," sist hij tussen zijn tanden door. Geamuseerd kijk ik hem aan, hij durft wel. "Ze is op het paleis hond, maar ze heeft je hulp nodig en laat dat nou precies zijn waarom ik hiernaartoe gen gekomen,". Even zie ik hem verbaasd kijken, die blik wordt echter al snel weer vervangen door een kille. "Jij...die hulp komt vragen. Laat me niet lachen Meliorn," antwoord hij vol spot, de haat is duidelijk in zijn ogen te zien. "Luister, Lucy is in levensgevaar, ik heb Xavier's roedel opgedragen om haar naar mij toe te brengen, maar één van die idioten heeft haar gebeten en diep ook. Ze is langzaam aan het sterven Jace, ze heeft snel hulp nodig,". Ongelovig kijkt hij mij deze keer weer aan, woede en bezorgdheid wisselen elkaar af in zijn ogen. "Waarom zou ik jou vertrouwen bloedzuiger?" vraagt hij uiteindelijk. "Omdat ik ook om haar geef, ze verdient het niet om zo te sterven, ze verdient een gelukkig leven," zeg ik serieus tegen hem terwijl ik zachtjes zucht. "Een wolvenbeet is dodelijk voor ons, het enigste dat ons ervan kan redden is het vrijwillig verkregen bloed van een weerwolf met een goed hart, daar kom jij dus in het spel,". Bij die woorden houd ik het flesje omhoog. Even zie ik twijfelen, maar dan pakt hij het flesje aan, "Goed, ik doe het, maar alleen voor Lucy, en onder de voorwaarde dat ik haar mag bezoeken wanneer ik dat wil,". Kil kijk ik hem aan maar dan knik ik, "Goed, dat is afgesproken," mompel ik.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top